Vaccinatie meningokokken

Onze dochter heeft een oproep gekregen voor de vaccinatie voor die nieuwe vorm van meningokokken. We hebben haar toen ze klein was wel alle vaccinaties gegeven die er waren van het vaccinatieprogramma. Alleen de laatste niet voor baarmoederhalskanker. Echter rijst nu de vraag wat we moeten doen met deze nieuwe vorm van meningokokken. Als je het krijgt is de kans op overlijden groot. Maar de kans dat ze het krijgt is (nog) niet zo groot.

De vloeistof die ingespoten wordt lijkt ons ook niet echt gezond. Vroeger dachten we er minder over na en deden we het gewoon. En ook de vraag omtrent Gods voorzienigheid speelt wel mee. We weten er niet zo goed raad mee. Kunt u ons er iets over meegeven? Ik snap dat u geen pasklaar antwoord kunt geven. Een ieder is tenslotte in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Maar een beetje een leidraad zouden we wel fijn vinden.

De vraag rond vaccinaties is een heel oude. Wanneer er geen principiële argumenten een rol spelen (dat vaccineren op gespannen voet zou staan met geloof in Gods voorzienigheid) dan gaat het vooral om medische argumenten.

De vraag is dan vooral hoe de risico’s van een vaccinatie zich verhouden tot de winst die door de vaccinatie kan worden behaald. Bij hersenvliesontsteking gaat het om een ziekte waaraan ieder jaar in Nederland (jonge) mensen overlijden, door de vaccinatie kan de kans daarop sterk worden terug gebracht. Maar de vaccinatie kan wel degelijk bijwerkingen hebben. Dat geldt natuurlijk ook voor de vaccinaties die we al ‘gewend’ zijn te geven/nemen. Bij de Gezondheidsraad en het RIVM zitten knappe koppen, die advies hebben gegeven over te gaan tot opneming van deze vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma. Zij vinden de voordelen dus groter dan de nadelen. Zij doen dat niet zo maar, soms komt er een advies dit niet te doen.

Ik kan het niet narekenen, maar ik heb vertrouwen in deze organisaties wanneer zij zeggen dat de te verwachten winst dusdanig is dat het zinvol is over te gaan tot het aanbieden van een vaccinatie voor iedereen.

Drs. N. Wolswinkel