Vraag
Ik heb een vraag waarvan ik graag zou zien dat deze beantwoord zou worden, indien mogelijk, door een lid van de Commissie van Beroep. Ik heb begrepen dat bij een ontslag van een leraar er een mogelijkheid is om te laten beoordelen of dit ontslag gegrond is. De mogelijkheid wordt hierbij vaak (altijd?) afgesproken in het arbeidscontract van reformatorische scholen. Ik heb hierover een aantal vragen: 1. Is het (uitsluitend) de bedoeling om hiermee de gang naar de rechter te voorkomen? Zijn er andere voordelen/argumenten om deze methode te hanteren? 2. Hoe is deze commissie samengesteld (aantal leden, namen, functie) en wat is de procedure voor het (her?)verkiezen van leden? 3. Sinds wanneer bestaat deze commissie en hoeveel vragen heeft de commissie behandeld? 4. Wat is de procedure indien men deze commissie wil raadplegen met bijbehorende termijnen? 5. Is het oordeel van de commissie bindend? 6. Zijn er eventueel alternatieven die door scholen worden toegepast? Alvast hartelijk dank voor uw antwoord.
Antwoord
Een reformatorische school is geen openbare maar een bijzondere school. Bijzondere scholen zijn verplicht zich aan te sluiten bij een Commissie van Beroep. Zoals je aangeeft, is het bij een ontslag derhalve altijd mogelijk het dienstverband achteraf te laten toetsen door de Commissie van Beroep. De bedoeling van de mogelijkheid om naar de Commissie van Beroep te stappen is niet om de gang naar de rechter te voorkomen. Als leerkracht hoef je geen gebruik te maken van deze mogelijkheid, maar kun je ook naar de kantonrechter stappen. Twee verschillende procedures zijn mogelijk, namelijk een onredelijk ontslagprocedure of een voorlopige voorziening. Het voert helaas te ver om deze mogelijkheden hier verder uiteen te zetten.
De mogelijkheid om het ontslag door de Commissie van Beroep te laten beoordelen bestaat om de leerkracht extra te beschermen, omdat scholen in tegenstelling tot de meeste andere bedrijven geen toestemming voor een ontslag hoeven te vragen aan het UWV Werkbedrijf. Daarnaast hebben leerkrachten op een openbare school nog een extra mogelijkheid om naar de rechter te stappen, omdat openbare scholen deel uitmaken van de overheid. Personeel van bijzondere scholen heeft om deze redenen extra bescherming gekregen. In het bijzonder onderwijs is het gebruikelijk dat een leerkracht allereerst naar de Commissie van Beroep stapt, maar het is dus niet noodzakelijk.
Een Commissie van Beroep bestaat altijd uit tien personen, van wie vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. Twee leden en twee plaatsvervangende leden worden gekozen door de schoolbesturen van de scholen die aangesloten zijn bij de Commissie van Beroep en twee leden en twee plaatsvervangende leden worden gekozen door het personeel van die scholen. Deze vier leden kiezen een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter. De leden van de Commissie van Beroep mogen geen deel uitmaken van het schoolbestuur of van het personeel van een school die bij de Commissie aangesloten is.
Over de namen kan ik je helaas niets vermelden omdat ik niet weet bij welke Commissie van Beroep jouw school is aangesloten. Op de website www.onderwijsgeschillen.nl/beroep kun je alles vinden over de samenstelling van de verschillende commissies. Daar vind je ook uitspraken. Zoals je kunt zien, zijn er al veel uitspraken behandeld door de commissies. Ik kan je geen exact aantal geven. Voor de procedures en termijnen verwijs ik je naar de reglementen van de verschillende commissies die eveneens via de genoemde website te vinden zijn.
Het oordeel van de commissie is altijd bindend voor het schoolbestuur. In de CAO kan daarnaast staan dat het oordeel ook bindend is voor het personeel. Alternatieven bestaan zoals vermeld uit de procedures bij de kantonrechter.
Mr. Evelien de Vries
Dit artikel is beantwoord door
mr. E. de Vries
- Geboortedatum:21-07-1987
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Ede
- Status:Actief
