Vraag
Van jongs af aan heb ik vaak gehoord dat we God moeten vragen of Hij ons wil bekeren. Is dit niet onbijbels? Ik lees namelijk maar één keer in de bijbel dat iemand vraagt of God hem wil bekeren. Dat is Jeremia, een gelovig man, die het vraagt voor zijn volk.
Antwoord
Er is over bekering veel te zeggen. Bijvoorbeeld: hoe verhouden wedergeboorte en bekering zich tot elkaar? En hoe geloof en bekering? Van de wedergeboorte kunnen we zeggen dat deze een werk is van de Heilige Geest, Die ons hart opent voor God, Zijn Woord en wil. En die ons verstand verlicht, zodat we verstaan wat God mij persoonlijk te zeggen heeft in Zijn Woord. En die mijn wil verandert, zodat ik ga willen wat God wil. De wedergeboorte is geen onbereikbare zaak, al is ze een gave van God. Immers, ook dat nieuwe werk van de Heilige Geest wordt door de Heere beloofd. Ik denk bijvoorbeeld aan wat er in Ezechiël 36:22-27 staat. "Ik zal u een nieuw hart geven en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u... En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u", zegt de HEERE tegen Israël.
Let op dat: Ik zal... Dat is een beloftewoord, dat de HEERE waarmaakt. Nu kun je zeggen: dat gold voor Israël toen. Maar dan denk ik aan wat de Heere Jezus in Lukas 11 zegt. Hij leert daar Zijn discipelen bidden. En dan zegt Hij in vers 9: "Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden". Let weer op dat woordje "zal". Jezus roept op om te bidden, te zoeken en te kloppen. En dan belooft Hij dat de Heere daar antwoord op zal geven. Uiteindelijk spitst de Heere Jezus dat in vers 13 toe op de gave van de Heilige Geest. "Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen, die Hem bidden?".
Nu is de gave en het wederbarende werk van de Heilige Geest nauw verbonden aan het luisteren naar Gods Woord en de oproep van God doormiddel van de prediking. In zijn 1e brief, hoofdstuk 1: 23 schrijft Petrus aan zijn lezers: "Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God". En in vers 23 zegt hij: "En dit is het Woord, dat onder u verkondigd is". Waarom ik dit allemaal zeg? Omdat bekering vrucht is van de wedergeboorte, evenals trouwens het geloof. Geloof en bekering gaan hand in hand. Geloven is je aan God in Christus toevertrouwen, steunend op Zijn belofte. Je geef je van harte over aan Hem, Die je genadig tot Zich roept in het Evangelie van de Heere Jezus Christus en Die het met je meent. Wie zo gelooft, bekeert zich tegelijk. Als je je aan God overgeeft, wordt je ook uit de macht van de zonde losgemaakt. Je keert je van de zonden af en je richt je op God met de toewijding van je hart en inzet van je krachten.
Nu is ook die bekering een gave van de Heere. Vandaar het gebed van het afkerige volk Israël in Jeremia 31: 18: "Heere, bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn". Dat vers kan trouwens ook vertaald worden met: 'Heere, bekeer mij, dan zal ik mij bekeren. Je vindt dit gebed trouwens ook in Klaagliederen 5: 21 als gemeenschappelijk gebed. Eigenlijk gaat het hier ook om dezelfde gave van de Heilige Geest, waar ik hierboven over sprak. Immers, met de Heilige Geest krijg je alles wat voor je behoud, voor een leven met en voor de Heere nodig hebt.
Maar er meer van bekering te zeggen. Immers, honderden keren wordt er in de Bijbel opgeroepen om zich te bekeren. En die oproepen moeten we ook serieus nemen. Iemand schreef terecht: "God schakelt de mens ook in bij het werk der bekering. Hoe die verhouding precies is tussen het werk van God en de wijze waarop Hij door de kracht van Zijn genade daarbij ook de mens inschakelt, zal wel nooit iemand ter wereld ooit kunnen oplossen... Als je in de bepaalde zonde leeft en de Heere roept je doormiddel van de prediking tot inkeer en ommekeer, dan moet je maar niet piekeren over de vraag of je dat wel of niet kunt, maar dan moet je de Heere daarin nodig hebben en doen wat Hij zegt. Achteraf zul je toch altijd belijden dat het Gods genade was, die je er de kracht voor gaf'. Je kunt in dit verband denken aan de geraakte man uit Markus 2. Daar wordt het woord bekering weliswaar niet gebruikt en toch kun je er uit leren hoe het bij de bekering toegaat. Daar zegt Jezus tegen een verlamde man, die zich niet kan roeren of bewegen: "Sta op, en neem uw beddeke op en ga heen naar uw huis". En toen heeft die man niet gezegd of gedacht: Ik blijf maar stil liggen, want ik ben verlamd en kan geen vin verroeren. Nee, hij zal gedacht hebben: Als de Heere het zegt, dan moet ik dat doen en dan zal ik het kunnen, omdat Hij het zegt en wil. En dan lees je in vers 12: "En terstond stond hij op...".
In de roep van God, van Christus, zit zoveel kracht, dat zelfs doden opstaan en gaan leven. Ook geestelijk doden. En je gaat je afwenden van de zonden en de afgoden en je heen wenden naar de levende God. En je krijgt Zijn wil lief en wilt Hem gehoorzamen en dienen. Je krijgt ook berouw over je zonden en beijdt die aan de Heere als schuld. En je gelooft dat de Heere een ontfermend en graag vergevend God is. Lees Jesaja 55 maar eens en vooral de verzen 6 en 7. Bekering is trouwens ook geen kwestie van één moment. Je kunt nooit zeggen: Nu ben ik bekeerd in de zin van: ik ben afbekeerd. Bekering is geen afgeronde zaak. Een christen blijft zolang hij leeft ook een zondaar en struikelt in velen. Je leven lang moet je de strijd voeren tegen de zonde in je leven en toenemen in een leven van heiliging, van hartelijke gehoorzaamheid aan Gods geboden. De Catechismus noemt dat in Zondag 33: afsterven van de oude mensen en opstaan van de nieuwe mens. En dat alles vanuit de liefde tot God, omdat je bent gaan zien dat Hij je eerst heeft liefgehad. Kijk maar naar de Heere Jezus Christus. Want een wonder, wat een genadige God. Zou je Hem dan niet met hart en ziel willen eren, dienen en gehoorzamen?
Ik hoop dat je iets met dit antwoord kunt doen. Wil je er meer van weten, dan raad ik je aan het prachtige boekje te kopen van ds. C. G. Vreugdenhil met de titel: "Bekering, ook voor jou?".
Ds. G. van de Groep
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. van de Groep
- Geboortedatum:07-04-1944
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Heerde
- Status:Inactief
