Vraag
Mijn man heeft een dochter uit een eerder huwelijk die getrouwd is met een zwaar-gereformeerde jongen. Dat is prima natuurlijk. Wij zijn zelf niet gelovig en dat wordt ons nu door hun erg kwalijk genomen. We leven niet volgens hun normen en waarden en nu willen ze geen contact meer, zelfs niet nu er een kleinkind geboren is. We zijn bij het huwelijk geweest, maar werden door de familie niet erg geaccepteerd. Jammer, want ik denk zelf dat je niet mag oordelen over iemand anders en respect moet hebben voor ieder mens en voor alles wat leeft.
Op diezelfde bruiloft gingen de refo's die zo streng volgens de bijbel leven met veel alcohol op achter het stuur naar huis, voor de meesten zo'n rit van 50 km. En ik ben me er nu van bewust dat ik ook oordeel, maar eigenlijk is het meer een constatering van een feit geweest. Mogen zij dan wel zo over ons oordelen en waar blijft het gebod dan eert uw vader en uw moeder? Wij blijven met veel vragen zitten en hebben ook veel verdriet van alles. Kunt u ons eens uitleggen hoe u daar tegen aankijkt? Rest mij nog te zeggen dat mijn man na de scheiding gelukkig jaren een prima contact heeft gehad met zijn kinderen.
Antwoord
Wat u meemaakt is inderdaad erg verdrietig. Het valt niet mee om te ondervinden dat je bij het sluiten van een huwelijk eigenlijk niet welkom bent. En als men contacten verbreekt omdat uw leefwijze niet overeenkomt met de hunne, doet dat pijn.
U vraagt hoe we hier tegenover staan. Dan moeten we eerlijk zeggen dat deze houding niet is goed te keuren. Het is volledig in de lijn van Gods Woord dat we onze medemens respecteren. De Heere vraagt zelfs meer dan dat, namelijk dat we onze naaste lief hebben als onszelf.
Wat is nu de oorzaak van deze opstelling van mensen van wie je op grond van hun geloof toch een heel andere houding zou mogen verwachten? Het zou kunnen dat men zich niet goed een houding weet te geven in de omgang met mensen die niet van hun ‘groep’ zijn. Men is altijd gewend om met gelijkgezinden om te gaan. Binnen die kring gelden sommige dingen als vanzelfsprekend. Dat is gedurende een tijd zo opgebouwd en als er dan anderen bij komen, weet men er eigenlijk niet goed raad mee. Het wordt aangevoeld als een soort bedreiging. Dit zou de reactie van afwijzing kunnen verklaren.
Het zou ook kunnen voortkomen uit een soort hoogmoed. Vanuit hun eigen godsdienstig oogpunt telt een ongelovige eigenlijk niet mee. Zijn leven en gedrag moet je op grond van Gods wet afkeuren. Dus houdt men zich ver van die ander, want in wezen staat men boven de ongelovige. Of de oorzaak is deze dat men zelf niet echt van harte overtuigd is van de waarheid van Gods Woord, en men voelt daarom een bepaalde onzekerheid en onrust van binnen wanneer er contacten zijn met ongelovigen.
Hoe begrijpelijk deze reacties ook zijn, toch kunnen we ze daarom niet goedkeuren. In het vijfde gebod “eert uw vader en uw moeder”, vraagt de Heere dat we onze ouders op z’n minst respecteren. Het gaat zelfs veel verder. In Leviticus 19:3 staat: “Ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen”. Daar gaat het in feite om dezelfde vrees die gevraagd wordt ten opzichte van God. Dat vraagt een eerbiedige, respectvolle omgang met ouders.
Nu kan een tweede huwelijk voor kinderen heel erg moeilijk zijn. Wanneer vader of moeder met een ander trouwen, is het voor sommigen gevoelsmatig een onoverkomelijke zaak. Dan is er veel moeite om die ander te accepteren naast hun eigen vader of moeder. U schrijft niet of het eerdere huwelijk van uw man door scheiding of door overlijden is verbroken. Maar in beide situaties kan zich deze moeite voordoen. Hiermee wil ik het verkeerde gedrag niet goed praten. Maar het betekent wel voor degene met wie het tweede huwelijk is aangegaan dat er van hem of haar veel wordt gevraagd om zich te geven en om liefde en genegenheid proberen te winnen. U schrijft dat u het prima vindt dat die dochter met een “zwaar-gereformeerde” jongen is getrouwd. Hoe merken ze dat aan u? Welk begrip toont u voor hun leefwijze? Ik denk dat het goed is om u zelf hiervan rekenschap te geven, want het zou kunnen dat u zelf aanleiding geeft voor hun houding. Het is ook mogelijk dat er in deze situatie nog andere factoren een rol spelen, die u niet noemt.
Met veel alcohol op toch achter het stuur kruipen is niet verantwoord en in strijd met het zesde gebod. In Zijn wet vraagt de Heere immers dat we zorg hebben voor het leven, zowel het leven van onszelf als dat van anderen. Als ik deze dingen op me laat inwerken, kun je de vraag stellen of hier sprake is van ware christenen. Het feit dat men refo is geeft geen garantie dat men ook een waar gelovige is. Helaas is er in de kerk veel vormendienst. Men gaat wel naar de kerk maar het heeft geen wezenlijke betekenis voor hun hart en voor de praktijk van het dagelijkse leven.
Deze houding en opstelling is derhalve af te keuren. Geeft Jezus Christus ons niet het goede voorbeeld van onderdanigheid aan Zijn ouders? Het geloof moet Hem daarin navolgen. Jezus bracht zelfs het offer van Zijn leven. Die gezindheid vraagt God in het vijfde gebod. Je ouders eren door hen de waarde te geven die hen toekomt. Eigenlijk ligt er het begrip “gewicht” in. Dan heeft het vijfde gebod ook een opdracht voor de ouders. Ouders moeten voor hun kinderen “gewichtige”mensen zijn, en wat zij zeggen of doen moet voor hun kinderen “gewichtig” zijn. Wat hebt u als ouders uw kinderen mee te geven? Wat van Christus is, heeft wezenlijke waarde voor oud en jong!
Wij kunnen dat niet in eigen kracht. Als ouders moeten we ook tegenover onze kinderen onze tekorten erkennen. Maar de Heere belooft dat Hij door Zijn profeten het hart der vaderen tot de kinderen zal wederbrengen en het hart der kinderen tot hun vaderen. Daar mogen we om bidden!
Ds. J. P. Boiten
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.P. Boiten
- Geboortedatum:06-11-1953
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht
- Status:Inactief