Eten in het paradijs

Waarom moesten Adam en Eva vóór de zondeval eten, hoewel zij onsterfelijk waren? Je eet om te leven en sterft als je niet eet.

Beste vraagsteller,

Hartelijk bedankt voor de vraag. Op veel vragen die we hebben, biedt de Bijbel geen eenduidig en duidelijk antwoord. De Bijbel is namelijk geschreven met als doel dat jij en ik zullen geloven. Dat is ook goed om te realiseren wanneer we zo onze vragen hebben. Brengt me deze vraag dichter bij de zaligheid of niet? Is dit een ethische vraag, waarbij ik meerdere gedeelten uit het Woord nodig heb om tot een antwoord(poging) te komen. Daarbij hebben we ons ook te realiseren dat wij vragen stellen ná de zondeval. Dat is ongetwijfeld een open deur, maar wel belangrijk om te realiseren. Voor ons nú is het zo dat wij eten moeten om te overleven. Daarnaast mogen we ervan genieten. Voor Adam en Eva lag dat veel meer andersom. Puntsgewijs zal ik een aantal zaken voor het voetlicht brengen:

1. Als we kijken hoe de schepping volmaakt prachtig gemaakt is. Er helemaal op gericht dat de mens het pronkjuweel ervan zou zijn en blijven. Dan zien we dat de HEERE God de vruchten van de bomen gegeven heeft om ervan te genieten. Genietend van de gave in de schepping en daarmee van hun Schepper! Overigens, dat zal in het hemelse Paradijs ook weer gebeuren. Als we in Openbaring lezen dat er elke maand vruchtbomen vrucht dragen. 

2. Voor het genieten uit, is er nog een ander aspect: de HEERE God heeft het Adam en Eva voorgehouden dat ze mochten eten van de vruchten. Waarom zouden ze zo’n suggestie naast zich neerleggen? Daarin eren zij hun Schepper. Trouwens, daar doen we vandaag nog steeds goed aan. Opdrachten van God de HEERE geven ons de plicht én het recht om tot Hem te gaan. Dit geldt de ‘gewone dagelijkse’ zaken en evenzeer de geestelijke zaken.

3. Om het eeuwige leven te behouden heeft de HEERE zelfs geboden om te eten van de boom van en voor het leven (boom des levens, levensboom). Die boom zorgde er middelijkerwijs voor dat de mens (eeuwig) zou blijven leven. Daarom moest de toegang tot het Paradijs ook afgesloten worden. Anders zouden Adam en Eva eeuwig in hun zondige, weliswaar geredde (!), bestaan blijven voortleven.

Zo zie je dat zelfs het eten in het Paradijs meer omvat dan op het eerste gezicht gedacht. Ook wijst het ons de richting van de zaligheid: zoals Adam en Eva het bevel van de HEERE kregen om te eten, zo krijgen wij het bevel om ons te bekeren. Er is geen meerdere blijdschap voor God de HEERE dat u, jij en ik die opdracht gehoorzamen en met Hem leven, om dan zalig dit leven te mogen en te kunnen verlaten. Hetzij door onze dood, hetzij in een ogenblik, wanneer de Mensenzoon terugkomt op de wolken van de hemel.

Hartelijke groeten,
Ds. W. F. ’t Hart

Dit artikel is beantwoord door

Ds. W. F. 't Hart

• Geboortedatum:
  16-08-1990
• Kerkelijke gezindte:
  Hersteld Hervormd
• Woon/standplaats:
  Zwartebroek-Terschuur-Voorthuizen
• Status:
  Actief

30 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven