Drie-verbondenleer in CGK

Ds. A. van der Zwan / Geen reacties

04-04-2003, 00:00

Vraag

In de meeste kerken wordt de twee-verbondenleer gepredikt, in de CGK de drie-verbondenleer. Wat is het verschil precies? Is het een accentverschil of een wezenlijk verschil?

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Vooraf wil ik benadrukken dat je hieronder de visie vindt van een Christelijke Gereformeerde predikant. Het zou kunnen zijn dat een ambtsbroeder uit bijvoorbeeld de Gereformeerde Gemeenten bepaalde dingen anders zou beschrijven of taxeren. Het is slechts mijn bedoeling om zo duidelijk en praktisch mogelijk op deze kwestie in te gaan.

Op grond van Gods Woord zijn er drie "verbonden" te onderscheiden die te maken hebben met het eeuwig heil van mensen: het verbond der verlossing oftewel de raad des vredes, het verbond der werken (met Adam) en het verbond der genade. Om meteen maar met de deur in huis te vallen: aan de visie op deze verbonden en de verdeling ervan danken we de termen "twee-verbondenleer" en "drieverbondenleer". Wie een tweeverbondenleer aanhangt, is namelijk van mening dat het verbond der verlossing en het verbond der genade samenvallen. Wie een drieverbondenleer aanhangt, is van mening dat de genoemde verbonden alle drie apart genoemd moeten worden.

Waarom nemen de tweeverbonders het verbond der verlossing en het verbond der genade samen? Omdat men de overtuiging heeft dat beide verbonden gesloten zijn tussen God de Vader en God de Zoon. Het verbond der verlossing is dan de naam voor het heilig overleg dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest al vóór de schepping hebben gevoerd over het eeuwig heil van de uitverkorenen. De Vader koos ze van eeuwigheid uit, de Zoon zegde toe ze te zullen verlossen, de Heilige Geest beloofde aan hen allen het heil in Christus te zullen toepassen. Het genadeverbond is vervolgens de uitwerking van dit verbond der verlossing zoals dat na de zondeval gestalte heeft gekregen, met name in het leven van Abraham en Zijn zaad. Heel belangrijk is dus bij een tweeverbondenleer dat men het startpunt kiest in de eeuwigheid en dat het Hoofd van het Genadeverbond Christus is. Degene Die Zich van eeuwigheid Borg stelde voor Zijn Kerk. Hij is de "Verbondspartner" van God de Vader in het verbond der verlossing én in het verbond der genade. Dit valt dus eigenlijk samen.

Wat bij de tweeverbonders samenvalt, halen drieverbonders uit elkaar. Ze maken onderscheid tussen het verbond der verlossing, dat inderdaad handelt over de zaligheid van de uitverkorenen; en het verbond der genade. Van dit laatste verbond menen de drieverbonders dat je niet uit de Bijbel kunt afleiden dat dat met Christus is opgericht. Wie de Bijbel begint te lezen vanaf Gen. 1, zonder allerlei "voorkennis" over hoe het in de eeuwigheid zou zijn gegaan, krijgt vanaf Gen. 12 Gods weg met Abraham te lezen, waarin je ontdekt dat de HEERE met hem en met zijn nageslacht Zijn verbond heeft opgericht. Gaandeweg het lezen van de Bijbel ontdek je vervolgens ook dat dat verbond niet zonder offer en zonder middelaar kan. Wat in het Oude Testament door een man als Mozes en door de offerdienst in tabernakel en tempel werd afgebeeld, blijkt in het Nieuwe Testament in één Persoon gestalte te krijgen: Jezus Christus. Hij heeft door Zijn offer het genadeverbond zijn eeuwige geldigheid gegeven. Hij is als de meerdere Mozes de Middelaar van het genadeverbond. Let dus op het verschil: tweeverbonders noemen Christus het Hoofd van het genadeverbond, drieverbonders  erkennen wel dat Hij het Hoofd van de uitverkorenen is, maar spreken vervolgens liever over Hem als Middelaar van het genadeverbond.

Waarom zo moeilijk gedaan over de vraag of Christus Hoofd of Middelaar van het verbond is? Waarom zo diep nagedacht over de vraag of het verbond der genade hetzelfde inhoudt als het verbond der verlossing of niet? Omdat het antwoord op deze vragen consequenties heeft voor de manier waarop je omgaat met de beloften van het verbond. Denk dan vooral ook aan de beloften die in de doop betekend en verzegeld worden. Voor wie zijn die beloften? Een drieverbonder zal daarop een ander antwoord geven dan een tweeverbonder. De laatste zal, denkend vanuit de verkiezing zeggen: God heeft met Christus als het Hoofd van de uitverkorenen Zijn verbond opgericht. De beloften zijn dus alleen bestemd voor de uitverkorenen. Alleen die mensen mogen op de vervulling van de verbondsbeloften pleiten. Al ben je gedoopt, daarom kun je nog niet zomaar werkzaam zijn met je doop, want als je niet uitverkoren bent, gelden de beloften niet voor jou. Je zou deze redenering ook nog van een andere kant kunnen opzetten, door te zeggen: God doet altijd wat Hij belooft. Als vervolgens blijkt dat niet alle gedoopten het ware geloof ontvangen en beoefenen, heeft God aan hen blijkbaar niet echt de verbondbeloften gegeven, want anders zou Hij ontrouw zijn aan Zijn eigen Woord.

