Voedt het oud vertrouwen weder

Wat betekent “voedt het oud vertrouwen weder, zoek in ‘s Hoogsten lof uw lust?” Hoe moet je zoiets doen in je leven?

Bij de vraag moeten we allereerst beseffen dat het om een berijming gaat van Psalm 42:3 en 7. Onberijmd gaat het om Psalm 42 vers 6 en 12. Mooi is dat de dichter zichzelf zowel in de berijmde als in de onberijmde psalm moed inspreekt. Hij spreekt tot zichzelf en montert zichzelf als het ware op. Ondertussen doet hij het allerminst op een goedkope manier. Hij doet het op de enige en allerbeste beste wijze  die maar denkbaar is, namelijk door te zeggen: “Hoop op God.” Hij krikt zichzelf niet op, maar roept zichzelf op om op de Heere te vertrouwen.

In de berijmde tekst komt dit prachtig aan de orde in de woorden die de vraagsteller aanhaalt, namelijk: “voed het oud vertrouwen weder, zoek in 's Hoogsten lof Uw lust.” Deze berijmde woorden geven onnavolgbaar goed weer op welke wijze het geloof functioneert. De dichter heeft het enorm moeilijk. Golven gaan over hem heen, vijanden onderdrukken hem, God heeft hem vergeten. Overigens heeft hij vroeger betere tijden gekend in het geloof. Toen ging hij op naar Gods huis, toen was er vreugdegezang en lof. Ondertussen beoefent hij in vers negen tegelijk vertrouwen op God , als hij zegt: “Maar de Heere zal des daags zijn goedertierenheid gebieden en des nachts zal zijn lied bij mij zijn, het gebed tot de God mijns levens.”
 
Ditzelfde vertrouwen is er ook in wat de vraagsteller aan de orde stelt. De dichter roept zichzelf toe dat hij niet moet terugvallen in triest ongeloof, waarin hij al maar met zichzelf bezig is en zichzelf met zijn problemen in het middelpunt plaatst. Het moet anders. God moet bij hem weer in het middelpunt komen. Daar heeft God recht op. Vooral: dat is tot eer van God. Je zou kunnen zeggen dat de dichter zichzelf  in geestelijke zin een draai om de oren geeft, omdat hij beseft hoe goddeloos en Godonterend ongeloof is. Het roer moet dus om. Zoals hij vroeger op God hoopte, moet hij dat nu weer blijven doen. Zoals hij vroeger God ging loven en prijzen, moet hij dat nu weer oppakken. Zijn gerichtheid op eigen problemen moet veranderen in gerichtheid op God. Zijn ingekromd-zijn in zichzelf moet gaan veranderen in zielsontplooiing naar God toe. Zodat hij weer geheel open naar God toe door het leven gaat. Niets verbergt hij nog langer voor God. Want hij vertrouwt dat God zal helpen, zoals Hij dat in het verleden al zo vaak heeft gedaan.

De woorden die de vraagsteller aan de orde stelt doen denken aan Psalm 119: 25 namelijk: “Gedenk aan 't woord gesproken tot Uw knecht, waarop Gij mij verwachting hebt gegeven.” Vroeger gaf God kracht via zijn beloften, moge Hij dat nu weer gaan doen. Oude schrijvers noemen dit wel de  oefeningen van het geloof. Ze bedoelen er mee dat het geloof al maar op de beloften van God teruggrijpt om steun en kracht te ontvangen, met name op die beloften waarmee de Heere in het verleden heeft ondersteund. Dat helpt ons altijd over al onze dode punten heen, zodat we het in de strijd van het geloof weer zien zitten en nieuwe kracht ontvangen. Vertrouwen op God dus. En dat is vertrouwen dat het nergens meer kan vinden dan bij God alleen. We verliezen alles buiten God en buiten Jezus en houden de Heere alleen over. Dat betekent dat dit vertrouwen een zaak is van sterven aan ons zondige ik. Dit vertrouwen heeft daarom ook met ootmoed te maken, waarin we hoogmoed ver van ons wegwerpen. Vertrouwen ligt zo dicht bij bekering. We keren de zonde en deze boze wereld de rug toe en wenden ons geheel tot God.

De vraagsteller vraagt: “Hoe moet je zoiets doen doen in je leven, namelijk het oud vertrouwen voeden en in 's Hoogsten lof onze lust zoeken?” Laat ik afrondend antwoorden met te verwijzen  naar de gelijkenis van de talenten. Het is niet de bedoeling dat we het talent van Gods beloften dat God ons gaf, in een zweetdoek stoppen en het werkeloos laten liggen. Het is daarentegen de bedoeling dat we er heilig werkzaam mee zullen zijn . Met name geldt dit van beloften waar God ons in het verleden houvast in heeft gegeven. In dit alles wijst God ons de koninklijke weg van het beoefenen van geloof waarin Hij aan zijn eer komt en waarin wij door Hem geholpen worden.
  
Ds. R. H. Kieskamp

Dit artikel is beantwoord door

Ds. R.H. Kieskamp

• Geboortedatum:
  11-11-1935
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Lienden
• Status:
  Inactief

63 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven