Meneer voorzichtig in Refoland
Sjon Benjan | 12 reacties | 04-11-2013 | 15:01
In Refoland wonen meneer voorzichtig en meneer vrijmoedig. De eigenaar van Refoland woont heel ver weg en heeft zijn zoon aangesteld als landvoogd. Ook heeft hij hem alle bevoegheid, autoriteit en kunde geschonken om het land goed te regeren. Meneer voorzichtig is uitermate behoedzaam als het gaat over het noemen van de naam van de zoon: “Je hebt niet met hem op school gezeten!” De naam van de eigenaar wordt dan nog wel genoemd, maar dan wel met gepaste afstand. Denken dat de eigenaar en zijn zoon je zouden kennen is aanmatigend en ongepast. “Wie denk je wel dat je bent!”
Meneer vrijmoedig heeft met deze gedachte erg veel moeite. Want elke dag stuurt de eigenaar hem een mail met liefdevolle teksten, waarin hij zegt van de inwoners van het land te houden. En hij wijst ze bovendien op zijn liefdevolle zoon. Luister naar hem, doe wat hij zegt en het zal heel goed met jullie gaan, want hij weet alles! En hij wil ook niets liever dan heel goed voor jullie zorgen. Zo klinken ondermeer de teksten die in de mail staan. Meneer vrijmoedig gelooft dat en kan niet begrijpen dat er zovelen in Refoland zijn die hetzelde denken als meneer voorzichtig.
Meneer vrijmoedig spreekt hier regelmatig over met meneer voorzichtig. Hij is zo vervuld van deze blijde boodschap, dat hij het telkens weer wil vertellen: wat hebben wij een geweldige eigenaar! Ook spreekt hij vaak met de andere bewoners van Refoland, maar... die zitten niet te wachten op zijn getuigenis. Ze noemen hem vrijpostig en zeggen “wat brutaal om zo te praten over de eigenaar en zijn zoon. En dan net doen alsof je ze kent.” Het verweer van meneer vrijmoedig heeft geen enkel nut, ondanks het feit dat hij de dagelijkse nieuwsbrieven voorleest. “Je hebt deze berichten wel in je bezit”, zegt meneer voorzichtig, “maar ze zijn niet voor jou persoonlijk. Want dan komen de eigenaar en zijn zoon wel persoonlijk langs en vertellen je in een één-op-één gesprek dat je zo over hen mag spreken en dat hij van jou en de inwoners van Refoland houdt. Zo gaat het en niet anders.”
“Maar”, reageert meneer vrijmoedig, “dat zegt hij toch al in zijn mails? Zijn mails zijn toch geen leugens?” Je moet namelijk weten dat de eigenaar en zijn zoon alles kunnen, behalve liegen. En dat gelooft wel iedereen in Refoland!
Regelmatig is meneer vrijmoedig verdrietig. Zoveel liefde van de eigenaar en zijn zoon, maar zijn onderdanen geloven het niet.
Wat meneer vrijmoedig ook zeer doet is dit: zoveel onderdanen van Refoland zijn de laatste jaren meneer voorzichtig gaan volgen in zijn gedachtegoed. Het ligt ze wel, dit voorzichtige. Kun je mooi afstand houden en blijft alles oud en vertrouwd. Heeft het ook geen gevolgen voor je innerlijk. En zo langzamerhand is de invloed van meneer voorzichtig overal merkbaar. In de krant, bij het schoolbestuur, in de onderlinge samenkomsten, in de politiek, in de kerk. Overal komen er meer en meer meneren voorzichtig en drukken ze hun stempel op alles en iedereen in Refoland. Met als gevolg? Er wordt minder en minder gesproken over de geweldig zoon van de eigenaar. Het virus van meneer voorzichtig doet zijn werk. Tergend langzaam, maar uitermate doeltreffend.
Zo was het vroeger ook, roepen ze naar meneer vrijmoedig en proberen hem daarmee de mond te snoeren. Maar als meneer vrijmoedig dan weer eens iets leest over vroegere tijden, dan constateert hij juist het tegenovergestelde. Wat werd er vroeger schitterend en ruimhartig over de eigenaar en zijn zoon geschreven. Had ik maar in die tijd geleefd, denkt hij wel eens. Hij begrijpt dan ook niet waarom de voorzichtigen zo vaak verwijzen naar deze oude vrijmoedigen!? Zouden ze hen misschien niet goed begrijpen, of zelfs stiekum helemaal niet lezen?
“Je hebt jezelf ‘iets’ aangepraat en je verleidt de boel”, is regelmatig het verwijt dat meneer vrijmoedig naar zijn hoofd geslingerd krijgt. “Je kunt geen echte onderdaan van Refoland zijn, anders zou je wel denken en spreken als wij.” Ook meneer vrijmoedig merkt dat er innerlijk aan hem wordt getrokken en gaat soms twijfelen aan de liefde van de eigenaar en zijn zoon. Maar hij wil en kan zijn vrijmoedigheid niet weggooien. Na het lezen van iedere mail gaat hij weer bemoedigd door.
En de jeugd van Refoland, hoe denken zij er over? Voor de meeste van hen is het enorm verwarrend. Want zit er niet in beide visies een kern van waarheid? En hoe weet je nu wie er gelijk heeft? Ze proeven onderlinge liefde, maar de standpunten liggen ver uit elkaar. En dat zorgt vaak voor verwijdering. “Tja, maar veel mail lezen”, zou meneer vrijmoedig zeggen, “en de boeken van de oude vrijmoedigen.”
Deo Volente zaterdagavond 9 november is er een avond in Goes over refoland. Ben je ook zo benieuwd wie er daar het voor het zeggen krijgt. Meneer voorzichtig of meneer vrijmoedig, of allebei? Je komt er vanzelf achter als je er ook bij bent. Welkom.
Ik kan het verhaal helemaal toepassen op mezelf.
En allicht kunnen we er wat van leren?!