Huwelijken door God samengevoegd

“Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.” Hoe moet ik dit zien? Zijn alle huwelijken door God samengevoegd? Stel nou dat beide partijen ongelovig waren toen ze trouwden, of dat soort dingen? Dan is deze zin toch niet van toepassing omdat God dan hen niet samengevoegd heeft? Of heeft God hen dan alsnog (al waren ze ongelovig) samengevoegd?

Je vraag is of alle huwelijken door God zijn samengevoegd en je vraagt je af of ongelovige huwelijkspartners ook door God zijn samengebracht. Onder deze vraag hoor ik een andere vraag: In hoeverre leidt God de levens van ongelovige mensen? Bemoeit Hij zich met mensen die zich niet met Hem bemoeien? 

Over dit laatste is de Bijbel duidelijk: God is een God van de gehele aarde. Hij heeft zeggenschap over ieder mensenleven. Hij heeft ieder mens naar Zijn beeld geschapen en daarom is Hij niet alleen geïnteresseerd maar ook nauw betrokken op ieders leven, van wie dan ook. Zijn Woord heeft niet alleen zeggenschap over gelovige, maar ook over ongelovige mensen!

Als de Heere ieder mensenleven leidt, dan is Hij het ook die mensen samenbrengt zodat ze tot een huwelijk komen. En Hij wil dat zij zich houden aan de instelling die bij de schepping van de mens gegeven is: “Een mens zal zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aankleven, en die twee zullen tot één vlees zijn.” Aan deze woorden voegt de Heere Jezus toe: “Wat God samengevoegd heeft scheide de mens niet” (Markus 10:6-9, Mattheüs 19:4-5). Hij verwijst hiermee naar een scheppingsinstelling, die geldt voor de mensheid als geheel en een altijddurende waarde heeft. 

Daar moet echter nog wel iets bij gezegd worden. De woorden van de Heere Jezus staan namelijk in een bepaalde context. Nadat de Farizeeën Jezus hebben gevraagd of het is toegestaan te scheiden “om allerlei oorzaak”, antwoordt Jezus door te verwijzen naar de schepping. God heeft de mens gemaakt als man en vrouw; en aan dat gegeven, zegt Jezus, wordt de huwelijksinstelling verbonden.  
Vervolgens zegt de Heere Jezus niet “wie God heeft samengevoegd,” maar “wat [enkelvoud] God heeft samengevoegd.” Jezus verwijst dus niet naar de personen die in het huwelijk treden (zoals je vraag veronderstelt), maar naar de huwelijksband zelf; die is door God samengevoegd en daarmee onverbreekbaar (wat natuurlijk niet wegneemt dat God ook de personen samenbrengt). Die huwelijksband wordt echter wel verbonden aan het gegeven dat God de mens gemaakt heeft als man en vrouw. Het is dan ook alleen zo’n huwelijk, tussen één man en één vrouw, dat voor God als huwelijk geldt. 

Waar mensen, als man en vrouw, in het huwelijk treden, zegt Jezus, gaan ze een band aan die door God zelf is samengevoegd: Ze worden tot één vlees. Die band is zó sterk, dat ze niet gescheiden kan worden, behalve door dat ene vlees kapot te scheuren. En wat de verwoestende gevolgen dáárvan zijn, dat ervaren zowel gelovige als ongelovige mensen.

J. de Wit

Dit artikel is beantwoord door

J. de Wit

• Geboortedatum:
  14-06-1989
• Kerkelijke gezindte:
  Hersteld Hervormd
• Woon/standplaats:
  Berkenwoude
• Status:
  Actief

7 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven