Vraag
Beste dominee C. Harinck. Afgelopen zondag werd er in onze gemeente (Herkingen) een voorbereidingspreek gelezen van uw hand. Het ging over Psalm 23:5 in combinatie met een stuk uit Psalm 78. ‘s Avonds had ik contact hierover met mijn vader. Hij verwoordde het zo:
“Psalm 23 is een liefelijke nodiging tot de tafel des Heeren. In Psalm 78 was het God uitdagen en verzoeken. Kan de Heere dat wel? Ik vond die twee niet rijmen met elkaar, ook niet het zingen van Psalm 78, in het licht van de voorbereiding op het Heilig Avondmaal. Ik wil zeker geen kritiek geven op ds. Harinck, absoluut niet, maar voor mij was er geen verband tussen beiden...”
Ik heb beloofd aan m’n vader om de vraag aan u te stellen. Mijn vader schreef nog:
“Ik denk dat de dominee het bedoelt als voorbeeld: de Heere kan in de woestijn een gedekte tafel geven. De woestijn is dan je leven wat vol zit van... Psalm 23 richt een tafel aan. In Psalm 78 zing je daar ook van, alleen vragenderwijs.”
Ik hoop dat u het een beetje kunt volgen. Het is een oprechte worsteling van hem. Kunt u hier iets over zeggen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je wilt weten waarom ik bij de preek Psalm 78 heb laten zingen. Je vindt het niet rijmen met Psalm 23.
Ik probeer altijd Psalmen te kiezen die passen bij de inhoud van de preek. Zo ook hier. De genade van het ontvangen van het manna komt naar voren in het onverdiende er van. Zij hadden er niet boetvaardig om gebeden. Zij hadden God uitgedaagd. En toch kwam er manna. Zo is wat God in Psalm 23 schenkt ook onverdiend. Dat is de achtergrond. Het manna in de woestijn en de toegerichte tafel in Psalm 23 wijzen op dezelfde zo genadige God. Ik hoop dat het zo wat duidelijker voor je is.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
