Vraag
In de jaren 50 en 60 zijn er best wel wat CGK-gemeenten overgegaan naar de Oud Gereformeerde Gemeenten/Ger. Gem.: Veenwouden, Doorn, Leersum, Urk, Huizen, Nieuwleusen, Puttershoek, Drachten, Arnhem. Kunt u iets vertellen over de motivatie van deze gemeenten om in die tijd over te gaan tot het kerkverband van de Oud Gereformeerde Gemeenten, want mijns inziens zit er best wel wat verschil tussen de CGK en de OGG. Of moeten we stellen dat de prediking bij de CGK van deze tijd dusdanig veranderd is dat deze niet meer te ‘herkennen’ is?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Dit vind ik een lastige, omdat achter elke gemeente wel een eigen verhaal zit. Bovendien werd ik zelf geboren in de periode die je noemt (1954) en heb het dus zeker niet bewust en niet van nabij meegemaakt.
Op afstand ernaar kijkend en hier en daar er wel eens iets over gelezen hebbende, denk ik te moeten zeggen dat in het algemeen gesproken de uittreders zich bevonden in de ultra rechterflank van de CGK. Onder ultra-rechts versta ik een onevenwichtige aandacht in de prediking voor kenmerken en belevenissen van Gods volk, een wettische inslag wat betreft de heiliging en een lijdelijke inslag waar het gaat over de toe-eigening van het heil.
Je kunt namelijk alles overdrijven, ook zaken die op zichzelf genomen hun goed en bijbels recht hebben. Maar als ze uit balans raken en niet meer verbonden worden met een bijbels evenwicht, dan kun je ontsporen. Niet alleen naar links, maar ook naar rechts.
Kortom, de uittreders waren niet (meer) Christelijk Gereformeerd in de gewone zin van het woord en hebben daar zelf op enig moment hun conclusie aan verbonden. Niemand is bij mijn weten gedwongen om heen te gaan. Ik vind het dus zeker geen verheffend verschijnsel en geen voorbeeld ter navolging.
Maar nogmaals, iedere gemeente die je noemt heeft een eigen geschiedenis, en soms is de uittreding sterk verbonden geweest met een bepaalde predikant (H. Visser te Urk, E. Du Marchie van Voorthuijzen te Leersum). En niet allen waren op dezelfde manier ultra en zouden met wat meer verdraagzaamheid best binnen de CGK hebben kunnen blijven (ds. J. van Ravenswaaij te Arnhem, die mij gedoopt heeft toen hij nog CGK was in Scheveningen).
Wil je je hier verder in verdiepen, dan kun je het beste op zoek gaan naar beschrijvingen van de lokale kerkgeschiedenis.
Nogmaals, ik moet volstaan met een globaal antwoord. Terecht signaleer je dat er nogal wat verschil zit tussen de prediking van de CGK en die van m.n. OGG. En de CGK zijn natuurlijk ook wel veranderd sinds de jaren 50-60 van de vorige eeuw. Er waren wel verschillen, maar globaal genomen meer homogeniteit dan nu het geval is. Daar zou ook wel wat over te vertellen zijn, maar dat was je vraag niet.
Hartelijke groeten,
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Verder is er ook het voorbeeld van de andere CGK in deze plaats, die tot 1930 Ger. Gem. is geweest. Wat dan wel een bijzondere verschijning is dat er ruim 80 jaar later weer opnieuw een GG geïnstitueerd is.
Verder onderschrijf ik van harte het advies van ds. Korving om de lokale kerkgeschiedenis te bestuderen. Mijn persoonlijke opvatting is dat deze vaak veel interessanter en meer informatie bied als de grote landelijke gebeurtenissen binnen kerken. Je kunt bepaalde gebeurtenissen (zoals de overgang naar een ander kerkverband), vaak beter duiden daarna.
De ultralijn in de oggin van du marchie zou je kunnen zeggen dat ds kort daar nu op is doorgegaan. Of zie ik dat niet goed?
