Vraag
Romeinen 14:23 zou ik graag nader uitgelegd willen krijgen. Want betekent dit ook alle andere dingen, die men doet uit twijfel? Zoals ik twijfel of ik wel met mijn vriendin verder mag of zelfs moet? Of wanneer ik niet zeker ben of ik wel thuis ben in mijn kerk? Of wanneer ik moet kiezen tussen twee dingen en twijfel wel of ze goed zijn? Het gaat mij met name om mijn vriendin. Maar ik wil wel duidelijk maken dat ik vaak twijfel of iets goed is of niet... En twijfel is niet goed, weet ik. Maar dat komt, denk ik, ook mede door de vele 'religies' van deze tijd. Wat mag wel en wat niet? Daar twijfel ik steeds over.
Antwoord
Beste jongere,
Er spelen enkele dingen door elkaar heen in de vraag. Ik denk, dat het spreken over "die twijfelt" een aanknopingspunt is met betrekking tot allerlei twijfels, die in je leven. Het eigenlijke onderwerp, waarover Paulus spreekt is het eten van bepaalde dingen. Mag een christen nu alles eten, of mag hij niet alles eten. Vlees werd in de tijd van de Romeinen op markten verkocht. Dat was doorgaans eerst gewijd aan een of andere afgod. Gewijd vlees. Mag een christen daarvan eten? De één, die sterk is zei, wat maakt dat nu toch uit. Dat vlees is gewoon vlees en dat eten wij. De ander, die zwak is, heeft daarmee moeite, want ja, het is toch allereerst aan een afgod gewijd. Dat kan toch niet? Wanneer nu een sterke in het geloof van zulk vlees eet en een zwakke in het geloof ziet dat en daardoor zo van slag raakt, dan wordt de sterke geroepen om zijn zwakke medebroeder niet aan het twijfelen te brengen en geen aanstoot te geven en het eten van zulk vlees na te laten. Wie immers twijfelt of hij met zulk eten wel goed zou doen, en het toch doet, die is het zonde. Alle gedrag, waarover men in zijn geweten geen rust heeft of God het wel goedkeurt, moet worden beschouwd als zonde. Het gaat bij de woorden "die twijfelt" dus niet om twijfel aan de waarheid van het heerlijk evangelie van Jezus Christus. Evenals het bij "geloof" niet gaat om het geloof in de Heere Jezus Christus. Het gaat hier veel meer om gewetensrust, ergens zeker van zijn, dat het goed is in Gods ogen.
Ik neem aan, dat jij je niet zozeer druk maakt om wat je eten mag of wat je niet eten mag. Of je bloedworst mag eten of dat je het beperken moet tot leverworst. Je schrijft: "Het gaat mij met name om mijn vriendin." Daar ben ik eigenlijk vreselijk benieuwd naar, hoe je dat nu toch bedoelt. Is het een vriendin, met wie je over de Heere en Zijn Woord kunt praten? Gaan jullie samen naar de kerk? Bidden jullie wel samen? Dan hoef je toch niet te twijfelen of je met haar door mag gaan ja of nee.
Is zij een meisje, dat helemaal niets van de Heere moet hebben, dan heb je met haar niet door te gaan. Jij schrijft ook: "Zoals ik twijfel of ik wel met mijn vriendin verder mag of zelfs moet?" Zijn jullie dan al in de omgang met elkaar te ver gegaan en gemeenschap gehad? Dan ben je in feite toch reeds man en vrouw. Feitelijk mag je haar dan niet meer verlaten.
Het zijn allerlei gedachten, die de vraag bij mij oproept. Voor jou is de veelheid aan religies ook een reden tot twijfel. Dat raakt weer iets heel anders. Want dan gaat het niet over eten of drinken. Dan gaat het niet over verkering hebben. Dan gaat het om de waarheid van het christelijke geloof. Is dat er één tussen vele, of is toch de christelijke religie uniek. Ik kan je alleen maar zeggen, dat deze uniek is. Het is er niet één tussen vele, maar de ene, die door de Heere Zelf is gegeven op de aarde. De God van de Bijbel is zo uniek. Hij is zo uniek in Zijn handelen. Welke andere godsdienst kent de ontferming van God, dat Hij er alles voor over had, Zijn eigen en enige Zoon, om zondaren te redden? Hij is de enige die afdaalt in onze ellende en daaruit verlost, zonder dat Hij allerlei eisen stelt, wat wij toch wel eerst moeten doen. Nee, Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.
Dat de band met deze Zaligmaker, deze heerlijke God en Heere, jouw leven mag beheersen. Dan kunnen er nog wel vragen zijn over allerlei zaken. Maar de vraag, die je dan heel na aan het hart ligt, is of het tot eer van God is, of het Hem welbehagelijk is. "Want het Koninkrijk van God is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid, en vrede en blijdschap door de Heilige Geest. Want die Christus in deze dingen dient is Gode welbehagelijk en aangenaam de mensen." Dat schrijft Paulus in Romeinen 14:17 en 18.
Putten, ds. Joh. Post
Dit artikel is beantwoord door
Ds. Joh. Post
- Geboortedatum:27-12-1955
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
