Vraag
Wat is de sikkel des heiligdoms? Numeri 7:13.
Antwoord
Beste vrienden,
In het verband van Numeri 7 wordt eerst over de offergaven bij de inwijding van de tabernakel gesproken. Je kunt niet alleen spreken over deze sikkel, maar je moet die gaven zien in verband met de andere gaven. Het lijkt een zeer eentonig hoofdstuk, terwijl de Heere juist bedoelt dat al die gaven, als een eis van de Heere, tot een levende zaak worden gemaakt.
Dit hoofdstuk Numeri 7 is na Psalm 119 het langste Bijbelhoofdstuk. Psalm 119 is een bijzondere Psalm, maar ook Numeri 7 een zeer bijzonder hoofdstuk. De liefdeseis mag steeds opnieuw bij elke stam genoemd worden, als een gezegende zang die in alle toonaarden herhaald mag worden door de verschillende stamhoofden van de twaalf stammen. Er worden andere geschenken genoemd, die de twaalf stamvorsten namens de stammen persoonlijk brachten bij de inwijding van de tabernakel (vers 1-9) en daarna die zij namens hun eigen stam aanboden bij de inwijding van het altaar (vers 10-88). Iedere vorst bracht zijn gaven op een afzonderlijke dag. Met precies dezelfde woorden wordt twaalfmaal dezelfde opsomming gegeven.
Dat klinkt misschien wel eentonig, maar voor het oude Oosten had dit toch iets feestelijks. De Heere wil juist in de herhaling van al de gaven tonen dat het de bedoeling is dat Zijn dienst en Naam verheerlijkt worden. Zo wordt dus ook gesproken over "de sikkel van het heiligdom" of "de heilige sikkel". De beste verklaring is m.i. die van dr. A. H. Edelkoord in de Bijbel met aantekeningen. Hij verwijst naar Numeri 3:47, waar hij in een aantekening op datzelfde Bijbelboek aangeeft: "Dit is een zeer bijzondere sikkel. De gewone sikkel bedroeg 14.55 gram zilver, (één gouden sikkel was 15 van deze zilveren sikkels), maar deze handelssikkel was in het heiligdom verboden. Daar gold alleen de volwaardige sikkel van 16.37 gram goud of 216 gram zilver."
Dit is zo de letterlijke verklaring, maar belangrijker is eigenlijk de toepassing: de Heere wil dat de dienst des Heeren voor ons een liefdedienst is die niet verdriet. Daarom wordt zoveel aandacht besteed aan de gaven van de twaalf stammen door de stamvorsten. Iedere stam bracht een gelijk deel. Opvallend is dat steeds in die 89 verzen van Numeri 7 afzonderlijk beschreven wordt welke gaven er voor de tabernakel bestemd zijn. Alle stammen brengen gelijke delen, nadat de tabernakel door de Bezaleël en Aholiab opgebouwd is volgens het bevel tot de tabernakelbouw, zoals het model van de HEERE Zelf door Mozes gegeven was.
De Israëlieten hebben hun bijdragen gegeven in ruime mate (Exodus 36:5). Al was die gezindheid er niet van nature, maar het ging erom dat de Heere het waard is om vereerd te worden. Zo was dit een leerproces. De Heere had dit toch nu in het hart gewerkt, ondanks alle dingen die in de woestijn verkeerd gingen, zoals de verering van het gouden kalf. Daarom werden de stammen onder dit liefdesgebod gesteld. Dat had de Heere dus gewerkt in het hart. Zo werd door alle stammen op gelijke wijze veel aandacht aan de gaven besteed.
Het betekent dat ook het geld dat wij geven voor de dienst des Heeren heilig geld is. We moeten daarom met grote precisie ook onze gaven geven aan de dienst des HEEREN. Dat betekent niet zomaar een fooitje voor de kerk geven, maar wel het beste dat we hebben. We mogen niet geld dat we verkeerd ontvangen aan de dienst des Heeren geven. Geven is niet een vrijblijvende zaak, maar een heilige zaak. Zoals van alle elementen in de eredienst, geldt voor kerkgangers en voorgangers: "Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal"?
Israël mocht geen eigenwillige of eigenmachtige invulling maken van de eredienst. Daarom werd de "sikkel van het heiligdom" ook apart benoemd. Want we geven alles uit Gods hand aan de Heere weer terug dat we al ontvangen hebben. Daarom is geven echt geven uit de hand des Heeren Zelf.
Er wordt dus gesproken over "de sikkel van het heiligdom" omdat die gaven staan onder het heilig gebod Gods. Trouwens in heel de dienst des Heeren gaat het om wat God gebiedt, moet in de eredienst. Dat geldt ook nu in de gemeente van Christus van alle onderdelen in de eredienst. Prediking, liturgie en dienst der offeranden staan allen, zo is al geboden aan Mozes, onder het gebod Gods, tegelijk als een liefdedienst die niet verdriet. Daarom vraagt deze ene term "sikkel van het heiligdom" een bredere uitleg binnen het geheel van Numeri. De gaven, genoemd in Numeri 7, vragen om een bredere uitleg en toepassing. Ik zou je daarom willen aanraden om van de prachtige Bijbelstudies, die wijlen ds. P. den Butter geschreven heeft "Het evangelie van Mozes" (uitgave den Hertog) aan te schaffen. In die studie worden heldere lijnen getrokken naar het Nieuwe Testament en een duidelijke toepassing gegeven voor christelijke gemeente voor deze tijd.
Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