Als drieverbonder zou ik op dit punt echter willen verwijzen naar de geschiedenis van de woestijnreis, zoals die in Hebr. 3 wordt aangehaald. Daar lees je ook van bondelingen die op pad gegaan waren om het Beloofde Land te gaan beërven. Dat had God beloofd! Maar wat staat er in Hebr. 3:19? Ze konden vanwege hun ongeloof niet ingaan. Gods beloften waren wel betrouwbaar, maar die beloften worden alleen in de weg van geloof vervuld.

Vanuit de Bijbel spreekt een drieverbonder daarom liever van het verbond met Abraham, waarin de gelovigen met hun nageslacht mogen delen. Echt delen, zonder de vraag te hoeven stellen: ben ik wel uitverkoren, want anders zijn de beloften niet voor mij. Op die vraag krijgt een mens nooit een antwoord vóórdat hij of zij in geloof vlucht tot de Heere Jezus Christus. Zekerheid van het delen in Gods verkiezend welbehagen is geen voorwaarde om te mogen geloven in de beloften, maar vrucht van dat geloof (vgl. D.L. I, 12). Wie -volgens mij- op een bijbelse wijze verbond der verlossing en verbond der genade weet te onderscheiden, zegt enerzijds. God heeft van eeuwigheid een volk uitgekozen dat zéker zalig wordt door het werk van Zijn Zoon. Zij allen en zij alleen delen in het werk van de Zaligmaker.

Maar anderzijds: het genadeverbond omvat méér mensen dan alleen de uitverkorenen. Er kan sprake zijn van verbondsbreuk, zoals dat in het Oude Testament zovaak is gebleken. Dat neemt niet weg dat ook verbondsbrekers met Gods welmenend aanbod en serieuze beloften te maken hadden. En dat is een heel praktisch punt: wie drie verbonden leert, hoeft zich niet bezwaard te voelen als hij in alle ruimte aan alle hoorders de genade van God in Christus aanbiedt met bevel van bekering en geloof. Ik heb de indruk dat een tweeverbondenleer die ruime aanbieding in de weg kan staan omdat de prediker en de gemeente steeds in het achterhoofd houden: wie niet uitverkoren is, krijgt ook niets aangeboden.

De Schrift leert het mijns inziens ruimer. En niet alleen de Christelijke Gereformeerde Kerken kennen een prediking die zich in die ruimte wil begeven. Naar mijn vaste overtuiging vind je het algemeen aanbod van genade in verschillende kerken van gereformeerde signatuur, of ze zich drieverbonders noemen of niet. In dat opzicht wil ik ook deze zaak wat proberen te relativeren. Waar het om de aanbieding van de genade gaat aan zondaren, kunnen mensen met een verschillende verbondsopvatting elkaar toch vaak verstaan.

De zgn. Marrow-men uit Schotland (Boston, Erskines etc.) hadden, voorzover ik hun geschriften heb gelezen, in de studeerkamer twee verbonden en op de preekstoel drie. Zo ruim prezen ze de Heere Jezus aan al hun hoorders aan. Wellicht dat het via de verbondenheid aan dit soort schrijvers mogelijk zal blijken, dat verschillende kerken en predikers in onze tijd elkaar gaan verstaan. En dat men samen ziet: het gaat uiteindelijk niet om de verbondsvisie die mensen hebben. Het gaat erom of ik door een waar geloof Christus mag kennen, het van Hem verwacht en mijn leven in Zijn hand heb leren leggen. Zo leren al Gods kinderen het van Zijn Heilige Geest. Zo wordt het doel van het verbond der verlossing én van het verbond der genade bereikt.

Ds. A. van der Zwan

Ds. A. van der Zwan

Ds. A. van der Zwan

  • Geboortedatum:
    27-02-1972
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Dordrecht-Centrum
  • Status:
    Actief
Geen reacties

Terug in de tijd

Waarom wordt Openbaring niet geheel gepreekt? Dat zit vol onderwijs voor vandaag.
5 reacties
04-04-2015
Aan dominee Simons. Uw lezing over "gestorven door de wet en aan de wet" heb ik gehoord. Ik vond het erg mooi en leerzaam. Dat versterkte het besef van de rechtvaardiging enkel en alleen in en door Ch...
Geen reacties
04-04-2012
Ik heb een vraag die mij erg bezighoud. Ik ben erg bang om te sterven en denk ook steeds dat ik binnenkort er niet meer zal zijn. Ik heb ook een datum in mijn hoofd waarop ik zal verongelukken ofzo. I...
2 reacties
04-04-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering