Mistig rond het kruis
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 03-09-2025| 10:00
Vraag
Ik zit mezelf in de weg, merk ik. God wil wel, maar ik niet. Ik zit de hele dag te piekeren over hoe ik die onwil de baas kan zijn, maar ik kan het niet. Het zit in mijn eigen boze hart. Ik probeer door die onwil heen nog steeds op het Kruis te kijken, maar het lijkt wel alsof het mistig is en er daardoor geen goed zicht is op het kruis.
Ik ben opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten en heb daar een verwrongen Godsbeeld van gekregen en ik merk dat dat ook echt niet mee helpt. Ook ben ik hoog gevoelig, dus blijf ik er de hele dag over nadenken hoe ik zalig word door deze onwil en piekergedachten heen. Vooral in deze tijd waarin er zoveel gebeurt voel ik de noodzaak om verzoend te worden met God door Christus’ bloed, want ik kan zo niet sterven omdat ik Hem niet lief heb.
Ook vergelijk ik mezelf met mijn vrienden die wel vrede met God mogen hebben. Ik ben daar zo jaloers op. En dit alles heb ik al honderd keer voor God in het gebed neergelegd, maar ik blijf maar piekeren. Toch merk ik door die onwil en vijandschap heen die in mijn hart heerst dat ik de Heere Jezus zo nodig heb om mij hier doorheen te trekken, want alleen Hij kan dat. In de Bijbel staat dat je mag geloven dat als je je zonden belijdt, je er zeker van mag zijn dat je vergeven bent (even in mijn eigen woorden). Waarom wil ik dit niet aannemen?
Soms denk ik: je lijkt wel een farizeeër. Zij waren ook onwillig. Mijn ziel is zo onrustig. Het evangelie hoort een blijde boodschap te zijn. Waarom word ik er niet blij van, maar zo onrustig.
Ik weet dat dit een wirwar van gedachten en vragen is en hoop dat u me een beetje kan volgen. Graag antwoord door een dominee uit de PKN.
Een 18-jarig meisje.
Antwoord
Het is goed dat je een vraag stelt over waar je mee zit. Ik begrijp dat je veel piekert en maar niet verder komt in je gedachten.
Wat is piekeren? Het is dat je langdurig nadenkt over iets, zonder tot een oplossing te komen. Je blijft maar rondtollen in je eigen gedachten. Verschillende keren komt naar voren dat je onwillig bent. Waarschijnlijk heb je dat regelmatig gehoord. Op zich is daar niets mis mee. Het is namelijk Bijbels. We zijn zo diep gevallen waardoor ook onze wil bedorven is. Dat is begonnen in het paradijs, waar Adam en Eva zelf als God wilden wezen en zich van God afkeerden. Nu probeer je die onwil de baas te worden, schrijf je. Maar dat lukt niet. Je vindt dat moeilijk, merk ik. Je loopt steeds weer aan tegen onwil en vijandschap. Wat nu?
Als iemand onder het volk Israël gezondigd had moest hij naar de tabernakel of de tempel komen met een offerdier en daar bij de priester zijn zonden belijden. Hij moest daarna zijn hand op de kop van het dier leggen, om zo als het ware zijn zonden op het dier te leggen. Daarna werd het dier geofferd en werd met het bloed verzoening gedaan. Zo moest de priester verzoening doen en -dan staat er- het zal hem vergeven worden (Leviticus 4).
"Als je toch weer gaat piekeren en het maar moeilijk kunt geloven dat je zonden vergeven zijn, bid dan maar: Heere ik geloof, maar kom mijn ongelovigheid te hulp."
In het Nieuwe Testament is de boodschap van het belijden van de zonden nog duidelijker aanwezig. Als wij onze zonden belijden is Hij is getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven en te reinigen van alle ongerechtigheid (1 Johannes 1:9). In de doop betuigt en verzegelt God ons de afwassing der zonden door het bloed van Christus. Zo mag je met al je zonden tot de Heere gaan en ze voor Hem neerleggen. Hij doet onze zonden zo ver van ons weg als het oosten verwijderd is van het westen (Psalm 103:21). Hij vergeeft de zonden, nu niet meer omdat er een dier geslacht wordt, maar om het offer dat de Heere Jezus aan het kruis gebracht heeft. Je mag, bij wijze van spreken, je hand op Hem leggen en geloven dat de Heere je zonden vergeeft.
En als je toch weer gaat piekeren en het maar moeilijk kunt geloven, bid dan maar: Heere ik geloof, maar kom mijn ongelovigheid te hulp. God is trouw en doet wat Hij belooft. Blijf niet steeds op jezelf zien, maar richt je op de Heere Jezus. Zijn bloed reinigt van alle zonde.
Ondertussen zul je wel merken dat het niet gedaan is met het verkeerde in je hart. Steeds weer opnieuw kan ongeloof en onwil de kop opsteken. Steeds weer opnieuw heb je te kampen met zondige verlangens. Dat heeft ook Paulus ervaren. Hij zegt in Romeinen 7: als ik het goede wil, dan ligt het kwade mij nabij. En bij sombere gedachten en piekeren: pak je Bijbel en lees bijvoorbeeld een psalm en ga in gebed tot de Heere Jezus. Hij is om onze overtredingen verwond en om onze ongerechtigheid verbrijzeld, de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem (Jesaja 53).
Ds. W. G. Hulsman
Lees ook: 'Ongeloof en aanvechting'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief

Bijzonderheden:
Emeritus