Geen hopeloze gevallen voor God
ds. R.W. Mulder | Geen reacties | 09-10-2025| 15:31
Vraag
In Hebreeën 12:17-18 staat er over Ezau dat hij berouw zocht met tranen maar dit niet vond. Nu heb ik meerdere vragen bekeken op Refoweb die hierover gaan, maar sommige zeggen dat Ezau geen bekering meer kon krijgen en anderen zeggen dat Ezau de zegening zocht maar deze niet vond; de Bijbel met kanttekeningen zegt dit ook. Als ik de studiebijbel met de grondtekst en het commentaar erbij haal, staat er inderdaad dat hij zocht om bekering te krijgen maar deze niet kreeg, omdat na opzettelijke zonden en volharding daarin, God de bekering niet meer geeft. Het is dus verwarrend wat er nu echt bedoeld wordt.
Nu maak ik me zorgen. Ik heb lang Gods indrukken en roepstemmen genegeerd. Ik heb er spijt van, ik wilde wel dat ik nog net zo gevoelig was als toen nadat God me duidelijk stil had gezet. Maar het heeft me nooit bij de Heere Jezus gebracht. Vaak had ik geen zin om te zoeken en duwde ik Hem weg. Er is een vijandschap gekomen. Ik vraag me echt af of ik net als Ezau ben: kan ik nog wel bekering krijgen? En ook had ik troost aan Psalm 81:12 en op een moment geloof ik dat God wil en zal geven al wat mij ontbreekt, maar na een paar dagen is dit weg en denk ik: het kan niet meer.
Ook heb ik gedachten als lastering, waarvan Jezus zei dat deze niet vergeven zullen worden en dan twijfel ik of ik deze gedachten echt meen of niet. Ook merk ik bij mezelf dat ik -ik schaam me om dit te moeten zeggen- het anderen niet gun dat ze bekeerd worden. Ik bad ook wel of God deze houding wilde wegnemen.
Ik weet gewoon niet wat ik moet doen. Het voelt alsof het gewoon niet meer kan. Ik heb echt het idee dat ik te ver ben gegaan, dat ik mezelf te verhard en verblind heb, ik kan ook niet roepen om genade. Ik voel me niet net als de tollenaar of als David (Psalm 51) Wil/zal God mij nog horen? Of ben ik net als een Saul of een Ezau?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Een tekst eenduidig uitleggen blijkt soms lastig te zijn. Hoewel ik geen uitvoerig onderzoek heb gedaan naar de betekenis van de tekst kan ik wel enkele hoofdzaken benoemen. Wat betreft Ezau lijkt het mij van belang om te benoemen dat hij de zegen die hij eerst verworpen had alsnog wel graag wilde hebben, maar uit zijn verdere gedrag blijkt geen geestelijke houding. Hij wil immers zijn broer Jacob het liefst doden. Is dat niet veelzeggend? Bij echt berouw betreur je wat jezelf verkeerd hebt gedaan en ga je niet op jacht naar de fouten en gebreken van anderen en al helemaal niet om hen te beschadigen. Je bent immers zelf fout, dwaas en zondig geweest. Je hoopt wel op herstel en verzoening, maar gaat niet iets opeisen, etcetera.
Ten diepste ging het Ezau niet om de kern van de zegen namelijk de Messias, maar om eigen voordeel. Zijn berouw heeft meer het karakter van spijt over de gevolgen dan van verdriet over de zonde zelf.
Je vraag heeft een diepe lading. Hoe ben ik er geestelijk aan toe? Ik kan daar niet een oordeel over geven en dat zul je hopelijk begrijpen. Wel durf ik wat lijnen te trekken waarover je kunt nadenken en bidden.
Iemand die zich zorgen maakt over verharding laat daar mee zien dat hij niet verhard is. Want kenmerkend voor verharding en lastering is dat je je daar juist niet druk om maakt en er eerder met genoegen dan met bezorgdheid over nadenkt. Ik constateer bij jou bezorgdheid op meerdere punten en dat is geen slecht teken. Het feit dat je anderen genade niet gunt, is niet goed. Maar dit betekent nog niet dat je net als Ezau bent. Je hebt wel ontdekt dat je een vijand bent van God en juist voor zulke mensen staat in de Bijbel in Romeinen 5 vers 10: “Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven.”
God laat zondaren zien/weten wie ze zijn, maar Hij toont ook wat Hij met zulke mensen wil en kan doen. Twijfel niet aan de kracht en ruimte van het offer van Christus. Je mag aan God vertellen dat je bang bent dat je op Ezau lijkt en niet op de tollenaar in de tempel, maar ook weet dat Hij vijanden (en dus geen vrienden) met Zichzelf verzoent. Het liefst wil je mooi en geschikt tot God gaan, dus niet met kenmerken van Ezau etcetera, en dat lukt niet. Voor God bestaan geen hopeloze gevallen. Gods vergevingsgezindheid hangt niet af van wat jij daarvan kunt bekijken. Inderdaad: “Doe uw mond wijd open, want Ik zal hem vervullen” is heden/vandaag waar.
Hartelijke groet,
Ds. R. W. Mulder
Dit artikel is beantwoord door
ds. R.W. Mulder
- Geboortedatum:12-05-1975
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Montfoort
- Status:Actief
