Vraag
Ik heb een vraag die gaat over het vertrouwen in God. In veel Psalmen en andere stukken in de Bijbel worden Gods’ beloften genoemd. Hij zal Zijn kinderen helpen en hen bijstaan! Dat is Zijn Vaderlijke liefde. In de Psalmen 91 en 46 vind ik dit mooi uitgedrukt worden. Deze verzen geven een blijk van Gods’ zorg voor ons en het vertrouwen dat daaruit mag opbloeien. Hoewel deze psalmen mij altijd opbeuren en hoopvol doen voelen, roept het bij mij ook vragen op. Want ik kan me wel volledig op Hem storten en Hem vertrouwen, maar wat als God me wil beproeven? Wat als ik op Zijn liefdevolle nodiging inga en mijn vertrouwen op Hem stel, maar het is Gods’ besluit om juist datgene waar ik bang voor ben te laten gebeuren? Dat is iets waar ik vaak bang voor ben.
Op momenten van angst wil ik me zo graag laten overspoelen met Zijn veiligheid, dat ik mag weten: wat er ook gaat gebeuren, God is erbij en Hij zal me bewaren voor hetgeen ik bang voor ben. Naar dat gevoel verlang ik, maar altijd komt dat tweede gevoel erbij kijken, dat zegt: misschien wil God je beproeven. Misschien laat Hij juist je angst uitkomen om te kijken of je je er doorheenslaat. Want het is geen garantie dat ons niets zal overkomen. Maar anderzijds, belooft God ons wel veiligheid en zorg?!
Die twee gevoelens spelen erg in mij en weerhouden mij ervan de veiligheid van God te verwachten, maar het meer bij andere zaken of personen te zoeken... Dit vind ik zo ontzettend stom van mezelf, ik zou zo graag op Hem vertrouwen; maar anderzijds vind ik het ook lastig om volledig op God te vertrouwen, omdat ik bang ben dat dat vertrouwen gebroken wordt door onverwachte, vervelende dingen, die ik niet wil, maar die in Gods’ plan horen en dus moeten gebeuren.
Een tienermeisje.
Antwoord
Beste vragensteller,
Dank voor je vraag. Ik kan je geruststellen: je kunt de Heere volstrekt en volledig vertrouwen. De Heere is veel betrouwbaarder dan de meest betrouwbare mensen. Wie op mensen vertrouwt, komt vaak bedrogen uit. Wie op de Heere vertrouwt nooit. Heel de Bijbel getuigt van het feit dat God betrouwbaar is. Je hoeft niet bang te zijn dat Hij je vertrouwen breekt door je ‘te pakken te nemen’ of dat Hij het je eens ‘lekker moeilijk’ maakt. Zo is de HEERE niet.
Je hebt wel gelijk dat de Heere dienen niet betekent dat je een gemakkelijk en zorgeloos leventje hebt. Je kunt dingen meemaken die wellicht moeilijk zijn. Dit maakt echter niet dat de HEERE onbetrouwbaar is. De HEERE kan je beproeven. Geloofsbeproeving is niet een soort examen waarin je aan God moeten laten zien dat je het wel kunt, dat je je erdoorheen slaat. We hoeven aan God niets te bewijzen, want Hij kent ons al helemaal. Wanneer Hij iemand beproeft dan heeft Hij daar altijd goede bedoelingen mee. Lees de volgende Bijbelteksten maar: “En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede” (Rom. 8:28); “Wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; En de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven” (Rom. 5:3); “Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt; Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt” (Jac. 1:2-3).
In de Bijbel wordt geloofsbeproeving gezien als een zegen van de HEERE bedoeld om het geloof te versterken. Met geloofsbeproeving heeft God jouw voordeel op het oog. Hij gebruikt het om jou wat te leren, om je geloof te versterken of om zonden in je leven aan te wijzen. Dat kan pijn doen, maar dat is wel honderdmaal beter dan dat de HEERE het niet doet.
Vergelijk het met een arts die een ernstige en levensbedreigende tumor bij iemand ontdekt. Wanneer er niet geopereerd wordt zal die persoon sterven. Stel je voor dat die arts zegt: “Ik wil jou die pijn van de operatie niet aandoen, zo’n operatie is zo vervelend, ik opereer je niet.” Dat zou een slechte arts zijn. Je zou immers sterven. Een goede arts zal de operatie uitvoeren, ook al brengt dit pijn met zich mee. Een goede arts zal net zolang snijden tot de hele tumor weg is, ook al doet het pijn. Zo’n arts heeft immers jouw leven en jouw gezondheid op het oog. Zo is het ook met de HEERE. Bij alles wat Hij doet heeft Hij jouw leven en jouw zaligheid op het oog.
Velen miljoenen gelovigen hebben zich aan de HEERE toevertrouwd en niet één is ooit beschaamd uitgekomen. Ook jou zal de HEERE niet beschamen.
Kand. G. K. Terreehorst
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.K. Terreehorst
- Geboortedatum:23-05-1986
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het is dan ook logisch dat we dagelijks voor beproevingen komen te staan.
We kunnen echter nooit zeggen dat de ware God Jahweh ons met slechte dingen beproefd of op de proef stelt.
Jakobus 1:13 zegt dan ook:
"Laat niemand die een beproeving meemaakt zeggen: ‘Ik word door God op de proef gesteld.’ Want God kan niet met slechte dingen worden beproefd, en zelf beproeft hij ook niemand daarmee."
Ik weet niet of je gelooft dat satan de duivel bestaat en dat hij de heerser van de wereld is.
Als dat zo is weet je dat hij alleen maar wilt dat mensen ongehoorzaam zijn aan onze levengever en een leven leiden dat God ontsiert, zoals satan dat doet (en hij weet dat hij daarvoor zal sterven).
Jakobus zegt dat de beproevingen die we meemaken ook nog uit een andere koek kunnen komen.
Ja, uit onszelf, de verkeerde keuzes die we maken en zeker uit onze eigen verkeerde verlangens.
(Jak.13:14) .. Maar iedereen wordt op de proef gesteld doordat hij door zijn eigen verlangen meegetrokken en verleid wordt (of: gevangen als met aas).
Als een christen dit toelaat en geen halt toeroept brengt dat de dood met zich mee ... (Jak1:15) Daarna, wanneer de begeerte bevrucht is, baart ze zonde, en wanneer de zonde volgroeid is, baart ze de dood.
We moeten elke dag vechten tegen onze zondige neigingen en God vragen ons daarbij te helpen, zonder Jahweh gaat het echt niet lukken.
(Psalm 146:3-5)..
Vertrouw niet op mensen met macht,
vertrouw niet op de mens, die niet redden kan.
4 Zijn geest gaat uit, hij keert terug naar de grond.
Op die dag vergaan zijn gedachten.
5 Gelukkig wie de God van Jakob als helper heeft,
wie hoopt op Jahweh, zijn God.
