Ziekte van Pfeiffer

In het voorjaar was ik ontzettend moe. 'k Ben toen blijven werken. Het weekend en mijn vrije woensdagen stonden in 't teken van slapen en rustig aan doen. Dit heb ik kunnen volhouden tot de zomervakantie. Deze vakantie heb ik ook veel geslapen en weinig gedaan. Na vijf weken vakantie ben ik opnieuw naar de dokter gegaan; 'k bleef moe. Zij kon niets vinden. Er vond toen een bloedonderzoek plaats. Er werden sporen van de ziekte van Pfeiffer gevonden. Voor mij viel toen het kwartje; dat was de boosdoener. Na zes weken vakantie ging het werken niet super, maar het was te doen wanneer ik op tijd naar huis ging. De derde week ben ik een dagje thuis gebleven; 'k moest bijslapen. Nu na vijf weken word ik ietwat bang. Zal het overgaan? Wanneer ben ik de oude? De moeheid neemt nu weer toe. Kan de ziekte van Pfeiffer zo'n nasleep hebben?

Van de ziekte van Pfeiffer is bekend dat het in een klein percentage lang klachten kan geven. Tegelijkertijd is de uitslag “sporen van Pfeiffer” niet helemaal duidelijk, dat kan verschillende dingen betekenen: een recente Pfeiffer, een oude Pfeiffer (van jaren her), een Pfeiffer van wat recentere aard. Kortom: het is goed om met de huisarts de precieze uitslag te bespreken. Pas dan kan helder worden of het redelijk en logisch is de klachten te duiden als behorend bij Pfeiffer.

Wanneer de huisarts de uitslagen zo duidt, dan behoor je tot de kleine groep pechvogels. Een belangrijke valkuil is echter dat moeheid vele oorzaken heeft, dat er uitlokkende en onderhoudende factoren zijn. Soms is Pfeiffer de uitlokker, maar worden klachten door andere zaken onderhouden. Kortom: voor een goede beoordeling van de vraag is je huisarts de beste vraagbaak.

Drs. N. Wolswinkel