Vraag
Vorig jaar gaf ik me aan Jezus over. Ik was helemaal blij. Kort daarna zakte ik in, ik stuurde zelfs mijn vriendin het bericht dat ik niet wist of God bestaat. Daarna kwam m'n geloof weer langzaam terug. Nu, na zo'n vier jaar ben ik er achter gekomen dat ik onbekeerd ben. Het was een tijdgeloof. Nu ben ik koud, somber, dood en heb een hart van beton. Ik weet dat ik Jezus nodig heb, maar durf me niet meer over te geven. Zodra ik ga bidden, huichel ik. Ik meen het allemaal niet. Ik bid en lees eigenlijk niet echt meer. In de kerk slaap ik, terwijl ik ooit aandachtig heb zitten luisteren. Ik weet wel dat ik Jezus nodig heb, maar durf niet naar Hem toe te gaan. Verder geloof ik ook niet dat ik nog bekeerd kan worden. Ik las Hebreeën 6: 4-6. Kan deze vraag door een CGK- of een HHK-predikant beantwoord worden?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je schrijft dat je je eerst aan Jezus had overgegeven, maar dat het nu allemaal inbeelding en tijdgeloof lijkt. Wat moet je nu?
Je vraag roept eigenlijk twee dingen bij me op. Allereerst is het mogelijk dat er van een tijdgeloof sprake is geweest, een kortstondig, heftig enthousiasme dat toch het ware geloof niet was. Denk aan wat we in Matth. 13 lezen over het zaad dat op de steenachtige plaatsen gezaaid werd. Anderzijds zou het ook mogelijk kunnen zijn dat je de Heere werkelijk hebt leren kennen, en dat er nu van een geestelijke inzinking sprake is. Het is sowieso vaak moeilijk te zeggen welk van beide er aan de orde, maar dat is nog eens extra moeilijk via het internet.
Toch denk ik dat ik op één punt wel een bepaalde weg kan wijzen. Het valt me op dat je veel schrijft over je eigen beleving, over wat je zelf hebt gedaan ("ik gaf me aan Jezus over") en over je eigen inzet ("ik meen het niet allemaal niet"). Zou het kunnen zijn dat je teveel gericht bent op wat je zelf doet, wat je zelf aanneemt en wat je zelf beleeft? Dan kan het zijn dat als je gevoel positief is, je denkt dat het geestelijk ook allemaal goed is, terwijl als je gevoel omslaat, alles weg is. Dat zou inderdaad kunnen passen bij een vorm van tijdgeloof.
Maar belangrijker dan die vraag, is de vraag: wat is hier aan te doen? Het belangrijkste lijkt mij dat je het niet langer van je eigen inspanningen en je eigen gevoel verwacht, maar van de Heere Jezus Christus alleen. Je schrijft dat je je niet meer dúrft over te geven. Kun je het dan nog wel? Of kom je er hoe langer hoe meer achter dat je van jezelf helemaal niet kúnt geloven zoals de Heere dat van je vraagt? Dat zou een middel in Gods hand kunnen zijn om je te leren om het niet van jezelf te verwachten, maar van de Heere alleen.
Zolang de genadetijd duurt, is er nog bekering mogelijk. En juist als je beseft dat je het niet hebt verdiend, ben je welkom!
Met vriendelijke groet,
Ds. A. Huijgen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Huijgen
- Geboortedatum:16-11-1978
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Genemuiden-Zwartsluis
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Markus 2:17 Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.
Waarom zou je niet durven, Hij roept je, dat staat er!!
Ongehoorzaam zijn aan Zijn roepen, dat zou je niet moeten durven...
En waarom zou jij niet bekeerd kunnen worden?
Als je met je onbekeerlijk hart naar Jezus gaat zul je merken dat het waar is wat er in Hand.5:31 staat: Deze Jezus heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël bekering te GEVEN en vergeving van zonden.
Geloof en bekering, allereerst opdracht maar tegelijk ook Zijn gave.
Blessings
Daar hou ik aan vast. Altijd
Of er iets verkeerd met je is? Er is ontzettend veel verkeerd met je, meer dan je beseft. Daarom heeft God zijn Zoon gestuurd en daarom is Jezus voor jou aan het kruis genageld. Kijk niet naar jezelf, naar je gevoelens, naar je beleving, naar je verleden. Kijk naar Jezus Christius aan het kruis. Jezus zei "En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage." (Joh 6:40). Geloof op Jezus, vertrouw op Hem, kijk niet naar jezelf. Door hem is het voorhangsel gescheurd en hebben we vrije toegang tot God de Vader. "Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd." (Hebr 4:16).
Geloof dat wat Jezus zegt en bidt tot Hem dat Hij je meer geloof mag geven. Zoals de vader met het kind met de stomme geest zei tegen Jezus (Marc 9:24) "Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp."