Fusie CGK met HHK
Ds. A.K. Wallet | Geen reacties | 16-09-2020| 07:56
Vraag
Aan een CGK-predikant. De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn ontstaan omdat onze vaderen niet meer in de Hervormde kerk konden blijven. De Hervormde kerk is inmiddels opgegaan in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De Hersteld Hervormde Kerk (HHK) zegt de oude Hervormde lijn te willen voortzetten. De HHK lijkt een geestelijk gezond kerkverband. Welke redenen zijn er nog om als CGK niet te fuseren met de HHK?
Antwoord
Beste vrager, je vraag is niet nieuw. Er zijn al meerdere vragen over gesteld en beantwoord in de rubrieken van Refoweb. Lezenswaardig om op te zoeken, maar inderdaad vooral door HHK-predikanten beantwoord.
Je schrijft dat in 1834, dat wat later de CGK is geworden, uit de Hervormde kerk gegaan is, maar dat was oorspronkelijk niet het geval. Ds. De Cock werd verhinderd langer in de Hervormde Kerk het Woord te bedienen. Dus zeggen wij dat we er uitgezet zijn. Maar dat even terzijde.
Er is kanselruil tussen de CGK en de HHK. Ik vind dat zeer verblijdend. Zelf mag ik in een aantal gemeenten van de HHK voorgaan en met genoegen. Wat de prediking betreft die in de HHK overwegend gebracht wordt, kan ik me helemaal vinden. Wat mij betreft mag de fusie tot stand komen, al zal dat op korte termijn nog niet zo eenvoudig zijn. Maar wel is het geestelijk als we in eensgezindheid samen mogen optrekken.
Er zijn geen wezenlijke verschillen -wat de geloofszaken betreft- tot vereniging. Maar het is als met een huwelijk, je trouwt niet na een paar weken van verkering. Zaken die gevoelig liggen zijn bijvoorbeeld de theologische opleiding: Apeldoorn-Amsterdam. De breedte van het verbond: mogen ouders die geen belijdenis gedaan hebben hun kinderen wel laten dopen?
Maar het moet wel een zaak van gebed zijn. Moge de Heere het geven, al zal het dan wel een bepaald deel van de CGK zijn die de fusie begeren. Anderen voelen zich dichter bij de Vrijgemaakten staan. Vooral nu de kwestie van de vrouw in het ambt speelt, is dit een zeer gevoelig onderwerp binnen onze kerken.
De eenheid van Gods kerk moet ons ter harte gaan, maar dan wel die eenheid waarom Christus bidt in Johannes 17: “Opdat zij één zijn, gelijk Gij Vader in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn.” Het gaat dus om een eenheid die opkomt uit het geloof, zoals die ook verwoord wordt in onze belijdenisgeschriften. God van de hemel doe het ons gelukken.
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus