Gnosticisme

Dr. J. P. Zwemer / Geen reacties

11-05-2006, 00:00

Vraag

Tot de 3e eeuw na Christus was er sprake van de zogenaamde gnostiek. Wat was dat precies voor stroming en waarom is die verboden?


Antwoord

Het gnosticisme ontstond ongeveer tegelijk met het Christendom, of iets erna, in (zeer) heterodoxe Joodse kringen; er zijn wat elementen van oudere godsdiensten in opgenomen maar die maken er niet de essentie van uit. Vanaf zijn oorsprong is het gnosticisme een zelfstandige godsdienst, maar het heeft wel de eigenschap dat het zich gemakkelijk met andere godsdiensten laat verbinden zodat er een joodse, christelijke, islamitische en heidense gnostiek bestaat. Ook een combinatie met oosterse religies is mogelijk: de moderne theosofie. Vanaf de eerste eeuw ontwikkelde zich een christelijke gnostiek, waartegen de auteurs van het Nieuwe Testament zich moesten verweren (de ‘kennis’ die zonder nadere uitleg in sommige NT-teksten genoemd wordt). Dat was een zeer zware strijd die heel de Oudheid duurde en waaraan vele kerkvaders meegedaan hebben.

Het gnosticisme is net als het Christendom een verlossingsleer. Uitgangspunt is de onverloste staat van de mens, zijn innerlijke verscheurdheid als gevolg van een val; de mens is in diepste wezen goddelijk, consubstantieel met God. Vanuit de goddelijke wereld is hij in de zichtbare wereld van de materie gevallen, een boosaardige wereld waarin hij hopeloos verstrikt is geraakt. Slechts door kennis (gnosis in het Grieks) van zichzelf, door het weer ontdekken van zijn goddelijke kern, kan de mens aan de innerlijke verscheurdheid ontkomen. Zo komt hij tot verlichting en verlost hij zichzelf. “Wie zichzelf kent, kent het Al.”

Het proces van het ontdekken van dit “diepere Zelf” of “hogere Ik” pleegt beschreven te worden in lange ingewikkelde mythen en met hulp van allerlei niet altijd even goed te begrijpen symbolen. Dit geheimzinnige maakt de gnostiek voor bepaalde mensen aantrekkelijk. Deze mythen en de symbolen worden meestal ontleend aan andere godsdiensten, zoals de oude Egyptische of de Griekse godsdienst. In de Oudheid circuleerden vele gnostische evangeliën volgens welke Christus een soort theosofie zou verkondigd hebben. Als middel om te geraken tot het goddelijke Zelf worden occulte manieren van kennisverwerving, zoals de astrologie en allerlei vormen van magie gebruikt. Veel kerkvaders meenden dat Simon de Tovenaar (Handelingen 8) de grondlegger van het gnosticisme zou zijn. In het gnosticisme ontbreekt zonde in christelijke zin: de mens is niet een schepsel dat zich in zelfzucht afsluit van de Ander, van God, maar hij is juist zelf goddelijk, dus ‘goed’ en schuldeloos.

Het gnosticisme is dualistisch, denkt in tegenstellingen. De kosmos zou bestaan uit interactie tussen twee tegengestelde oerprincipes en in God zelf zou een splitsing tussen goed en kwaad plaatsvinden. Dat is geheel in strijd met de christelijke notie “God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis”. Deze tekst komt uit de eerste brief van Johannes (hfd. 1 vers 5b) die waarschijnlijk in zijn geheel tegen de gnostiek is gericht. Het gnosticisme vat de wereld als zodanig als slecht op; het christendom wijst ondanks de macht van het kwaad in de wereld, altijd slechts op de van oorsprong goede schepping die door menselijk egoïsme verworden is.

De moderne gnostiek is veel minder dualistisch gericht en dient zich aan onder andere aan onder de vlag van het holisme: de leer dat alles één is. De essentie van het gnosticisme is daarbij echter overeind gebleven. De moderne gnostische stromingen hebben een afkeer van de hele joods-christelijke traditie en van de God van de Bijbel. Het meest expliciet gebeurt dit in de satanistische bewegingen die zich aan de rand van de gnostische stroming bevindt, maar die zichzelf wel duidelijk in deze stroming plaatst.

