Tientallen jaren ambtsdrager

Ds. A.T. Vergunst / Geen reacties

14-02-2006, 00:00

Vraag

Ik heb een vraag aan een Ger. Gem.-dominee: In de Gereformeerde Gemeenten  proberen we met alle dingen heel schriftuurlijk om te gaan. Ook aan de Drie Formulieren van Enigheid en de De Dordtse Kerkorde (DKO) wordt veel waarde gehecht en er wordt in veel dingen gehandeld naar de DKO. Waarom kunnen ouderlingen en diakenen dan soms wel 30 jaar in het ambt zijn? Er staat toch dat je twee keer voor een bepaalde periode gekozen mag worden en daarna een jaar (of aantal jaren) rust moet hebben? Krijg je niet een bepaalde verstarring als de kerkenraad 20 jaar lang uit vrijwel dezelfde personen bestaat? Is roulatie niet gezonder en vernieuwend? Ieder heeft toch weer zijn eigen kijk op zaken? Persoonlijk merk ik dat de kerkenraad er over het algemeen maar weinig mee doet als een van de gemeenteleden een vraag stelt over dingen die anders kunnen.


Antwoord

Ten eerste: binnen de kerken van de hervorming waren en zijn er nog kerkgenootschappen die menen dat ouderlingen en diakenen voor hun leven gekozen worden.  Hier in Nieuw-Zeeland hebben we verscheidene kerken van de Free Presbyterian Church waarin ouderlingen inderdaad voor hun leven gekozen zijn. In de lijn van Calvijn heeft de Nederlands Gereformeerde Kerk direct al een andere regel aangenomen, namelijk periodieke aftreding. Calvijn heeft die regeling ingevoerd om overwegend praktische redenen.  Het is namelijk niet bepaald duidelijk te bewijzen dat in het NT ouderlingen en diakenen voor een aantal jaren dienden in de gemeenten. We lezen dat inderdaad nergens in de Bijbel. Dat betekent niet deze gedragsregel, zoals verwoordt in het 27e artikel van de Kerkorder on-bijbels is. Toch lezen we in de kerkorde van Geneve deze regel: “Als het jaar om is van de raadsverkiezing zullen de ouderlingen voor de overheid verschijnen, opdat deze beoordele (nl. met advies van de predikanten) of men hen zal continueren of door anderen doen vervangen.  Hoewel het niet dienstig zijn zou, hen dikwijls zonder reden te doen vervangen, wanneer zijn zich getrouwelijk van hun plicht kwijten.” Later heeft de Nederlands Gereformeerde Kerk die gedragslijk ook aangenomen.

Als een van de praktische redenen werd ook genoemd “dat een trouwe vervulling van het ambt soms moeilijk kan geschieden zonder schade voor het dagelijkse beroep en niet zonder nadeel van hun huiselijke zaken”  (Convent van Wezel). Dus vinden we de periodieke aftreding ook in onze huidige kerkorde. Elke twee jaar zijn de ouderlingen en diakenen weer aan het eind van de diensttijd. Voetius was van mening dat twee jaar te kort was; drie, vier of zelfs vijf jaren vond hij wijzer.

De zin in onze kerkorde “tenware dat de gelegenheid en het profijt van enige kerken anders vereiste” heeft betrekking op het verlengen van de ambtsperiode. Er kunnen omstandigheden zijn waarop de ambtsperiode verlengd mag worden tot drie of vier jaar. In hele kleine gemeenten waar niet veel potentiële ambtsdragers zijn is dat heel reëel.  Persoonlijk zou ik nooit zo’n beslissing nemen als kerkenraad zonder daar de gemeente zelf bij te betrekken, maar daar is ook verschil van mening over. 

Wat jij dus zegt in je vraag is niet helemaal waar. Je schreef: “Er staat toch dat je twee keer voor een bepaalde periode gekozen mag worden en daarna een jaar (of aantal jaren) rust moet hebben?” Dat staat echter niet in onze kerkorde.  Het zeker mogelijk, en in vele opzichten zelfs gewenst, dat een kerkenraad besluit om een goede ouderling of diaken herkiesbaar te stellen. Uiteindelijk zijn niet alle manslidmaten in staat om op hetzelfde niveau leiding te geven, catechisatie te geven, huisbezoek af te leggen of zelfs in de openbare kerkdienst voor te gaan, enz.

Paulus beschreef heel nadrukkelijk de maatstaven die we moeten hanteren als we kandidaten stellen voor ouderling of diaken (1 Tim. 3; Titus 1;  Hand. 6). Daarom is het soms heel wenselijk dat dezelfde mannen die hebben mogen dienen toch weer een verlenging mogen krijgen in hun ambt. De kerkorde verbiedt dat ook helemaal niet. Bovendien is het uiteindelijk de gemeente zelf die daar hun goedkeuring over uit moet spreken als zij de man weer herkiezen. Van echt meelevende leden mag toch zeker verwacht worden dat zij ook erkennen dat de juiste leiding voor een gemeente heel belangrijk is. Waarom zou je dan een goede ouderling aan de kant zetten als er geen betere ouderling voor in de plaats gezet kan worden? In een zekere maar wel mindere mate, geldt dat ook voor het ambt van de diaken. Niet dat een diaken minder is, maar zijn ambt heeft een duidelijke andere taak dan de leidinggevende ouderling. Daarnaast is ook nog de overweging dat als elk jaar de halve kerkenraad wordt herplaatst, het ook moeilijk zal zijn om de lijn en continuïteit vast te houden. Het is ook daarom wenselijk dat ouderlingen en diaken toch langer dan twee jaar dienen.

Waar je gelijk in kan hebben, en dat is ook een grote verantwoordelijkheid die elke kerkenraad telkens weer heel goed in ogenschouw moeten nemen, is dat er een gevaar bestaat dat op een gegeven moment, na lange jaren van dienen, de genegenheid voor de persoon de plaats inneemt van functionaliteit. De man heeft nu zoveel jaren gediend en daarom wordt het een heel gevoelige zaak om hem niet meer op het tweetal te zetten. Dat is het grote nadeel en gevaar van het “blijven herkiesbaar stellen” jaar in jaar uit.  

Je sprak ook over een “verstarring.” Dat hoeft helemaal niet. Dat is per kerkenraad weer verschillend. Het is ook daarom ook heel moeilijk om te beoordelen wat er in de afzonderlijke gemeenten gebeurt. Een gevaar is er inderdaad wanneer de kerkenraadsleden sterk verouderen zonder dat de jongere generatie ook ingevoegd wordt. Dat kan er een grote generatiekloof ontstaan tussen de kerkenraad en de jongere generatie, met alle gevolgen van dien. Daarom vind ik het persoonlijk wijs als een kerkenraad openhartig met elkaar spreekt over wat nu het beste is voor de gemeente en niet wat het beste is voor de gevoelens.”

In onze gemeente, die overigens heel klein is, is jaren geleden de regel aangenomen dat elke zes jaar een diaken niet herkiesbaar gesteld wordt, dus moet er een andere diaken in zijn plaats gekozen worden. Persoonlijk vind ik dat een hele goede regel die misschien in meerdere kerken overwogen kan worden. Elke zes jaar komt er een nieuwe persoon in de kerkenraad. Het is ook mogelijk dat na een of twee jaren diezelfde persoon weer in de kerkenraad terug komt, maar dat hoeft niet. We hebben deze regel niet voor ouderlingen omdat er niet genoeg personen in de gemeente zijn die dat ambt kunnen vervullen Dat kan ook veranderen. Laten we het hopen en er voor bidden.
 
Er zijn een aantal voordelen aan deze praktijk verbonden die mijns inziens tegen nadelen opwegen:

1. Op die manier krijgt een diaken ook een ‘rust periode’ (eigenlijk heeft een ouderling dat ook nodig). 

2. Het voorziet de gelegenheid voor mannen om te dienen binnen een gemeente met een andere verantwoordelijkheid.

3. Zo’n ervaring verandert de visie op de kerkenraad en de gemeente (oud-ambtsdragers zijn niet meer dezelfde leden als vroeger, voordat ze ambtsdragers waren; er is een dieper meeleven en een andere waardering en begrip voor het moeilijke werk om verstandig leiding te geven in onze woelige tijd).

4. Het geeft ook de gelegenheid om te zien of iemand de talenten heeft om als ouderling te functioneren.

5. Het biedt de mogelijkheid om verborgen of latent aanwezige talenten te ontwikkelen.

6. Het kan stimulerend zijn voor een kerkenraad als een persoon, die als een gewoon lid heeft gefunctioneerd, binnen de kerkenraad meewerkt, soms met te grote ijver maar ook met een verse (eerste) liefde.

7. Mannen die, hoewel onberispelijk in wandel en leer maar eigenlijk niet (meer) zo geschikt voor het ambt, krijgen op deze manier toch een eervolle en minder persoonlijke gelegenheid om de uitoefening van het ambt neer te leggen.
 
Dat zijn zomaar een aantal overwegingen. Elke gemeente is verschillend en daarom moet elke situatie beoordeeld worden vanuit de situatie. Je schreef over een terughoudendheid bij je geestelijke leiders als er over deze dingen vragen worden gesteld. Dat is jammer. Maar het kan ook aan de vraagsteller liggen. Er kunnen intonaties in je vraag zijn die misschien verkeerd overkomen. Probeer het daarom nogmaals maar dan in een persoonlijk gesprek en laat dat heel duidelijk ook je beweegredenen voor de vraag naar voren komen. Ik weet ook wel dat ambtsdragers soms die vraag verkeerd opvatten alsof de vraagsteller maar “heel graag ouderling of diaken wil worden.” Het zou helemaal verkeerd zijn om dat in jouw vraag te lezen en dat heb ik ook niet gedaan. Natuurlijk zijn er zulke gevallen dat lidmaten graag zichzelf in die plaats willen zien en ook denken dat ze het veel beter kunnen  Als dat de beweegredenen zijn dan zie ik liever zulke mensen niet in de kerkenraad, want dat zitten we toch op het verkeerde spoor.

Hartelijke groeten,
Ds. A. T. Vergunst

Lees meer artikelen over:

ambtsdrager
Dit artikel is beantwoord door

Ds. A.T. Vergunst

  • Geboortedatum:
    22-09-1961
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Carterton (Nieuw-Zeeland)
  • Status:
    Actief
164 artikelen
Ds. A.T. Vergunst

Bijzonderheden:

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik ben de laatste jaren anders naar het geloof gaan kijken. Ik ben een jonge getrouwde vrouw. Mijn man en ik namen het nooit zo nauw met de kerkgang etc. Sinds onze dochter is geboren ben ik echter wa...
Geen reacties
14-02-2015
Over drie maanden hoop ik te trouwen. Ik zal dan waarschijnlijk precies ongesteld zijn. Wat kan ik daar aan doen? Want het lijkt me niet zo fijn om daar me druk om te maken... Kan ik naar de apotheek ...
Geen reacties
14-02-2009
In de HSV is "de dag des Heeren" in Handelingen 2:20 en 1 Thessalonicenzen 5:2 vertaald met "de dag van de Heere". Waarom is dit niet gebeurd in 2 Petrus 3:10 en Openbaring 1:10?
1 reactie
14-02-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering