Vraag
Ik heb wel eens begrepen dat hoofdletters niet bestaan in de grondtalen van de Bijbel. Ik ben benieuwd naar de keuze van de makers van de Bijbel met Uitleg voor wat betreft Markus 1:10. De Bijbel met Uitleg schrijft dat het Johannes de Doper was die “opklom” en “zag”. Uiteraard samen met Jezus, maar Markus weet dat Johannes de geopende hemel ook zag. Twee keer wordt “hij” met kleine letter gebruikt. In de HSV en in andere SV-versies staat wel gewoon “Hij”. Waarom heeft de Bijbel met Uitleg een andere keuze gemaakt? Is er geen consensus over of het Johannes of Jezus was?
Antwoord
Beste vriend(in),
De Bijbel met Uitleg maakt gebruik van de Statenvertaling zoals die wordt uitgegeven door de GBS. Nu kent het Grieks, in tegenstelling tot het Hebreeuws, wel hoofdletters, maar het gaat om een ander probleem. In het Grieks komen de persoonlijke naamwoorden, zoals ik en hij, niet zoveel voor, alleen als er een bijzonder accent op valt. Je moet de persoon afleiden uit het werkwoord. Aan de vorm van het werkwoord kun je zien of het gaat over de eerste persoon, tweede persoon enz. In het Grieks staat er dus voor “hij klom op”, maar één woord. Uit de context moet je dus opmaken of hier de Heere Jezus wordt bedoeld of Johannes de Doper.
De Statenvertalers hebben, zie de kanttekeningen, gekozen voor Johannes de Doper. Maar het staat vrij om het werkwoord te laten slaan op de Heere Jezus, zoals bijvoorbeeld de vertaling van 1953 doet (zie daarvoor ook hun kanttekening). Het is dus een kwestie van interpretatie. Ik hoop dat het je zo duidelijk is.
Verder is het natuurlijk niet van het grootste belang om te weten wie hier nu precies bedoeld wordt, maar dat jij het geheim mag verstaan van de doop van de Heere Jezus en de boodschap die uit de hemel geklonken heeft.
Met een hartelijke groet en Gode bevolen,
Je ds. A. A. Egas
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A. Egas
- Geboortedatum:30-05-1957
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Damwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