Een grote denker uit de christelijke gnostiek was onder andere Valentinus (2e eeuw) die bijna tot bisschop van Rome (en dus tot paus) werd verkozen. Na de Oudheid bleef de gnostiek aanwezig bij sekten in het Oost-Romeinse rijk (de Paulicianen in de 7e en 8e eeuw) en na het jaar 1000 drong het weer op naar West-Europa, waar het eerder verdwenen was of nooit geweest. Dan zien we de sekten van de Bogomielen ontstaan en de Katharen of Albigenzen in Noord-Italië en Zuid-Frankrijk. Deze laatste beweging werd bloedig bestreden door de Katholieke kerk. Vervolgens dook in de Renaissance de joodse gnostiek rondom de Kabbala weer op, in combinatie met astrologie en andere verschijningsvormen van het occultisme. In geheime genootschappen zoals de Rozekuisers en de Vrijmetselarij (althans bij de hogere leidende rangen daarin) is het gedachtegoed echter nog aanwezig. Een belangrijke schakel naar de Romantiek en het 19e en 20e eeuwse gnosticisme vormen de Sileziër Jakob Boehme (1575-1624) en zijn geschriften. Hij staat als mysticus bekend, maar hoort duidelijk tot de gnostieke geestesstroming.

In de 19e eeuw was de bekende psycholoog C. G. Jung sterk gnosticerend bezig. Zijn invloed was groot; er lopen onder meer lijnen van hem naar de 20e eeuwse New Age-beweging. Andere moderne verdedigers van een gnostische levensbeschouwing waren o.a. Elaine Pagels en de Nederlander Gillis Quispel. Dit soort mensen beweerde voortdurend dat de 2e eeuwse christelijke kerk manipuleerde bij de opstelling van de canon van de Bijbel en er dus de gnostische geschriften ten onrechte uitgelaten heeft. Zij relatieveren dan echter de onomstotelijke tegenstelling tussen christelijke en gnostische heilsleer (zie boven).

New Age is een verzamelbekken van romantisch-gnostische, pantheïstische, neo-hindoeïstische en occulte ideeën. De gnostische leer dient erin onder meer tot legitimatie van het moderne ideaal van zelfontplooiing. New Age is de zoveelste opleving van de gnostiek in de westerse cultuur en wel een door de Romantiek bewerkte vorm van de gnostiek: holistisch en in principe misschien er ook toe geneigd om één manier van denken dwingend op te leggen. De rol van het menselijk verstand wordt erin naar de achtergrond gedrongen, terwijl de rol van de intuïtie toeneemt. Dat is weer een invalpoort voor het occultisme.

Ontleend aan: Stefan van Wersch, “De gnostisch-occulte vloedgolf. Van Simon de Tovenaar tot New Age. Een kritische beoordeling”, Kok, Kampen, 1990 (246 blz.). Het nieuwe boek van Stefan van Wersch "Het Gnostische tijdperk" wordt in eerste versie in juli gereed verwacht.

Hartelijke groet,
dr. J. P. Zwemer

Dit artikel is beantwoord door

Dr. J. P. Zwemer

  • Geboortedatum:
    09-07-1960
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Serooskerke
  • Status:
    Actief
26 artikelen
Dr. J. P. Zwemer

Bijzonderheden:
Historicus en schrijver

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Kan het gebeuren dat de Heere tot je gesproken heeft, door middel van een tekstgedeelte wat in je hart viel en wat later bevestigd werd tijdens het lezen, maar dat de volle betekenis hiervan je pas ...
3 reacties
11-05-2023
Graag zou ik dood willen zijn (om vele redenen). Maar elke keer lukt het mij niet om dat uit te voeren, want ik leef nog steeds (en daar baal ik van). Waarom lukt het mij dan niet? Is God het die mij ...
Geen reacties
11-05-2003
Ze zeggen dat er in het Oude Testament ergens staat dat incest niet gestraft hoeft te worden. Klopt dat?
4 reacties
11-05-2013
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering