Opmerkingen over kinderdoop

Ds. G.A. van den Brink / Geen reacties

29-08-2014, 10:52

Vraag

Aan ds. Van den Brink. Naar aanleiding van uw antwoord op deze vraag: wil ik u de volgende vragen stellen. Zelf ben ik als kind gedoopt. Na diverse gesprekken met een dominee, een kerkenraadslid en het lezen van diverse artikelen/boeken over de kinderdoop, heb ik ontdekt dat de heersende gedachte over de kinderdoop in 'mijn' kerk is: (enkele opmerkingen) 1. God zegt niet: Ik wil je Vader zijn, Ik wil je zalig maken, Ik beloof je Mijn beloften. Dat is ook niet bijbels. De beloften van het genadeverbond zijn voor Gods kinderen. De doop betekent voor jou, dat je het voorrecht hebt dat de woorden Gods je zijn toevertrouwd (je mag dus ook niet pleiten op je doop; God is jou niets verschuldigd). 2. Het doopwater wijst heen naar het bloed van Christus. Er is nog genoeg water beschikbaar. Je moet gewassen worden. Vraag er maar veel om of dat bloed toegepast mag worden. 3. Verder mogen alle ouders, ongeacht of ze aan het avondmaal gaan of niet, hun kinderen dopen. Oftewel, het genadeverbond behoort de uitverkoren. We kunnen niet zeggen of kinderen bij het genadeverbond horen, omdat we niet weten wie er uitverkoren is. Daarom mogen de beloften uit Genesis 17 niet zomaar op iedereen toegepast worden. Dit om te voorkomen dat mensen zich de zaligheid onterecht zullen gaan toe-eigenen. We dopen daarom alle kinderen en leggen de doop uit als “de mogelijkheid van zaligworden wordt gepredikt.” Mijn vragen: a. Kunt u mij in korte bewoording uitleggen wat voor mij persoonlijk de waarde van de doop is? Ik mag door genade weten een kind van God te zijn, maar ik heb geen idee wat voor mij de waarde er van is door alle 'tegenstrijdige' uitleggingen. b. U zegt dat de reformatorische kerken strenger mogen zijn in het toelaten van dopelingen. Bijvoorbeeld als ouders zelf de belofte van God niet geloven uit Genesis 17. Maar dan wordt het kind slachtoffer van de daden van zijn ouders en ontvangt niet het verbondsteken? c. Ik heb zelf geen kinderen, ik ben nog een jongere. Maar stel dat ik kinderen heb later, wat moet ik hen dan vertellen? Bid maar om een nieuw hartje? Dat zit er zo diep in bij mij! Hoe geef ik hen de waarde van de doop mee? Alvast hartelijk bedankt voor uw tijd en moeite. Ik waardeer dat u het doopdebat bent aangegaan, wat ook al voor wat verheldering heeft gezorgd bij mij. Gods zegen! Een jongere.

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Dank voor je vragen! Het is telkens weer verdrietig om te constateren: de sacramenten zijn ons door Christus gegeven om ons te vermanen (te bemoedigen) en te verzekeren, zie HC 26.29 en 28.75. Maar helaas ontstaat er vaak meer onzekerheid en verwarring dan verheldering en versterking.

Er zijn, globaal, twee benaderingen mogelijk bij de doop. De ene is dat in de doop de algemene belofte van God verzegeld wordt, de andere dat de persoonlijke belofte wordt verzegeld.

Als je je doop ziet als bevestiging van de algemene belofte, zie je de doop als Gods belofte dat Hij jou wíl zalig maken, Zijn genade aanbiedt, je het Evangelie erdoor verkondigt, dat je erop mag pleiten, enzovoorts. De doop is als het ware een streep onder het algemene aanbod van genade. Voordeel ervan is dat je je niet hoeft af te vragen wat de doop voor jou betekent. De betekenis is immers een vast gegeven voor alle gedoopten: een oproep en nodiging tot geloof. Nadeel van deze visie is, dat de doop je niet verzekert van je eeuwige zaligheid en persoonlijke redding. Je kunt immers nog steeds verloren gaan.

Als je je doop anderzijds ziet als bevestiging van de persoonlijke belofte, zie je de doop als Gods belofte dat Hij jou zál zalig maken, je met Christus verenigt, de afwassing der zonden en de vernieuwing door de Heilige Geest schenkt, enzovoorts (HC 26.70). Je doop verzekert dat je het bad der wedergeboorte hebt ontvangen en dat je zonden zijn afgewassen (HC. 26.71, 27.73; Hand. 22:16; Tit. 3:5). Voordeel van deze visie is, dat de doop veel meer dan het aanbod van genade verzegelt: niet slechts het aanbod van genade, maar de genade zelf. Niet slechts in algemene, onpersoonlijke zin, maar heel persoonlijk voor jou. De doop verzegelt dat je uitverkoren bent. Nadeel van deze visie is, dat je zonder geloof eigenlijk niet kunt zeggen dat je gedoopt bent (vgl. Rom. 2:25).

Vergelijk het eens met de visie op de verzoening. Sommigen bepleiten de algemene verzoening, anderen de particuliere verzoening. Voordeel van de algemene verzoening is dat je tegen iedereen kunt zeggen: “Jezus is voor jou gestorven.” Niemand hoeft zich over die vraag te bekommeren. Nadeel is echter, dat je toch nog verloren kunt gaan, ondanks dat Christus voor je gestorven is. Voordeel van de particuliere verzoening is, dat als Christus voor je gestorven is, je voor eeuwig veilig en behouden bent. Nadeel is, dat je eerst door het geloof dient te weten of Christus voor je gestorven is.

Beide visies op de doop kom je in de gereformeerde gezindte tegen. De doop als verzegeling van de algemene belofte vind je vooral in de Ger. Gem., de GGiN en de OGG. De doop als verzegeling van de persoonlijke belofte vind je vooral in de CGK, de PKN en de HHK. Ook de baptisten zien de doop als verzegeling van Gods persoonlijke belofte. Ikzelf kies met overtuiging voor de doop als verzegeling van Gods persoonlijke belofte. Zo vind ik het terug bij de oude schrijvers, in de belijdenisgeschriften en (bovenal) in de Heilige Schrift. Alleen met deze benadering kan ik de eenheid tussen de doop van kinderen en volwassenen handhaven, en kan ik doop en avondmaal zien als twee sacramenten van dezelfde zaak (vgl. vraag HC 26.69 met 28.75). En wat ik zojuist een nadeel van deze visie noemde, is feitelijk geen nadeel: dat God de zaligheid belooft in de weg van geloof, kunnen we toch onmogelijk een nadeel noemen...?

Ook jouw kerk zit, als ik het goed lees, op die lijn. Toch zijn er tegelijk wel degelijk verschillen. Die hebben vooral te maken met het oordeel der liefde (judicium charitatis). We weten van concrete personen inderdaad niet met zekerheid of zij zijn uitverkoren, wedergeboren, enzovoorts. Maar als wij mensen dopen, oordelen wij in liefde (vgl. D.L. III/IV,15): wij beschouwen hen als mensen die bij Christus behoren, uitverkoren zijn, en de genade van wedergeboorte, geloof en bekering (zullen) ontvangen. Vanuit dat oordeel der liefde worden zij gedoopt. Jacobus Trigland bijvoorbeeld schrijft: “Niemand kan met zekerheid beoordelen wie er uitverkoren zijn, behalve dat iedere ware gelovige door het getuigenis van de Heilige Geest van zijn eigen uitverkiezing verzekerd kan zijn. Niettemin omhelzen wij in liefde al degenen die enige uiterlijke en waarneembare merktekenen van de genade Gods vertonen; wij moeten hen naar het oordeel der liefde houden voor uitverkorenen Gods, zonder dat we Gods verborgen oordelen nieuwsgierig onderzoeken. Dit oordeel der liefde gaat over alle lidmaten van de zichtbare kerk en over hen alleen. Dat zijn niet alleen de volwassenen die Christus belijden en die eerbaar leven; maar het zijn ook de jonge kinderen die uit gelovige ouders zijn geboren, uit kracht van de belofte aan Abraham en aan zijn nakomelingen gedaan. Op grond daarvan worden zij evenzeer als hun ouders in het verbond Gods begrepen. Voor kinderen is het geboren zijn uit gelovige ouders hetzelfde als wat voor de volwassenen de belijdenis van het geloof is. Daarom wordt aan de kleine kinderen, naar het oordeel der liefde, de zaligheid toegeschreven en zij worden voor uitverkoren gehouden, evenals de volwassenen die belijdenis doen – zolang zij niet door hun daden het tegendeel bewijzen.”

Helaas functioneert het oordeel der liefde tegenwoordig echter nauwelijks meer. In de genoemde kerken worden kinderen wel gedoopt, maar zonder daarbij verband te leggen met de uitverkiezing, wedergeboorte en zaligheid voor deze concrete personen. Ze worden vaak zelfs als onwedergeboren, verloren, misschien zelfs als verworpen beschouwd, totdat het tegendeel blijkt. De oude schrijvers zouden stellen dat als je dat werkelijk denkt, je geen enkele reden hebt om die kinderen te dopen!

Nu jouw vragen:

a. Als jij door genade mag weten een kind van God te zijn, is jouw doop Gods verzekering dat je gereinigd bent door Christus bloed tot rechtvaardiging, dat de Heilige Geest je wast tot heiligmaking, dat je wedergeboren bent; mag delen in de doop, begrafenis en opstanding van Jezus Christus.

b. Ongelovige ouders kunnen en mogen geen antwoord geven op de vragen van het doopformulier: zij zouden een leugen uitspreken. Zijn hun kinderen daarvan de dupe? In zekere zin wel helaas; lees het tweede gebod uit de wet (Ex. 20:5); het ongeloof van ouders raakt helaas ook diepgaand de opvoeding van hun kinderen. Anderzijds mogen deze kinderen toch gedoopt worden. Maar dan zouden anderen dan de eigen ouders de doopvragen moeten beantwoorden. Vroeger waren er in zulke situaties de peters en meters, die zich garant stelden voor een gelovige, christelijke opvoeding van dergelijke kinderen.

c. Als jij ooit kinderen krijgt, mag je Gods belofte van Gen. 17:7 ook voor hen in geloof toeëigenen. Je mag dan je kinderen opvoeden in het vertrouwen dat in hun leven Gods genadewerk van geloof en bekering openbaar zal komen. Geef ze trouwens niet allereerst de waarde van hun doop mee, maar de waarde van Christus en van Zijn Evangelie.

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Ds. G.A. van den Brink

Ds. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
  • Bijzonderheden:

    Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.

    Bekijk ook:

Tags in dit artikel:

doopformulierkinderdoop
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik zit de laatste tijd met een lastig probleem. Het klinkt misschien raar, maar ik heb vaak moeite met slikken, als ik bijv. drink. Als ik ergens drink, drink ik niet prettig, omdat ik er op ga letten...
2 reacties
29-08-2009
Ik weet niet wat nu waar is: 1. Wie in mij geloofd zal eeuwig leven hebben en alle zonden zijn al vergeven en je daden tellen niet. 2. Ik was hongerig en ge hebt me te eten gegeven, ik was dorstig en ...
Geen reacties
29-08-2006
Ik zit met een vraag. Ik hou verschrikkelijk veel van mijn vriend en hij van mij. We zijn erg gelukkig samen. We mogen weten dat we beiden naar de hemel gaan als we sterven. Ik vind het alleen zo moei...
Geen reacties
29-08-2006
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering