Troost en strijd van de uitverkiezing

Ds. C. Westerink / Geen reacties

02-10-2006, 00:00

Vraag

Aan ds. C. Westerink. Ik hoorde zondagavond uw preek over de Drie-eenheid van God. Ik had veel aan de preek. Toch nog een vraag. Naast de troost van de uitverkiezing toch nog een strijd. U zei wel dat het in heel de Bijbel niet staat, de vraag: “als ik dan niet uitverkoren ben”. Maar hoe kijkt u dan aan tegen Ezau en Jakob, Ismaël en Izak en dat God verhardt die Hij wil en ontfermt die Hij wil en sommige “vaten bereidt tot toorn en anderen ter ere.” Hier zit ik nog mee. Het komt dan blijkbaar toch wel voor in de Bijbel? Gelukkig mag het voor mij een troost zijn, maar er is ook strijd... Begrijpt u dat?


Antwoord

Wel bijzonder om via Refoweb een vraag te krijgen over een in eigen gemeente gehouden preek. Eerlijk gezegd ben ik er wel benieuwd naar of de vraagsteller/-ster in de kerk was of  via een ander kanaal de preek beluisterd heeft. De vraag maakt in elk geval duidelijk dat er intens geluisterd is, als ik me niet vergis met een heilbegerig hart. Het is mij als dienaar van het Woord een voorrecht daarvan een blijk te mogen ontvangen. De vraag begrijp ik heel goed, ook uit mijn eigen leven. Het evangelie van de uitverkiezing biedt een troost die niet onaangevochten blijft. En in mijzelf vind ik geen antwoord dat daartegen op kan. Wat ik bij mijzelf waarneem, als ik eerlijk (gemaakt) ben, geeft immers alle reden te vrezen dat ik niet uitverkoren ben. Zou de heilige God werkelijk met zo’n zondaar als ik ben te maken willen hebben? Zie ik op mijzelf, dan beef als ik van verkiezing en verwerping hoor en lees! Juist daarom is het zo’n machtig wonder om te ontdekken dat er in de hele Bijbel geen woord te vinden is, waardoor God tegen me zegt dat ik niet uitverkoren ben, terwijl Hij mij een evangelie vol redenen voorhoudt om me van het tegendeel te overtuigen en het niet moe wordt daarmee achter me aan te dringen en me te betuigen en te betonen dat Hij in Zijn liefde ook naar mij vraagt en mijn behoud zoekt. Zie ik op Christus, de spiegel van de uitverkiezing, dan leef ik!

Dat neemt niet weg, dat de Bijbel in ronde woorden spreekt over de realiteit van verkiezing en verwerping. Dat heeft de vraagsteller heel goed begrepen uit de genoemde voorbeelden en aangehaalde teksten uit Rom. 9. En daar mag niemand ook maar een streep vanaf doen. Maar ook in dat spreken van de Schrift is de Heere er niet op uit ons in het moeras van onzekerheid en zelfs wanhoop te doen belanden. En daarin haalt Hij -met eerbied gesproken- niet met Zijn andere hand terug, wat Hij mij eerst in de belofte van het evangelie heeft toegezegd. Die woorden getuigen van Gods soevereiniteit, van het feit dat God GOD is. Hij is de grote Pottenbakker, Die niet afhankelijk is van mensen en hun keuzen en Die aan geen mens verantwoording schuldig is. Hij is Zijn genade aan niemand verplicht en daarom kan en mag en moet ze aan iedereen aangeboden worden tot wie Hij naar Zijn welbehagen (!) het Evangelie zendt met BEVEL van geloof en bekering (Dordtse Leerregels II,5). Zalig worden hangt niet daarvan af of iemand wil of zijn best doet, maar van God, Die Zich ontfermt en in Zijn ontferming onwillige en onmachtige zondaren zoekt te vangen in het net van de Evangelieprediking.

Dat er nochtans ook mensen verloren gaan, dat is niet OMDAT God HEN verworpen heeft, maar omdat ZIJ God verworpen hebben, hoezeer Hij ook naar hen gevraagd heeft. Het Bijbelse spreken over verkiezing en verwerping is er niet op gericht ons vast te pinnen op de twijfelvraag: “Als ik nou eens niet uitverkoren ben?” Het stelt ons onontkoombaar voor onze verantwoordelijkheid  ten opzichte van de evangelieprediking. Daardoor roept de Heere ons om, als alles verbeurd hebbende zondaren, ons in diepe ootmoed geheel te verlaten op de genade van de Heere Jezus Christus en Gods welbehagen in Hem: Hoe zullen we ontkomen, indien we op zo grote zaligheid geen acht nemen (Hebr. 2:3)!

Tenslotte verwijs ik de vraagsteller graag naar het pastorale antwoord van de Dordtse Leerregels I, 16 dat door-en-door Schriftuurlijk geestelijke leiding geeft in de aangeduide strijd. Ik vermoed dat hij/zij zich daarin geheel zal kunnen vinden.

Ds. C. Westerink

Lees meer artikelen over:

uitverkiezing
Dit artikel is beantwoord door

Ds. C. Westerink

  • Geboortedatum:
    11-11-1950
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Bennekom
  • Status:
    Inactief
9 artikelen
Ds. C. Westerink

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Een ouderling wil zijn dochter, die op zichzelf is gaan wonen en niet meer naar de kerk gaat, niet bezoeken. Hij wil niet ‘slijmen’ en denkt dat hij met een bezoek instemt met haar levenswijze. Hij be...
11 reacties
02-10-2010
Gij of U? Volgens de Statenvertaling wordt de Heere God aangeduid met Gij of met U. Er zijn mensen die zeggen dat we de Heere moeten aanroepen met Gij. Dit wordt als rechtzinniger beschouwd als U. Ik ...
Geen reacties
02-10-2003
Graag zou ik mijn vraag beantwoord zien worden door een predikant van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv). Ik kom zelf uit een reformatorische kerk, maar kom zo nu en dan in een GKv. Wat mij opv...
Geen reacties
02-10-2015
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering