Vraag
Paulus zegt ergens: “Niet ik leef meer, maar Christus in mij.” Dus Paulus is Christus geworden? Zo niet, wat wordt er dan bedoeld met dat gelovigen onderdeel zijn van het lichaam van Christus?
Antwoord
Dank voor je vraag. Goed dat je zo oplettend Bijbelleest. De woorden dit je citeert komen uit Galaten 2:20. Best een lastig Bijbelgedeelte. Paulus gebruikt hier het onderscheid tussen de oude mens en de nieuwe mens.
De oude mens, dat is wie je bent vóórdat je tot verandering komt en gaat geloven in de Heere Jezus Christus. Dan ben je slaaf van de zonde en vijand van God. Wanneer je wederom geboren bent en gelooft in de Heere Jezus Christus, dan ben je een nieuw mens geworden. Dan ben je slaaf van Christus (Romeinen 1:1). Dan ben je naar ziel en lichaam het eigendom van Jezus Christus (Heidelbergse Catechismus, vraag en antwoord 1). Je leeft mét Christus en vóór Christus. Christus woont als het ware in je hart.
Paulus zegt dus in deze tekst uit Galaten 2:20: Nu ik door het geloof aan Christus verbonden ben, is mijn oude ik (de oude mens) gestorven. Vanaf nu ben ik een nieuw mens. Mijn nieuwe ‘ik’ hoort bij Christus. Christus woont in mijn hart en Hij bepaalt wie ik ben en hoe ik leef.
Paulus zegt hier: Nu Christus in mijn hart woont, ben ik een nieuw mens. Ik heb nog wel te strijden tegen mijn oude mens, die graag zonde doet (Romeinen 7:19-26), maar ondanks die strijd ben ik toch helemaal het eigendom van Christus. Mijn hart is van Hem en straks zal ik eeuwig bij Hem zijn.
Ds. S. T. Lagendijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. S.T. Lagendijk
