(Vrije) wil, zondige natuur en verantwoordelijkheid van de mens

Ds. B.M. Meuleman / Geen reacties

05-07-2022, 09:32

Vraag

Ik heb moeite met het concept rondom de vrije wil van de mens, zijn zondige natuur en zijn verantwoordelijkheid. Dit is natuurlijk een bekend probleem waar vooral Arminianen en calvinisten met elkaar botsen. Voorheen dacht ik hier meer over als Arminiaan, maar nu neig ik toch meer naar de calvinistische kant. Maar eigenlijk hang ik er nog een beetje tussenin.

Want aan de ene kant zijn er calvinisten die beweren dat mensen überhaupt geen vrije wil hebben en alles en elk ding geordineerd is door God. (Ik begrijp dat niet alle calvinisten zo ver gaan, maar sommige wel.) En aan de andere kant zijn er de Arminianen die zeggen dat mens een volledig vrije wil heeft en er zelf voor kiest om te zondigen. Persoonlijk denk ik dat de Bijbel er duidelijk genoeg over is dat wij ‘slaven van de zonde’ zijn en door onze gevallen zondige natuur altijd neigen tot het kwade. De totale verdorvenheid, zoals het calvinisme het noemt.

Echter ben ik tegelijk ook van mening dat dit niet hoeft te betekenen dat wij daarom geen vrije wil hebben. Want als wij geen vrije wil zouden hebben, dan zou dat ons excuseren voor onze zonde en zou de zonde ons niet aangerekend mogen worden. Maar de Schrift is duidelijk dat wij 100 procent verantwoordelijk zijn voor onze zonde. Dus dan moeten wij daar op een bepaalde manier vrijelijk voor kiezen... Immers als wij als robots volgens onze zondige ‘natuurprogrammering’ zouden handelen en daar geen eigen invloed/keuze in zouden hebben, zouden wij niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor wat we doen. We handelen dan immers puur naar de programmering van hoe we gemaakt zijn. Tegelijkertijd kan onze wil onmogelijk 100 procent vrij zijn, anders zouden we niks verschillen van Adam in het paradijs.

Dus hoe werkt dit samen? Hoe is de mens vrij genoeg om verantwoordelijk gehouden te worden voor zijn zonde en tegelijkertijd een slaaf is van zijn zondige natuur? Is de zondige natuur datgene in ons wat ons verleidt en aanzet tot zonde (wat Adam niet had), maar onze vrije wil is dat deel wat wat de beslissing neemt dit ook daadwerkelijk te doen en daarmee ons de verantwoordelijkheid geeft? Immers, niet iedereen handelt altijd naar zijn zondige impulsen of begeerten. Zelfs ongelovigen niet. Genoeg mensen begeren andermans eigendommen zonder over te gaan op stelen. Sommige zonden worden weerstaan, niet iedereen slaat dood of pleegt overspel, misschien wel in zijn of haar hart, maar niet perse in de praktijk. Dus de mens moet wel een bepaalde vrije wil hebben die zijn zondige natuur weerstaan kan tot een bepaald punt, maar wel beperkt, want niemand weerstaat het en allen zondigen en kiezen dus bewust, vrijelijk, voor de zonde. Maar als de mens altijd zal zondigen en niemand het vlees kan weerstaan, hoe vrij is de wil dan eigenlijk.

Het laat mijn hersenen soms echt kraken. De verantwoordelijkheid van de mens vereist dat hij een (tot op zekere hoogte) vrije wil heeft, maar het slaaf zijn van de zonde laat het lijken dat je dan niet echt vrij kan zijn.

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Beste vraagsteller,

Je hebt een interessante vraag gesteld waar de godsdienstwijsbegeerte zich helemaal in kan vastbijten. De verhouding tussen de (vrije) wil van de mens, zijn zondige natuur en zijn verantwoordelijkheid is een thema waar al eeuwen over nagedacht wordt en een punt waarop Rome en Reformatie nogal eens met elkaar botsen. Ook in mijn antwoord zal ik daar het laatste woord niet over kunnen zeggen. Dat wil ik ook niet proberen omdat we in de eerste plaats de Schrift moeten laten spreken en in de tweede plaats moeten erkennen dat ons verstand te beperkt is om de verhouding tussen de wil van de mens, zijn natuur en zijn verantwoordelijkheid en bovendien Gods vrijmacht, verkiezing en voorzienigheid  volkomen met ons denken in overeenstemming te brengen. Ons kennen is maar ten dele. 

Dat gezegd hebbend, is het van het allergrootst belang dat het m.b.t. de zaligheid van je ziel niet in de eerste plaats gaat om het juiste verstaan van het concept rondom de vrije wil van de mens. Wanneer je als een groot zondaar tegenover over de heilige God gesteld wordt, is wel het eerste dat je ervaart en belijdt dat je zo verdorven bent dat je geheel onbekwaam tot enig goed bent en geneigd tot alle kwaad. Je ervaart tot in het diepste van je ziel dat je gebonden bent door de macht van de zonde, van je eigen zondige begeerten, dat je een slaaf bent van de duivel en vol van haat en vijandschap tegenover de Heere. Dan kun je alleen maar tot de Heere roepen of Hij je wil verlossen van jezelf, van je gebonden wil, van je verdorven begeerten en je verduisterde verstand. Want dat is één van de eerste dingen die God je doet ervaren, namelijk dat je zonder het werk van Zijn Heilige Geest en genade dood bent door de zonden en de misdaden, zodat je volledig gevangen en gebonden midden in de dood ligt en geestelijk dood bent.

In zekere zin kun je zeggen dat je een vrije wil hebt, namelijk in die zin dat je niet tegen je wil in zondigt. Je hebt juist plezier in de zonden en je schept behagen in je leven zonder God. Je stemt de zondige begeerten van je hart toe en je geeft vrijwillig gehoor aan het oor van de duivel. Je laat je verleiden en meenemen in de zonden van de wereld en je verzet je er niet tegen. Je wil als zodanig staat nog recht overeind en je wil heeft de mogelijkheid om te kiezen tussen het kwade en het goede, tussen de zegen en de vloek, tussen God en de wereld. En toch is je wil gebonden, namelijk in die zin dat je telkens, vrijwillig, voor de zonde kiest en tegen de Heere. Je wilt niet anders dan zondigen. Als je niet zou willen zondigen, zou je in principe voor de Heere kunnen kiezen. De dodelijke ziekte die je menselijke natuur tot in haar wortel heeft aangetast, is daarmee in de eerste plaats een ziekte van de wil. Daarom kun je tegenover de Heere nooit een beroep doen op je onmacht omdat de zonde je te sterk is geworden. De Heere stelt je schuldig vanwege je onwil. Als het willen er zou zijn, dan was het kunnen er ook. Maar onze geestelijke onmacht is een direct gevolg van onze onwil. Wij willen zondigen. Wij willen zonder God en Zijn Woord leven. Wij willen niet in Christus geloven. Wij zijn moedwillig een vijand van onze eigen zaligheid. 

Daarom kan de zaligheid van onze ziel alleen bij de Heere vandaan komen. Hij moet door Zijn Geest onze wil vernieuwen, ons een nieuw hart geven, ons verstand verlichten en ons maken tot een nieuwe schepping in Christus Jezus. Hij moet nieuw en geestelijk leven geven aan onze dode ziel en ons zo wedergeboren doen worden tot een levende hoop. Hij moet ons een hartelijk geloof en een oprecht vertrouwen schenken in en op Zijn Zoon Jezus Christus om zo, door het geloof in Hem, met God verzoend te worden, tot Zijn kinderen te worden aangenomen en te leven in een nieuw leven dat geleid wordt door Zijn Geest. Alleen Christus kan je vrijmaken van de ijzeren banden van de zonde waar je zelf voor kiest. Alleen Christus kan je verlossen van je zondige natuur en je verdorven hart. Wanneer je je ziel in Zijn doorboorde handen legt, maakt Hij je waarlijk en volkomen vrij om Hem te dienen met de liefde van je hart. Waar God Zijn liefde door Zijn Geest in je hart uitstort en waar in je hart wederliefde tot Hem gewerkt wordt, daar is vrijheid. Van harte en vrijwillig ga je de Heere dienen, heb je Christus lief, heb je Zijn geboden lief en wil je wandelen als Zijn kind en tot Zijn eer. Ook hier blijft je wil als zodanig overeind. De Heere dwingt niemand Hem te dienen. Zijn kinderen dienen Hem niet met tegenzin. Het geloof in Christus is geen afgedwongen geloof, maar het heeft de volle instemming van je hart. Dat komt omdat God je hart vernieuwt en neigt en bereid maakt vanuit de liefde tot Hem om Hem te dienen. Hij schrijft door Zijn Geest Zijn wet in je hart en omdat je een nieuwe natuur ontvangt, wordt je als vanzelf naar God en de dingen van Zijn Koninkrijk toegetrokken. Was je wil eerst op de aarde en de zonde gericht, nu is je wil op de hemel en Gods eer gericht. Was je eerst wereldsgezind, je bent nu hemelsgezind. Christus is nu het Middelpunt van je leven omdat Hij de Zon is waarnaar je nieuwe leven zich als vanzelf richt. Je bent nu waarlijk vrij om God te dienen en lief te hebben. 

Betekent dit dat je geen last meer hebt van de zonde, de wereld en de duivel? Helaas niet. Je oude mens, je oude natuur blijft aan je trekken. Maar je hebt toch een nieuw beginsel, een nieuwe wil, een nieuw hart. Je bent toch een nieuwe schepping in Christus geworden. De Schrift zegt zelfs dat je je oude mens en zijn werken voor dood moet houden omdat je met Christus bent gekruisigd en begraven. En je bent met Hem opgestaan in een nieuw leven dat vol is van God. Maar zolang je nog op deze aarde bent, zul je dagelijks de strijd voelen tussen het vlees en Gods Geest, tussen je oude en nieuwe mens. Maar je nieuwe mens zal overwinnen. Het nieuwe leven dat God je heeft gegeven zal steeds meer openbaar komen. Door Christus mag je weten dat de overwinning over je zondige natuur is behaald. 

Je merkt dat ik probeer het denken over het concept van de vrije wil zo persoonlijk mogelijk te maken en te trekken in de beleving van je geloof. Ik doe dat bewust omdat geen enkele Schriftuurlijke waarheid nut heeft voor ons als wij er slechts verstandelijk over nadenken. Het is alleen vanuit de ervaring van het geloof dat Schriftuurlijke waarheden hun waarde voor ons krijgen. Anders blijft het een waarheid buiten ons en zonder ons en zullen we de Schrift nooit werkelijk verstaan, hoezeer ook de Schrift door Gods kinderen maar ten dele kan worden verstaan. 

Tot slot dan samenvattend toch enkele algemene zaken over het concept van de vrij wil:

1. In zekere zin heeft ieder mens een vrije wil omdat hij zijn eigen keuzes en afwegingen maakt. Het vermogen van de wil om je eigen keuzes te maken, maakt dat je verantwoordelijk bent voor die keuzes. Vóór de zondeval koos de mens vrijwillig voor God en Zijn dienst. Na de zondeval koos de mens vrijwillig tégen God en Zijn dienst. Niemand dwong de mens daartoe. Hij bood satan gewillig zijn oor en hart. 

2. De mens heeft door de zondeval zichzelf willens aan de zonde onderworpen door het oor te bieden aan het woord van de duivel, waardoor zijn gehele natuur verdorven is geworden en heeft al zijn uitnemende gaven van vóór de zondeval verloren, Nederlandse Geloofsbelijdenis, art. 14. Wel heeft hij enkele overblijfselen daarvan overgehouden die genoeg zijn om hem alle onschuld te benemen. Daardoor is de mens een slaaf van de zonde geworden. Hoewel de mens dus in vrijheid tegen God en Zijn dienst kiest, is hij daarmee in de praktijk een slaaf van de zonde geworden. Hij wil niet anders dan zondigen. Hij leeft in een zelfgekozen gevangenschap en verkiest de dood boven het leven, de duivel boven God, de zonden boven de genade. Er is niets treuriger dan de mens die er zelf voor kiest voor eeuwig verloren te gaan. 

3. Zoals in het bovenstaande gezegd wordt, blijft de mens volledig verantwoordelijk voor zijn eigen zondige leven. Zijn vermogen om keuzes te maken, is immers niet aangetast, hoe zondig en zielsverwoestend die keuzes ook zijn. Dat God alle dingen leidt naar de raad van Zijn wil en dat Hij zelfs van eeuwigheid Zijn kinderen verkiest, doet daar niets aan af. Hij is niet verplicht om zondaren nieuw en geestelijk leven te schenken, hun wil te vernieuwen en hun verstand te verlichten. Hij kan hen rechtvaardig laten in het eeuwig verderf waarin zij zichzelf gestort hebben. En als de Heere wél geestelijk leven schenkt en een hart geeft dat op Hem en Zijn Koninkrijk gericht is, is dat enkel genade waardoor een mens de goede keuze leert maken en met een vrijwillig hart de Heere gaat dienen en Hem hartelijk lief krijgt. Ook dan blijft de wil intact als onderdeel van het beeld Gods in ruimere zin waarin de mens zich onderscheidt van de onredelijke schepselen. Maar dan wordt ook het beeld Gods in engere zin hersteld, namelijk dat hij herschapen wordt in ware gerechtigheid en heiligheid om zijn God weer op de juiste, dat is, op Schriftuurlijke, wijze te kennen, van harte lief te hebben en met Hem in de eeuwige zaligheid te leven om Hem te loven en te prijzen. Kon de mens eerst niets anders dan zondigen, nu leert hij de mogelijkheid om niet te zondigen. Eerst kon de mens niet niet zondigen, in de hemel zal hij niet meer kunnen zondigen, terwijl hij in het paradijs de mogelijkheid had niet te zondigen (A. Augustinus).

4. Gods leiding en voorzienigheid en onze verantwoordelijkheid zijn twee zaken die voor ons menselijk verstand, voor zover ik dat kan zien, niet volledig op één noemer zijn te brengen. C.H. Spurgeon noemt ze twee lijnen: onze menselijke verantwoordelijkheid op aarde en Gods voorzienigheid vanuit de hemel. Het zijn twee waarheden, aldus Spurgeon, die volgens onze dwaze inbeelding met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Ze kunnen niet op enig menselijk aambeeld samen worden gesmeed, maar in de eeuwigheid zullen ze één zijn. Het zijn twee lijnen die zozeer bijna evenwijdig lopen dat het nauwelijks valt te zien dat ze ooit samenkomen. Maar ze komen samen en zullen elkaar in de eeuwigheid ontmoeten, dichtbij de troon van God, vanwaar alle waarheid voorkomt. 

Met hartelijke groet, 
Ds. B. M. Meuleman

Ds. B.M. Meuleman

Ds. B.M. Meuleman

  • Geboortedatum:
    20-05-1972
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Hoogeveen
  • Status:
    Actief

Tags in dit artikel:

vrije wil
Geen reacties

Terug in de tijd

Op een forum kwam ik een vraag tegen over artikel 71 van de kerkorde. Kan iemand uitleggen waarom dit artikel is opgesteld? Het gaat in elk geval over de kerkorde van de Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk...
Geen reacties
05-07-2003
Ik ben een meisje van 17 jaar. Mijn vader zegt steeds dat hij verliefd op me is en naar me verlangt. Is dat normaal!? In het verleden heeft hij me ook op plekken aangeraakt die privé zijn. Hij zegt da...
Geen reacties
05-07-2019
Als de Heere een opgroeiend gezin roept om te dienen in de zending, kan daarmee de opdracht om te vermenigvuldigen ophouden, zodat het echtpaar samen kan dienen? Hoe verhoudt het één zich tot het ande...
1 reactie
05-07-2019
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering