Vraag
In Mattheüs 23:35 staat (Statenvertaling): “Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten is op de aarde, van het bloed des rechtvaardigen Abels af, tot op het bloed van Zacharia, den zoon van Barachia, welken gij gedood hebt tussen den tempel en het altaar.” In de parallelgeschiedenis van Lukas 11:51 wordt slechts Zacharia genoemd (zonder zoon van).
Bovenstaande lijkt te verwijzen naar 2 Kronieken 24:20-21 (ten tijde van koning Joas:) “En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten. En zij maakten een verbintenis tegen hem, en stenigden hem met stenen door het gebod des konings, in het voorhof van het huis des HEEREN.”
Er komt ook een Zacharia zoon van Berechja (Barachia?) voor in Zacharia 1, maar dat gaat over de profeet Zacharia die leefde na de Babylonische ballingschap. Dient “zoon van Barachia” niet “zoon van Jojada” te zijn in Mattheüs 23?
Antwoord
Beste vragensteller,
Uitleggers hebben zich al vaak gebogen over de vraag wie hier nu precies bedoeld wordt. De gebruikte bijnaam “zoon van Barachia” roept inderdaad vragen op.
De eerste vraag die beantwoord moet worden is: over welke Zacharias heeft de Heere Jezus het hier? Zoals je zelf al schrijft is het meest waarschijnlijk dat bedoeld wordt de Zacharias die in 2 Kronieken 24:20-21 wordt genoemd. Deze is inderdaad in het voorhof, tussen het altaar en de tempel gedood. Van de profeet Zacharias is hiervoor geen enkele aanwijzing. Er is nog een reden waarom Jezus deze Zacharias zal bedoelen en niet de profeet. Je moet daarbij bedenken dat de volgorde van de Bijbelboeken in de Joodse Bijbel anders is dan bij ons. Het eerste Bijbelboek is Genesis, maar het laatste is 2 Kronieken. Als je dan gaat lezen dan is de eerste moord die je tegenkomt die van Abel in Genesis 4 en de laatste moord die van Zacharia in 2 Kronieken 24. Jezus noemt dus de eerste en de laatste moord in de Bijbel en zegt dat de Heere rekenschap zal eisen van de eerste tot de laatste keer dat er onschuldig bloed is vergoten.
De volgende vraag is dan waarom deze Zacharias in het evangelie naar Mattheüs “de zoon van Barachia” wordt genoemd, terwijl 2 Kronieken hem “de zoon van Jojada” noemt. Hier zijn verschillende verklaringen voor gegeven:
1. De evangelieschrijver Mattheüs heeft zich gewoon vergist en de twee namen verwisseld;
2. Een latere overschrijver heeft de naam van Barachia toegevoegd in Mattheüs en zich daarbij vergist;
3. Barachia is een andere naam voor Jojada, dezelfde persoon is dus bedoeld;
4. Jojada was de opa van Zacharias en Barachia de vader. “Zoon van...” in het Oude Testament kan ook kleinzoon betekenen.
Het is lastig om met zekerheid te zeggen welke verklaring juist is. Opvallend genoeg houdt Calvijn de eerste optie open en zegt dat Mattheüs zich misschien vergist heeft. Als we geloven dat de Bijbel geen fouten of vergissingen bevat, dan lijkt dit toch lastig. Het meest waarschijnlijk is volgens Calvijn de derde optie. Hij wijst dan op de betekenis van de naam Barachia wat “een gezegende betekent.” Deze vader van Zacharias had ‘gewoon’ twee namen. Dit lijkt toch wel het meest waarschijnlijk.
Hoe het ook zij, voor de hoorders van de Heere Jezus was in ieder geval (pijnlijk) duidelijk wie Hij bedoelde. De Heere Jezus wijst op een bloedrode lijn door heel de Bijbel waarin vele rechtvaardige dienaren van God gedood werden (zie ook de gelijkenis van de boze wijngaardeniers in Mattheüs 21 vers 33-41). Jezus waarschuwt de Farizeeën dat ze op het punt staan die lijn te vervolgen door zelfs Gods eigen Zoon, de Heere Jezus te doden. Dan zal het bloed van de Rechtvaardige en de Gezegende vloeien.
Ds. G. K. Terreehorst
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.K. Terreehorst
- Geboortedatum:23-05-1986
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
