Twijfelen...zelfs aan Gods Woord
H. J. Nijsink | 1 reactie | 09-12-2025| 15:13
Vraag
Met enige schroom stel ik deze vraag en weet ik niet zo goed waar te beginnen. Ik ben christelijk opgevoed (in de Gereformeerde Gemeenten) en sinds mijn pubertijd veel bezig geweest met het geloof. Zo mocht ik vaak bemoedigd en getroost worden door de Gods Woord en had ik het verlangen om de Heere te volgen. Ik ben sinds een aantal jaren lid van een andere gemeente en mocht daar ook veel geestelijk voedsel ontvangen. Ik heb daar ook deelgenomen aan het Heilig Avondmaal. De afgelopen jaren ben ik vaak heen en weer geslingerd en leefde ik tussen hoop en vrees. De ene keer ervoer ik die zekerheid in God, de andere keer was het zo weer weg. En nu… nu lijkt het alsof mijn hart zo hard is en kan ik niet meer geloven. Die zekerheid van het geloof heb ik niet en denk ik bij mijzelf: is het dan allemaal niet echt geweest? Ik twijfel zoveel en zélfs aan Gods Woord. Ik wil dit niet, maar op die gedachten betrap ik mijzelf vaak. Ik denk te klein van God en graaf veel in mijzelf.
Vragen als: heb ik genoeg geloof?; is mijn geloof wel oprecht?; of is alleen het offer van de Heere Jezus wel genoeg?, komen geregeld in mij op. Ook denk ik vaak dat ik een speciale tekst moet krijgen voor bevestiging en schrijf ik min of meer de weg voor die God met mij moet gaan. Verstandelijk weet ik heel goed dat ik niet naar mijzelf moet kijken en dat ik het van God moet verwachten, maar zelfs dat lijkt onmogelijk. Ik ben zo ongelovig en God lijkt zo ver weg. Ik twijfel zelfs aan Hem.
Als ik naar anderen kijk zie ik veel Godsvrucht. Daar verlang ik ook naar, om die vaste grond, diepe vrede en zekerheid te vinden. Zelf ben ik bang dat het voor mij onmogelijk is geworden. Ik ontvang graag raad van een broeder wat ik met al deze gedachten en geloofsonzekerheid kan doen.
De actualiteit verandert. De Bron niet.
Zie je ook iedere dag een stroom aan nieuws voorbijkomen? Het RD zet je aan het denken en geeft inzicht met nieuws en achtergronden in Bijbels perspectief. We duiden de actualiteit vanuit een onveranderlijke Bron. Ontdek nu één week gratis...
Antwoord
Beste broeder,
Helaas is jouw vraag veel te lang bij mij blijven liggen. Toch wil ik er graag op ingaan. Je ontvangt graag raad van een broeder over wat je met jouw gedachten en geloofsonzekerheid kan doen. Die zin blijft bij mij hangen. Want, inderdaad: in deze dingen heb je ook elkaar nodig en ben je als christenen ook aan elkaar gegeven. Ik denk, eerlijk gezegd, dat we dit te weinig uitspreken en dat we ook te weinig open en kwetsbaar durven delen waar we zelf mee worstelen. Je ziet om je heen dat mensen gelovig zijn en je ziet “veel Godsvrucht.” Tegelijk kun je je afvragen of deze broeders en zusters innerlijk soms ook niet door dezelfde strijd en vragen gaan als die jij noemt. Wij zien de buitenkant van mensen en denken dan dat zij altijd standvastige, gelovige christenen zijn.
De Bijbel, en vooral de Psalmen, laten ons in het hart van Gods kinderen kijken. In de Psalmen lees je soms vragen en zelfs aanklachten aan God die wij zo niet zouden uiten. Ik zou daar veel voorbeelden van kunnen noemen.
Een paar dingen wil ik je graag als raad aanreiken. De belangrijkste raad staat achteraan.
In de eerste plaats: trek niet te snel in twijfel wat er in je leven is gebeurd. Daar moeten we voorzichtig in zijn. Je kunt toch niet ontkennen dat God aan jou trok en nog trekt? Je kunt toch niet ontkennen dat je uitziet naar geestelijk voedsel en dat je ernaar verlangt met God verzoend te zijn?
"We hebben levend geloof nodig. De laatste ontmoeting met de Heere Jezus is de beste verzekering van het geloof!"
In de tweede plaats denk ik dat elke gelovige twijfel kent, zelfs aan het bestaan van God. Voorbeelden daarvan zou ik je kunnen geven. Ik herken dit zelf ook. Juist tijdens mijn studie theologie werd er soms flink aan de fundamenten geschud, waardoor soms de vraag naar boven kwam en nog komt: is het allemaal toch niet slechts een illusie?
In de derde plaats wil ik je de raad geven om je iets minder druk te maken over jezelf. Graaf wat minder in jezelf. Je leest, bijvoorbeeld in Psalm 103, dat David zijn eigen ziel toespreekt. Ook in Psalm 42 en 43 lees je dat: “Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God.” Spreek jezelf toe dat je angsten ongegrond zijn. Het is niet onmogelijk voor je! Sterker nog, het bloed van Jezus Christus is overvloedig genoeg voor iedere zondaar. Als wij maar zondaars zijn; en zelfs als je dat niet altijd voelt, doet dat niets af aan de waarheid dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken.
In de vierde plaats, en dat houdt verband met het bovenstaande, kan het geloof inderdaad voor een tijd doven. Ik denk dat veel oprechte gelovigen deze perioden kennen. De dagelijkse omgang met het Woord, de ontmoeting met de Heere in het gebed, de woorden van het Evangelie die in je diep raakten; het lijkt allemaal zo ver weg. Ik herken dat. Wat hebben we dan nodig? Paulus zegt: “Ontwaakt gij die slaapt en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten.” Dit zegt hij niet tegen ongelovigen, maar tegen de gelovigen van de gemeente. We hebben bekering nodig. We moeten niet in onszelf graven, maar we moeten eerlijk langsgaan in ons leven of er belemmeringen zijn. Ik ken je niet, maar het kan zijn dat er zonde in je leven is; iets waarop je naast de Heere je vertrouwen stelt. We hebben levend geloof nodig. De laatste ontmoeting met de Heere Jezus is de beste verzekering van het geloof!
In de vijfde plaats wil ik ook een relativering aanbrengen. Toen ik mijn vrouw pas leerde kennen was ik totaal verliefd op haar. Dat gevoel heb ik niet kunnen vasthouden, maar nu ik al zestien jaar met haar getrouwd ben, heb ik haar heel veel meer lief dan toen. Als je pas verkering hebt dan wil je de liefde voelen en als je het niet meer voelt, dan zoek je er weer naar. Ik denk dat dit ook geldt voor het geloof en de omgang met de Heere Jezus Christus. Waar rust uiteindelijk het geloof op? Op ons gevoel? Dat is niet goed. Geloof is geen gevoel. Tegelijk doet het gevoel natuurlijk wel mee, maar de kennis van het geloof en het vertrouwen van het geloof (zie Heidelbergse catechismus, Zondag 7) rusten op Gods woorden, in het bijzonder de beloften die God in Zijn Woord tot ons spreekt.
“Er is niemand noch in de hemel, noch op de aarde, onder de schepselen, die ons liever heeft dan Jezus Christus.”
Je verlangde raad van een broeder. Ik heb enkele gedachten aangereikt, maar dat is maar gebrekkig. Ik wil je wijzen op onze oudste Broeder, Jezus Christus. Hij kan je echt helpen. Dat bedoel ik niet goedkoop. In Artikel 26 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt Guido de Brès: “Er is niemand noch in de hemel, noch op de aarde, onder de schepselen, die ons liever heeft dan Jezus Christus.” Je kunt en mag twijfelen aan jouw geloof, maar twijfel toch niet aan deze woorden. In Jesaja wordt Jezus als de Messias belooft en krijgt Hij onder andere de naam “Raad”.
Jezus weet wat in de mens is. Hij kent je door en door. Hij ontrafelde de gedachten van Nicodemus. Hij ontmaskerde de kritische houding van Nathanaël en Hij brak het ongeloof van Thomas. Er is een prachtig, oud boekje van dr. J. H. Bavinck met de titel “Jezus als Zielzorger”. Geliefde broeder, ik beveel je aan bij deze Zielzorger. Richt je blik af van jezelf, richt je op het Woord van de Heere. Bid met de woorden van Paulus dat “alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God”, en alle gedachte gevangengenomen wordt tot de gehoorzaamheid van Christus (2 Korinthe 10:5).
Wil je hierover doorpraten, dat kan. Mijn gegevens zijn bij de redactie bekend.
H. J. Nijsink
Dit artikel is beantwoord door
H. J. Nijsink
- Geboortedatum:17-04-1985
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Utrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Docent godsdienst en geschiedenis





