God houdt van jou zoals je bent

Ds. C. den Boer / Geen reacties

15-05-2006, 00:00

Vraag

"God houdt van jou zoals je bent." Dit zei eens iemand tegen mij en ik hoop ook heus dat dat waar is, maar ik vind niet zo gauw een bevestiging van deze uitspraak in de bijbel. Kunt u mij uitleggen wat die persoon met deze woorden bedoelt en hoe ik ze op mag vatten en of die woorden van haar enigszins bijbels gegrond zijn?

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Beste vraagstel(st)ler,

Lees Johannes 3:16. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe”. Deze tekst behoort tot één van de bekendste uit de Bijbel.

Ooit gaf iemand mij op een avond waarop ik een lezing hield over Gods verkiezende genade (Dordtse Leerregels) in de pauze een klein stuk karton met deze woorden: “Alzo lief heeft God de wereld gehad”. Daaronder las ik: “Als u wilt weten voor wie dat geldt, kijkt u dan maar aan de andere zijde.” En die andeìre kant was een spiegeltje. Daarin zag ik dus mijzelf.

Mag dat? Mag ik zo’n stralend woord als van Johannes 3:16 zo maar op mijzelf toepassen? God heeft mij lief, omdat Hij immers de wereld liefheeft? Laat ik dat in antwoord op jouw vraag proberen uit te leggen. Ik heb dat al eens eerder gedaan in een preek die je kunt vinden in mijn website (dsdenboer.nl). Ik geef daar nu een korte samenvatting van.

Staat er in Johannes 3:16, dat God de wereld liefheeft zoals Hij die geschapen heeft? Nee, niet direct. Natuurlijk gaat het ook over de wereld die God geschapen heeft en die Hij nog steeds onderhoudt en regeert; Gods geschapen werkelijkheid, de zichtbare en onzichtbare. Maar in Johannes 3:16 gaat het over de in de zonde gevallen wereld, over een wereld die bezet is door een mensheid die verantwoordelijk is voor een bijster slecht beheer van de schepping. De mens heeft er werkelijk een beestenboel van gemaakt. Hij buit de aarde uit alsof er geen nageslacht meer komt. Hij doodt zijn eigen kinderen in de moederschoot. Hij verontreinigt het leefklimaat door Gay Games.
 
Nog een keer: kan God zo’n wereld liefhebben, een wereld die God niet liefheeft? Een wereld waarin de één voor de ander een wolf is geworden, omdat ieder een slaaf is van zijn eigen driften? Dat is al lang geleden begonnen. En heeft God die wereld dan soms zo lang al liefgehad?

Ja werkelijk, het staat er. Johannes, de apostel der liefde heeft het niet verzonnen. Hij heeft het uit de mond der waarheid opgetekend. Misschien denk je, dat God van die wereld blijft houden, omdat er nog wel een paar schepselen rondlopen die Hem in ere houden en proberen de zaak op aarde recht te trekìken. Maar als je dat denkt, ben je er goed naast. God heeft de wereld lief om redenen die Hij eeuwig uit Zichzelf neemt. Kort samengevat: “Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem” (1 Joh.4:9).

Want wat deed God om Zijn liefde te bewijzen? Hij zond van Zijn Zoon om voor zondaren te sterven en Zijn toorn tegen de zonde te dragen. En Hij deed dat met de bedoeling, dat zondaren in Hem zouden geloven. “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh.3:36).

Pas dus op, dat je de tekst niet halveert. Houd niet halverwege op. Zeg niet: “Het is wel verkeerd met de wereld en met mij, maar God maakt het immers vroeg of laat met iedereen wel weer goed”. Wat baat het je als je op punt bent van verdrinken, wanneer daar slechts op verre afstand van jou een redder aan de oever staat die bereid is je te helpen? Dat je hem daar ziet staan, kan iets moedgevends voor je zijn. Maar je bent pas gered als de afstand tussen die redder en jou wordt overbrugd door een reddingslijn. De tekst spreekt ons van een Redder. Niet ver van ons vandaan. Vlak bij ons in het Woord dat we verkondigen. Maar de tekst spreekt ook over een reddingslijn: het geloof.

Zou ik het kunnen begrijpen dat God goede mensen wil redden, zoals de Koran zegt; Allah heeft die mensen lief die goed doen (Soera 2:195; 3:31). Ja, dat begrijp ik. Maar de Bijbel zegt intussen wel dat er niemand is die goed doet, ook niet een. Vgl. Rom.3:12. Nu dan, kan ik het begrijpen dat God een wereld die tegen Hem opstond wilde vasthouden? Kan ik het begrijpen dat God daarvoor het liefste dat Hij had wilde loslaten om mij te redden? Nee.

Er zijn (jonge) menìsen die het niet (meer) geloven kunnen dat er nog iemand in de wereld is die van hen houdt. Zij voelen zich in steek gelaten, wellicht door hun eigen man of vrouw. Zij hebben een negatief zelfbeeld omdat zij teleurgesteld zijn in iedereen en alles. Er zijn ook(jonge) menìsen die het niet (meer) durven geloven, dat God van hen houdt. In hun kinderjaren ging dat nog wel. Maar er is intussen zoveel gepasseerd. Zij zijn ondergedoken in de wereld met al haar rebellie tegen God, met haar ondankbaarheid, hoogmoed, zelfoverschatting, bandeloosheid, norm- en zedeloosheid. En nu staat die tekst van Johannes 3:16 echt in de Bijbel als een uitnodiging aan jouw en aan mijn adres om het te geloven, dat het met de liefde nog niet gedaan is in de wereld.

Geloof het. Geloof het dat de wereld en jij erbij onder het oordeel van God liggen. Geloof het dat de wereld nochtans een wereld is, waarvoor Jezus Christus stierf en dat ze straks hersteld zal worden als Christus Jezus wederkomt. Maar geloof het ook, dat het je ongeloof zal zijn waardoor je weldra in het verderf zult storten. Geloof het, dat je een goddeloze bent in jezelf (geen redden aan). Dat staat allemaal in je Bijbel. Maar waarom zou je dan dat andere ook niet geloven? Dat God Zijn Zoon niet zond in de wereld om die wereld te veroordelen, maar om die te behouden? Dat kan toch niet ruimer geìsteld worden? Geef het God gewonnen. Geef Hem de eer van Redder te zijn. Eer de Zoon en in Hem de Vader. “Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen” (Ps.2:1-2).

Het is een ‘kleine moeite’ voor de Heere om jou over de streep te halen. Zeg “amen” op wat de Heere belooft: “Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen” (Joh.6:37).

Tenslotte. Wat baat het mij, als ik dit alles geloof? Brengt dit geloof mij één stap verder? George Whitefield vroeg eens aan iemand: Wat gelooft u? De man antwoordde: Ik geloof wat mijn kerk gelooft. En wat gelooft uw kerk dan?, vroeg Whitefield. Wat ík geloof, antìwoordde de man. Onverschrokken probeerde Whitefield het opnieuw en vroeg: En wat gelooft u dan beiden? Wel, wij beiden geloven dezelfde dingen, was het ontwijkende antwoord.
(Warren W.Wiersbe, The Bible Exposition Commentary, Volume 2; Wheaton, Illinois 1989; blz.107).

Nee, je komt natuurlijk niet verder met een hoofd vol dogmatische en ethische stelregels die je gemeen hebt met anderen. Dat is niet geloven in Hem! Het geloof waar onze tekst van spreekt, is een geloof waarin het om God en Zijn eer te doen is. Daar voert heel het Evangelie naar Johannes een vurig pleidooi voor. En dat geloof levert wat op. Wie gelooft heeft het eeuwige leven. Dat is wat!! Dat geloof mag het weten: God heeft mij lief uit enkel genade. En dat geloof maakt van mij ook een ander mens, een mens die mag leven tot eer van de Heere en tot zegen voor anderen.

In het boekje “Rondom de Enge Poort” (a.w., blz.45) vertelt  C. H. Spurgeon van een man die in een donkere nacht verdwaalde en -naar hij meende- terecht kwam bij de rand van een afgrond. Elk ogenblik dacht hij daarin te vallen. Wat deed hij? Hij greep zich vast aan een tak van een oude boom. En daar hing hij uren lang, bang dat hij, als hij zou loslaten, te pletter zou vallen. Tenslotte kon hij het niet langer volhouden liet de tak waaraan hij hing los, en viel... Op een enkele meter onder hem zich bevindende met mos bedekte glooiing.  Hij had zich dus gerust veel eerder kunnen laten vallen.
Laat je zaligen. Laat je vallen in de doorboorde handen van de Heere Jezus.

Ds. C. den Boer

Ds. C. den Boer

Ds. C. den Boer

Geen reacties

Terug in de tijd

Ik ben een jongen van vijftien jaar oud. Ik voel mij al een aantal jaar op sommige momenten heel alleen. Ik krijg dan steeds berouw van mijn zonden. Dagen later val ik weer terug. Op zulk soort moment...
Geen reacties
15-05-2017
Is het verkeerd om als ouder een voorkeur te hebben voor het geslacht van een nog ongeboren kindje? Bijvoorbeeld graag een meisje na drie jongens of andersom. In hoeverre mag je dit stimuleren door bi...
12 reacties
15-05-2012
Ik ga me in de toekomst, samen met andere studenten, verdiepen in het onderwerp “omgaan met tijd van God”. Daarvoor ben ik op zoek naar goede literatuur. Zou u mij aan titels en auteurs kunnen helpen?
Geen reacties
15-05-2007
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering