AI dateert Dode Zeerollen jaren eerder
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 12-06-2025| 13:47
Vraag
In de NOS-app las ik op 5 juni 2025 het artikel “AI dateert Dode Zeerollen jaren eerder: ‘Het werpt een heel nieuw licht’”. Er staat onder andere in: “Enoch concludeerde daarnaast dat andere fragmenten opgeschreven moeten zijn op het moment dat de oorspronkelijke auteurs van die Bijbelboeken nog leefden. Zo gaan wetenschappers ervan uit dat rond 160 voor Christus de laatste hand werd gelegd aan Daniël, en uit het onderzoek komt een bandbreedte naar voren van tussen 230 en 160 voor Christus. In het geval van Prediker kwam Enoch uit op de derde eeuw voor Christus, precies de tijd waarin een anonieme auteur werkte die deed alsof hij koning Salomon was.”
Wat zijn christelijke perspectieven op dit nieuws? Kan gesteld worden dat de Bijbel(boeken) met Gods leiding geleidelijker zijn ontstaan? Is het een goede ontwikkeling dat we dichterbij de bronteksten kunnen komen, of zitten daar haken en ogen aan?
Antwoord
Vanuit de Rijksuniversiteit Groningen publiceerden onderzoekers, onder leiding van prof. dr. Mladen Popoviç, met behulp van AI en koolstofdatering de datering van de Dode Zeerollen. Het gaat hier om een collectie van 900 handschriften, waarvan 200 kopieën uit de Hebreeuwse Bijbel, die tussen 1947 en 1956 bij nederzetting Qumran, aan de kust van de Dode Zee, gevonden zijn. “Dode Zeerollen ouder dan gedacht” luidt de kop waarmee de onderzoeksgroep haar resultaten naar buiten bracht.
De handschriften dateren uit de periode van de derde eeuw voor Christus tot de verwoesting van de tempel in Jeruzalem in het jaar 70. De onderzoekers gebruikten allerlei methoden, zoals koolstofdatering, handschriftanalyse en kunstmatige intelligentie, voor een nauwkeuriger datering dan tot nu toe mogelijk was. Een belangrijke conclusie is dat heel wat handschriften iets ouder zijn dan gedacht. Het is een zeer grondig uitgevoerd onderzoek.
Het persbericht verbindt hieraan conclusies voor de Bijbelboeken Daniël en Prediker. De geteste handschriften zouden ongeveer uit de tijd van de oorspronkelijke auteurs stammen. De koolstofdatering plaatst het -vermoedelijk- oudste fragment van Daniël (4Q114) in de tweede eeuw voor Christus. Het computermodel Enoch dateert een manuscript van Prediker in de derde eeuw voor Christus.
Die dateringen komen overeen met de opvattingen van de moderne Bijbelwetenschap, die ervan uitgaat dat het boek Daniël in de tweede eeuw voor Christus door de laatste auteur is afgemaakt en dat Prediker geschreven kan zijn door een anonieme auteur in de hellenistische periode, 300 jaar voor Christus.
Daniël
De datering van het boek Daniël is al sinds de Vroege Kerk omstreden. Toen werd door buitenstaanders al beweerd dat het onmogelijk is dat een boek gebeurtenissen van eeuwen later zo gedetailleerd kan voorzeggen. Inmiddels heeft de hoofdstroom van de exegetische wetenschap aanvaard dat Daniël afkomstig is uit de tweede eeuw voor Christus. Nauwkeuriger gezegd: de periode rond 165 voor Christus, de tijd van Antiochus IV Epifanes en de verontreiniging van de tempel in Jeruzalem. De profetieën zouden in werkelijkheid ‘profetieën achteraf’ zijn.
In het boek Daniël is echter de overtuiging dat de God van Israël de toekomst openbaart aan Zijn dienaren fundamenteel.
In de tijd van het Nieuwe Testament schreef Flavius Josephus over het boek Daniël en daaruit blijkt duidelijk dat hij uitgaat van profetieën uit de tijd van Daniël in de ballingschap, ongeveer vier eeuwen eerder dan Antiochus IV.
In Qumran zijn veel handschriften van het boek Daniël gevonden. Het oudste fragment (met Daniël 8-11) is 4Q114, waarvan gedacht werd dat het geschreven is rond 125 of 120 voor Christus. Het is interessant dat de onderzoekers in Groningen tot een eerdere datering komen, namelijk de periode 260-160 voor Christus. Zij trekken hieruit de conclusie dat het manuscript uit de tijd van de schrijver stamt. Daarbij geven zij ook aan dat 4Q114 slordig overgeschreven is en op een ander origineel moet teruggaan.
Hier rijst echter een probleem. Het boek Daniël had groot gezag in onderling rivaliserende groepen. De gemeenschap van Qumran voerde rond 170 voor Christus een eigen kalender in en splitste zich daarmee af van het officiële Jodendom. Een geschrift dat daar ontstond zou nooit in Jeruzalem erkend worden. Daarom is een oudere oorsprong van het boek Daniël veel logischer. Het Groningse onderzoek draagt daaraan bij. Daarbij is een datering enige decennia eerder dan gebruikelijk natuurlijk nog niet hetzelfde als de opvatting dat de inhoud van het boek Daniël afkomstig is van de profeet uit de tijd van de ballingschap. Dat blijft een geloofszaak.
Prediker
De onderzoekers dateren het boek Prediker in de derde eeuw voor Christus. Dit is echter een zeer omstreden standpunt. De dateringen van het boek lopen uiteen van de tiende eeuw (de tijd van Salomo) tot de derde eeuw voor Christus. Laat ik hier slechts één argument noemen. Door het boek heen wordt er telkens van uitgegaan dat het land door een koning bestuurd wordt (bijvoorbeeld Prediker 4:13-15; 9:14) en we vinden ook aanwijzingen over de manieren waarop men om moet gaan met een koning (Prediker 8: 2-4; 10:20). Dit past niet goed in de tijd na de ballingschap, toen Israël geen koning meer had.
Geleidelijk ontstaan
Het onderwerp of Bijbelboeken geleidelijk ontstaan kunnen zijn, en dat latere auteurs aanvullingen hebben gedaan, is complex en vraagt een aparte behandeling. Op basis van het Groningse onderzoek is het niet nodig dit aan te nemen.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief

Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: