Doorbraakgebed
G. Slurink | Geen reacties | 15-10-2025| 14:08
Vraag
In mijn omgeving lezen mensen het boek “Extreem normaal, handboek voor helden'” en van dezelfde schrijver “Doorbraakgebed”. Een hemelse rechtbank zou tot onze beschikking staan, maar wij moeten weten hoe we deze moeten benaderen en hoe dit hemelse recht op aarde in te zetten is. In mijn ogen worden er krachten toegeëigend die in het domein van God horen. Al mijn alarmbellen gaan af, maar ik krijg het niet goed onder woorden gebracht. Hoe kan ik mijn omgeving onder verwijzing naar de Bijbel waarschuwen dat deze boeken New Age invloeden kent?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Terecht dat bij jou/u hierbij al de alarmbellen af gaan. Maar ook heel begrijpelijk dat je/u het moeilijk vindt onder woorden te brengen wat er nu precies mis. Ik heb me er wat in verdiept en er valt een hoop over te zeggen, maar ik wil proberen het toe te spitsen op hoofdzaken zodat we er niet in verdwalen.
Het boek “Doorbraakgebed” is voor een groot deel gebaseerd op ideeën uit het boek “Navigating the Courts of Heaven” van Robert Henderson. De schrijver, Arjan Hulsbergen, was hier erg van gecharmeerd en hielp mee, als advocaat zijnde, dit boek naar het Nederlands te vertalen. Robert Henderson is een 'apostel', met een eigen 'apostelinstituut', en is tot ‘apostel’ benoemd door onder andere C. Peter Wagner, ook wel bekend als de vader van de derde charismatische golf en de New Apostolic Reformation. Wat Hulsbergen onderwijst in zijn boeken en lezingen lijkt dan ook voor groot deel standaard derde golf charismatische theologie, met name de geestelijke oorlogsvoering (Spirital Warfare) theologie en de Koninkrijk (Kingdom) theologie, vermengd met verdere ideeën. In het boek “Extreem normaal, handboek voor helden” vind je veel van deze leer terug. Grotendeels komt dat voor hem neer op “de werken van de duivel te verbreken, zodat Gods orde kan worden hersteld.” Concreet betekent dat vooral genezingen en het uitdrijven van demonen alsmede het ongedaan maken van onrecht. Dat was volgens Hulsbergen de kern van Jezus’ missie op aarde. En omdat wij Zijn volgelingen zijn, is deze missie nu de onze, volgens hem.
Bij dit alles word je dan geleid door de Heilige Geest, die aanwijzingen geeft door middel van impressies, gevoelens en indrukken, alsmede profetische woorden van anderen. De schrijver heeft een hekel aan theologie, zegt hij, en aan kerkdiensten, preken of alles wat met woorden heeft te maken. Ondertussen heeft hij zelf wel meerdere boeken geschreven die hij aanraadt om te lezen en houdt hij lezingen en podcasts om zijn leer te verkondigen, die hij vanzelfsprekend aanraadt om te luisteren. Maar, zo zegt hij, woorden zijn voor hem onbelangrijk. Het goede nieuws van het evangelie zit volgens hem niet in woorden (dat is maar saaie theorie en dode religie) maar in daden, zoals genezing en bevrijding van demonen. Traditionele kerken zijn volgens hem een vorm van nepchristendom die onder invloed van de antichrist en een liegende geest staan. Deze kerken zitten volgens hem gevangen in regeltjes, discussies, oordeel en angst.
"Traditionele kerken zijn volgens Hulsbergen een vorm van nepchristendom die onder invloed van de antichrist en een liegende geest staan."
De antichrist is de uitvinder van religie. En de antichrist ontkent dat Jezus in het vlees gekomen is, wat hij dan invult als: namelijk dat God in jou woont en jou door Zijn Heilige Geest krachten wil laten doen. Als je dus ontkent of negeert dat God door jou grote krachten wil doen, zoals genezingen en demonen uitwerpen, dan sta je volgens hem onder invloed van de antichrist.
In het boek “Doorbraakgebed” komt dan het idee van een hemelse volksvergadering (de Ekklesia) waar wordt beslist wat er op aarde moet gebeuren. Als christen ben jij daar lid van en mag je dus meepraten. Iedere christen behoort daar zijn of haar plaats in te nemen. Jezus heeft deze Ekklesia opgericht om het recht van de hemel naar de aarde te brengen en zo het werk van de duivel en zijn demonen te stoppen.
Als christen moet je echter, samen met anderen, je zaak goed voorbereiden en deze dan aan God voorleggen, zodat Hij als Rechter hier een vonnis over uit zal spreken en recht zal doen. Het is daarbij belangrijk je zaak goed voor te bereiden voordat je deze aan God voorlegt. Dat verhoogt de kans op een goede uitkomst. (Volgens Henderson kan een zaak die niet goed voorbereid is zich zelfs tegen je keren.)
Hij gebruikt veel Bijbelse termen en haalt allerlei teksten aan uit de Bijbel, waardoor het oppervlakkig gezien wel Bijbels lijkt. En wat die Bijbelteksten zeggen is op zich natuurlijk waar. Maar het probleem is dat ze in een andere context worden geplaatst. Het totaalplaatje klopt niet. Wie goed oplet merkt dat hij op iedere tekst zijn eigen theologie projecteert en de tekst dingen laat zeggen die er helemaal niet staan. Er is sprake van veel inlegkunde.
Ik kan hier niet alles uitdiepen wat hij zegt, maar dit zijn naar wat ik zie enkele van de hoofdzaken van wat hij zegt. Wat nu te zeggen tegen de mensen die dit lezen?
Bij Robert Henderson zijn er zeker gnostische elementen te onderkennen, zoals allerlei verborgen zaken die alleen toegankelijk zijn voor ingewijden met de nodige esoterische kennis. Dit linken aan New Age vind ik dan ook begrijpelijk. In hoeverre dat ook zo is bij Hulsbergen is, is mij niet duidelijk. Het zou kunnen dat hij Henderson hier wat minder in navolgt. Hoe dan ook, ik zou dit in een gesprek met anderen verder niet aankaarten, want dan verzand je al snel in allerlei discussies over in hoeverre dit nu New Age of gnostisch is of niet, discussies die dan waarschijnlijk meer over het naamkaartje gaan dan over de inhoud en daarmee nergens toe leiden. De belangrijke vraag lijkt mij: vinden we wat hier gezegd wordt terug in de Bijbel of niet? Is dit inderdaad wat de Bijbel leert?
Eerst wat het bidden betreft. In Lukas 11 en Mattheüs 6 leert de Heere Jezus zijn discipelen bidden. Daar vinden we niets van dit ‘doorbraakgebed’ in terug. Jezus begint met te zeggen dat we God mogen aanspreken als “Onze Vader”, niet als rechter. Zeker, God is ook de rechtvaardige Rechter (Psalm 7:12, 2 Timotheüs 4:8), en Hij zal recht doen op Zijn tijd, maar dat is niet hoe wij tot Hem komen in gebed. We komen tot Hem als een kind tot de Vader, die Zijn kinderen liefheeft (Lukas 18:7, zie ook Johannes 1:12, Romeinen 8:15 en Galaten 4:5-7).
Vervolgens erkennen we allereerst wie God, onze Vader, is: heilig en almachtig en spreken ook ons verlangen uit dat dit zichtbaar en merkbaar zal worden: “Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.” Dan spreken we onze noden uit, zowel de lichamelijke: “Geef ons elke dag ons dagelijks brood”, als de geestelijke: “Vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.” En dan komen we terug bij wie God is: “Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.”
Een eenvoudig gebed tot onze hemelse Vader. Niet een rechtszaak voor een hemelse Rechter, die grondig voorbereid moet worden, omdat anders de tegenpartij met argumenten zou kunnen komen, waarmee we onze rechtszaak zouden verliezen. Jezus zegt ook: “Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden. Word dan aan hen niet gelijk, want uw Vader weet wat u nodig hebt, voordat u tot Hem bidt.” Dat is bidden, eenvoudig als een kind tot de vader. Natuurlijk mogen we alle onrecht voor God brengen en Hem vragen ons daarvan te verlossen. Maar we hoeven daar geen grondige rechtszaak over voor te bereiden om verhoord te worden. God weet al wat wij bidden voordat wij het hebben gezegd, ook als wij het niet onder woorden kunnen brengen en zelfs als we niet goed weten wat we bidden zullen, want God kent ons en onze harten. Zoals Paulus zegt in Romeinen 8:26.27: “En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit.”
"In geen van de gebeden van Paulus of andere apostelen vind je ook maar iets terug van dit ‘doorbraakgebed’ of van ‘hemels recht’ "
Het enige wat God van ons vraagt in het gebed is te volharden, wat Jezus bijvoorbeeld zegt in Lukas 18: 1-8. Want uit volharding spreekt geloof en vertrouwen, en dat is wat God van ons vraagt (Mattheüs 24:13, Lukas 21:19). Ook Paulus en de andere apostelen leggen veel nadruk op volharding, zowel in geloof (Romeinen 8:25, Kolossenzen 1:11, 1 Thessalonicenzen 1:3, Jakobus 1:2-4) als in gebed (Romeinen 12:12, Efeze 6:18, 1 Timotheüs 5:5). En ditzelfde is terug te vinden in talloze andere verzen in de Bijbel. In geen van de gebeden van Paulus of andere apostelen vind je ook maar iets terug van dit ‘doorbraakgebed’ of van ‘hemels recht’. Nergens wordt een methode genoemd van hoe je bidden moet of dat je je gebed grondig moet voorbereiden om er een goede rechtszaak van te maken die enigszins kans van slagen heeft. De verhoring van ons gebed hangt niet af van hoe goed wij onze zaken onderbouwen en onder woorden brengen, alleen van Gods wil, en van ons hart, of dat gericht is op onze wereldse verlangens (Jakobus 4:2-4) of op Gods wil (1 Johannes 5:14).
Hulsbergen fundeert dit doorbraakgebed en de filosofie er achter grotendeels op het gebed van Hizkia (Jesaja 37: 14-20). Maar alles wat we daar lezen is een eenvoudig gebed, als een kind aan zijn vader, zoals de Heere Jezus ons leert: “Verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.” Dat is de essentie van het gebed van Hizkia. Daar zit helemaal niets van een ‘doorbraakgebed’ in en nog veel minder van de filosofie daar achter.
Dan wat dit ‘extreem normaal’-zijn betreft. Achter dit doorbraakgebed van Hulsbergen zit een denkwijze die je ook vind in dit boek “Extreem normaal”, namelijk dat het er om zou gaan het werk van de vijand (de satan) ongedaan te maken, zodat Gods orde kan worden hersteld. Dit was volgens hem de kern van Jezus’ missie op aarde. En omdat wij Zijn volgelingen zijn, is die missie nu ook de onze. Concreet betekent dat genezingen en het uitdrijven van demonen, alsmede het herstellen van recht. Kortom het terug veroveren van de wereld op de satan.
De vraag hier is ook weer: wat zegt de Bijbel? Ik denk dat een goede vraag hier is: wat kenmerkt de wandel van een christen in de Bijbel? En dat is denk ik heel wat anders. Ik denk dat je het goed kan samenvatten als: geloof, hoop en liefde (1 Korinthe 13:13, 1 Thessalonicenzen 1:3, 1 Thessalonicenzen 5:8).
-Geloof, dat wil zeggen vertrouwen op God en Zijn beloften. Te vertrouwen op de Heere Jezus, dat Hij mijn Zaligmaker is (Mattheüs 1:21, Lukas 2: 10-11, 1 Timotheüs 1:15), dat Hij mijn zonde gedragen heeft (Galaten 1:4), dat Hij mijn schuld op zich genomen heeft. Dat ik door Zijn lijden en sterven verzoend ben met God (Romeinen 3: 23-25) en dat ik me door de Heere Jezus te ontvangen als mijn Verlosser me Zijn kind mag noemen (Johannes 1:12). En dat al Zijn beloften ja en amen zijn (2 Korinthe 1:20).
-Hoop, die uitkijkt naar de toekomst (Kolossenzen 1:5, Kolossenzen 1:27, Titus 1:2, Titus 2:13, Filippenzen 3:20), naar de erfenis die voor ons klaar ligt (Efeze 1:18, Kolossenzen 1:12, Kolossenzen 3:24, Titus 3:7, Hebreeën 9:15, 1 Petrus 1:3-4), naar het eeuwige leven bij God.
-En liefde, tot God en tot onze naaste, tot onze broeders en zusters in het geloof in de Heere Jezus Christus en daarnaast tot alle mensen (Galaten 6:10). Liefde die ook een praktische uitwerking heeft en met daden gepaard gaat en met een veranderde houding naar anderen toe, waarbij we andere dingen voor belangrijk gaan houden en niet langer in de eerste plaats ons eigen belang zoeken maar ook het belang van anderen, en in al deze dingen er naar streven eensgezind te zijn (1 Korinthe 13:4-6, Filippenzen 2:1-4, 1 Thessalonicenzen 5:15), door ons te richten op de dingen die boven zijn, bij Christus en niet die op aarde zijn (Kolossenzen 3: 1-2), welke alleen maar strijd, afgunst en ruzie brengen (Kolossenzen 3:5-17, Jakobus 4:1).
En deze dingen worden als het goed is ook zichtbaar voor anderen (1 Thessalonicenzen 1:7, 1 Petrus 3:15, 1 Petrus 2:9). In zijn brieven aan de gemeenten zien we ook keer op keer hoe Paulus de gemeenten prijst om hun geloof, hoop en liefde, en hen bemoedigt daarin te volharden en verder te groeien (1 Thessalonicenzen 1:2-3, Kolossenzen 1:3-5, Filippenzen 1:9, Efeze 1: 15-18). Hij zegt nergens: ik prijs jullie omdat jullie zoveel demonen hebben uitgedreven, zoveel genezingen hebben gedaan en overal het recht herstellen door middel van ‘doorbraakgebeden’. Paulus roept hen ook niet op zich te openen voor de stem de Heilige Geest en daar naar te leren luisteren voor instructies en leiding. Nee, hij roept hen op te blijven in het gepredikte woord en daar niet van af te wijken (2 Timotheüs 3:14, 1 Korinthe 15:1-2, Galaten 1: 6-8, Filippenzen 4:1 met het voorgaande). Jezus wierp demonen uit en genas mensen. En de apostelen deden dat ook. Maar er is nergens een oproep aan christenen dat ook te doen. Er staat dat deze tekenen “onder” hen werden gedaan (Handelingen 5:12, Handelingen 6:8, Handelingen 15:12, 2 Korinthe 12:12), nergens dat de christenen in de verschillende gemeenten dat zelf ook deden of moesten doen.
Je vindt in deze theologie ook geen spoor van dat het kwaad in onszelf zit en dat wij in onze natuur vijanden van God zijn (Romeinen 3:10-12, Kolossenzen 1:21, Romeinen 5:10). Voor hen komt het kwaad vooral van de satan, niet uit de mens. Maar dat is wat anders dan wat de Bijbel zegt (Mattheüs 15:19, Markus 7:21). Er is dan ook geen spoor van “O God, wees mij, de zondaar, genadig” (Lukas 18:13-14) of van “Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn” (Lukas 23:40-43) of van “wat moet ik doen om zalig te worden” (Handelingen 16:30-31, Handelingen 2:37-38). Geen spoor van eigen onwaardigheid (Mattheüs 8:8, Handelingen 13:25, 1 Korinthe 15:9).
"Je vindt in deze theologie ook geen spoor van dat het kwaad in onszelf zit. Voor hen komt het kwaad vooral van de satan, niet uit de mens."
Kijk altijd naar de hoofdzaken. Stel de vraag: wat zijn de hoofdzaken in de Bijbel? Wat is de essentie van de Bijbelse boodschap? Wat is de boodschap van het evangelie? En vergelijk dat met wat anderen, in dit geval de auteur(s) van deze boeken, tot hoofdzaak maken. Is dat hetzelfde? Of is dat wat anders? En bedenk dat als andere dingen tot hoofdzaak worden gemaakt, daarmee de hoofdzaak tot een bijzaak wordt gemaakt. En daarmee verandert vaak de essentie van de boodschap.
In een gesprek met mensen die deze boeken lezen zou ik ze vragen waarom ze deze boeken willen lezen, wat hen er zo in aantrekt. Goed mogelijk is dat omdat ze denken dat hun bidden zo weinig uithaalt en dat ze hopen in dit boek een manier te vinden om effectiever te kunnen bidden. Maar zoals reeds gezegd is God niet onder de indruk van onze gebedstechnieken, of van een veelheid aan woorden, of van een heldere uiteenzetting met goede argumenten. God vraagt alleen nederigheid, hemelsgezindheid (gericht op de dingen van God, niet op de dingen van de wereld), geloof(svertrouwen) en volharding.
En mogelijk willen ze graag een daadkrachtiger christen zijn en daar hopen ze in dit boek “Extreem normaal, handboek voor helden” daar manieren toe te vinden. Dan zou ik zeggen: de werkelijke geloofshelden vinden we in Hebreeën 11. Wat hen kenmerkt is niet hun grote daden, maar dat ze leefden in geloof, hoop en liefde. Ze waren God gehoorzaam want ze achten Hem betrouwbaar (Hebreeën 11:6). Zij hebben de vervulling van de beloften vanuit de verte gezien en geloofd en begroet en ze hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. Als ze naar het vaderland verlangd hadden waaruit ze weggegaan waren zouden ze de gelegenheid gehad hebben om terug te keren. Maar ze verlangden naar een beter, naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden (Hebreeën 11:13-16). God heeft voor hen en voor ons iets beters voorzien. Blijf in de eenvoud die in Christus is (2 Korinthe 11:3). Geloof, hoop en liefde. IJverig in goede werken (Titus 2:11-14), niet in grote daden.
Daar zou ik op wijzen en over in gesprek gaan. Hoe ziet het gebed in de Bijbel er uit? Wat is de kernboodschap van de Bijbel? Wat is het goede nieuws? En wat kenmerkt het leven van een christen in de Bijbel? En stemt dat overeen met het spoor dat in deze boeken wordt uitgezet of is dat een ander spoor?
Ik hoop en bid dat dit antwoord deze lezers in uw omgeving en anderen helpen zal.
Een hartelijke groet,
Gerard Slurink
Dit artikel is beantwoord door
G. Slurink
- Geboortedatum:12-02-1963
- Kerkelijke gezindte:Reformatorisch
- Woon/standplaats:Lahti, Finland
- Status:Actief

Bijzonderheden:
*Voormalig popmuzikant