Mensen onmisbaar voor God?

Ik ben een vrouw van 24 jaar. Een van mijn vriendinnen stuurde pas een tekst via Whatsapp: “Geloof is mezelf eraan herinneren dat ik voor God onmisbaar ben, ook al heb ik het gevoel dat ik mezelf en iedereen in de weg zit.” Ik werd getriggerd door dat woordje “onmisbaar”. Zijn wij onmisbaar voor God? Ik heb het er met een paar mensen over gehad en zij zeggen (samengevat): ik zou het woord onmisbaar niet gebruiken maar God heeft Zijn Zoon voor ons gegeven, dus Hij vindt ons onmisbaar.

Maar ik raak in verwarring door die woorden. Aan de ene kant denk ik: misschien kan ik niet bevatten hoe veel God van mij houdt en kan ik daarom niet begrijpen hoe mensen ooit onmisbaar kunnen zijn voor God. Maar aan de andere kant vind ik het enorm overtrokken om mensen of mezelf onmisbaar voor God te noemen. Haast een soort klein maken van God. En hoe zit het dan met al die mensen die niet voor God kiezen? Als onmisbare mensen niet voor Hem kiezen zou God toch heel verdrietig moeten zijn?

Ik hoop dat het een beetje een duidelijk verhaal is. Mijn vraag is uiteindelijk: kunnen mensen onmisbaar zijn voor God? En waarom dan wel of niet?
 

Beste vragenstelster,

Je zou kunnen zeggen dat deze vriendin toch wel een andere definitie van geloof hanteert dan de Heidelbergse Catechismus. Ik verwijs gemakshalve maar naar antwoord 21. Daar wordt geloof niet omschreven als een besef onmisbaar te zijn voor God maar als een stellig weten, toestemmen en vertrouwen dat niet alleen anderen maar ook ik vergeving van zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God ontvangen heb. Hier gaat het dus over hoofd en hart, over verstand en wil. Het gaat hier over de vergeving der zonden als de kern van de zaak en het geloof dat ik daarin mag delen door het Borgwerk van Jezus Christus.  Dat er gevraagd wordt naar een “waar” geloof betekent dat er ook heel veel is wat wel de naam geloof draagt maar toch niet het ware, oprechte, zaligmakende, rechtvaardigende geloof is waardoor een zondaar zalig wordt. Als het dus om de vraag gaat wat geloof is zou ik aanbevelen om maar te blijven bij de definitie van zondag 7 van de catechismus.

Wat het onmisbaar zijn voor God betreft het volgende. God wil door mensen gediend worden maar niet omdat Hij dat nodig heeft of zonder ons onvolmaakt zou zijn. Nee, God is de volzalige in Zichzelf en er is geen gebrek in en aan Hem zodat Hij ons niet nodig heeft. Toch wilde God de mens maken en Hij wil ook door mensen gediend worden. Niet alsof wij iets aan de volheid van God toe zouden voegen maar eenvoudig omdat God het wil, er lust in heeft, dat er een volk zal zijn dat Zijn lof vertelt. Daartoe had God de mens geschapen. Nu is de mens door de zondeval een zondaar geworden en hij mist dus het doel waartoe God hem geschapen heeft. Maar door het verkiezend werk van God de Vader, het verlossend werk van God de Zoon en het toepassend werk van God de Heilige Geest (het werk van de herschepping) zal er toch een volk komen dat God eeuwig zal dienen, loven en prijzen. Alweer alleen en uitsluitend omdat God dat wil. En niet omdat wij het verdiend hebben of waardig zijn in onszelf. Je zou in zekere zin kunnen zeggen dat dit volk voor God onmisbaar is. Niet omdat het onmisbaar is in zichzelf maar omdat God niet zonder dit volk wil zijn. 

Nu is dit het evangelie dat God verloren zondaren opzoekt om hen de zaligheid in Christus aan te bieden. Hij zal er Zelf voor zorgen dat dit evangelie geloofd wordt en dat er zullen zijn die tot Jezus komen om in Hem vergeving van zonden en eeuwig leven te vinden. Zij zullen zeker zalig worden. Wie niet gelooft blijft onder de toorn van God en wie daarin volhardt tot het einde zal zeker verloren gaan. 

Het evangelie klinkt ook vandaag nog. Christus vraagt naar ons hart. Hij heeft geen lust in onze dood maar daarin dat we ons bekeren en leven. Mag ik eens vragen: wat doe jij met deze welmenende, ernstige, indringende nodiging van de Heere Jezus Christus? Ben jij al als een verloren zondaar tot Hem gekomen om door Hem gered te worden? Dan is de vraag niet meer of ik onmisbaar ben voor Hem maar dan is Hij onmisbaar geworden voor mij. Want buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Maar alles aan Hem is gans begeerlijk. Ja, zegt het geloof: Zulk Eén is mijn Liefste!

Je ds. A. Kot

Dit artikel is beantwoord door

Ds. A. Kot

• Geboortedatum:
  25-12-1966
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Huizen
• Status:
  Actief

79 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven