Vraag
Even nog een reactie op het laatste antwoord van ds. Liefting. U geeft in uw beantwoording de volgende reactie:
"Het is echter een andere zaak als het om zaken en meningen gaat. We mogen op zich wel een onbijbelse leer veroordelen. Als het maar vanuit bewogenheid en liefde en eerlijkheid gebeurt. Maar wat de evangelischen betreft, we kunnen niet zomaar zeggen dat zij een onbijbelse leer aanhangen. En zeker kunnen we hen niet zomaar het etiket “synagoge des satans” opplakken. Het ligt veel genuanceerder.”
Echter ik bedoel in mij vraagstelling dit precies andersom, d.w.z. wij als reformatorische kerken hebben ons oordeel heel snel klaar over anderen die we "Evangelischen" noemen. Wij als reformatorischen oordelen, en misschien wel op een vergelijkbare manier als de Joden in de genoemde tekst over de christenen oordeelden. De joden werden door Johannes veroordeeld tot een "kerk des satans", een keihard oordeel door de apostel der liefde. Mijn vraag was dan ook gericht op ons als reformatorischen, zijn wij met al ons "snelle commentaar" naar alles wat maar niet reformatorisch is, niet net zoals de joden van die tijd? Vandaar dat ik ook huiver bij de conclusie die daaraan verbonden is, want dan zegt Johannes in dat geval richting ons, dat onze reformatorisch kerk “een kerk des satans is”, dit omdat wij ons oordeel veel te snel klaar hebben.
Antwoord
Jezus noemt hen geen “synagoge des satans” omdat zij oordeelden over de christenen. Maar omdat ze de zaligheid uit de werken der wet leerden. Dus niet zozeer vanwege hun oordeel, maar vanwege hun leer. Uiteraard hebben we de ernstige waarschuwing van Jezus wel ter harte te nemen. Want stel dat we naast ons oordelen er ook nog eens een onzuivere leer op zouden nahouden, we zouden hetzelfde oordeel zomaar over ons kunnen afroepen!
Ds. H. Liefting, Delft
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Liefting
- Geboortedatum:21-02-1952
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Gouda
- Status:Actief
Bijzonderheden:
In 2017 met emeritaat.
