Vraag
In de heilsorde volgt heiligmaking na bekering en rechtvaardigmaking. Maar als je persoonlijk (nog) niet de verzekering hebt dat je zonden vergeven zijn, hoe moet je dan de heiligmaking plaatsen? Kun je dan voor jezelf weten dat die heiligmaking wel "aan het gebeuren is" in je leven? Ik bedoel: De wet is in de eerste plaats gegeven tot ontdekking van onze schuld voor God, en om ons naar Hem te drijven. Maar de werken van de wet kunnen we in onszelf nooit volbrengen, hiermee kunnen we God niet behagen. Maar in het stuk van de heiligmaking doen we de werken van de wet uit dankbaarheid, en zijn het wel vruchten van onze bekering, die God aangenaam zijn. Maar als je dus in de rechtvaardigmaking niet verzekerd bent, maar wel een continue betrekking voelt tot God, en een gemis aan Hem, en een niet zonder Hem verder te willen leven, wanneer weet je dan of je de wet alleen wilt houden uit jezelf, of dat je het doet uit dankbaarheid voor God? Het is misschien een ingewikkelde vraag geworden, maar ik hoop dat u het begrijpt en er een antwoord op kunt geven.
Antwoord
Beste jongere,
Je vraag is nog niet zo gemakkelijk. ‘k Hoop toch een poging te doen. Rechtvaardigmaking en heiligmaking horen heel duidelijk bij elkaar. Het ene is de keerzijde van het andere. Rechtvaardigmaking is immers de rechterlijke daad van God, waardoor Hij de zondaar vrijspreekt van schuld en straf en hem/haar recht geeft op het eeuwige leven.
Wij zoeken die vrijspraak of vergeving van zonde vaak op de verkeerde plaats. Wij denken dat wij die vergeving van zonde moeten verdienen. Of dat wij die vrijspraak/vergeving onszelf waard moeten maken. Het werken, het zelf wat doen, zit ons in het bloed. Als we dan maar beter zouden leven... Als we onszelf en onze levensstijl wat zouden opknappen... ja, dan zal het ook wel beter worden met mijn zonde, met mijn schuld. Toch is dat een gevaarlijke dwaling. Want vergeving van zonde krijg je nooit omdat je wat beter bent gaan leven, of omdat je jezelf wat bent gaan opknappen. Vergeving krijg je alleen vanuit God en om Christus’ wil.
Daarom -beste vraagsteller- is het zo buitengewoon belangrijk, niet dat wij God proberen te behagen door wat anders te gaan leven, maar... dat je Christus zoekt. Vraag maar: “Heere, breek in mijn leven alles af, wat Christus in de weg staat. Maak plaats in mijn leven voor de Borg en Zaligmaker. Want alleen in Hem is vergeving te vinden.”
Je spreekt ook over een betrekking tot/op God en een gemis van Hem. En dat je niet zonder de Heere kunt. Dat zegt wel wat. Als ‘k goed begrijp mis je de zekerheid. Hoe krijg je meer vastheid/zekerheid? Het is God de Heilige Geest Die tot zekerheid brengt. Deze Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn. Dus de Heilige Geest bewerkt de geest van Gods kinderen, zodat zij gaan weten dat zij kinderen van God zijn. Daarvoor gebruikt de Heilige Geest het Woord; Hij gebruikt de prediking van het Woord. In de prediking dienen de vragen rondom de zekerheid aan de orde te komen.
De Catechismus zegt (in vraag en antwoord 86) dat je ook uit je goede werken, of uit de vruchten van het geloof verzekerd kunt worden. Wat betekent dat? Dat betekent dat een kind van God, zichzelf onderzoekend bij het licht van het Woord, in biddend opzien tot de Heere, mag ontdekken dat de dingen die hij/zij in zijn /haar leven van de Heere ontvangen heeft, waar zijn! God gaat er het stempel op zetten. En dat kan meerdere vastheid en meerdere zekerheid geven.
De heiligmaking is de dagelijkse vernieuwing van ons leven door de Heilige Geest. De Heere werkt de heiliging in je leven. En Hij roept je ook op tot heiliging. In Zijn kracht leer je te strijden tegen de zonde. Je vraagt dan: Leer mij naar Uw wil te handelen... Is dat je leven?
Je schrijft: Wanneer weet je of je de wet alleen wilt houden uit jezelf, of dat je het doet uit dankbaarheid voor God? Hier geldt altijd weer de bede: “Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg.” Of zoals de berijmde Psalm luidt: “En doe mij toch met vast schreden den weg ter zaligheid betreden.”
Misschien dat je toch een beetje antwoord op je vragen hebt, op deze wijze. ‘k Hoop en bid dat de Heere je verder leidt.
Hartelijke groeten,
Ds. H. van der Ham
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. van der Ham
- Geboortedatum:25-05-1955
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Driebergen-Rijssenburg
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zoals ds.v.d.Ham al zegt horen rechtvaardigmaking en heiligmaking bij elkaar.
1 Kor.6:11 Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent (tegenwoordige tijd) geheiligd, maar u bent (t.t.) gerechtvaardigd, in de naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.
Als je (nog) niet weet of je zonden vergeven zijn moet je je helemaal niet met de heiligmaking bezig houden.
Dan kun je beter bedenken dat een ieder die in Hem geloofd niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
En als je dan in Hem geloofd dan ben je niet meer onder de wet maar onder de genade. Rom.6:14.
Dan 'moet' je niets meer maar is het heel natuurlijk voor je geworden om Zijn wil te doen vanwege de nieuwe natuur die door de wedergeboorte ontvangen wordt.
Maar omdat de oude natuur er ook nog is spreekt Kol.3 over de strijd van de oude en nieuwe mens.
Het lijkt me dat je de zekerheid in jezelf wilt zoeken omdat je zegt: .... een continue betrekking voelt tot God, en een gemis aan Hem, en een niet zonder Hem verder te willen leven, wanneer weet je dan of je de wet alleen wilt houden uit jezelf, of dat je het doet uit dankbaarheid voor God?
Zekerheid kun je alleen krijgen vanuit de Bijbel omdat dat Gods Woord is.
Hoe weet je of iemand je vergeven heeft? Alleen maar als hij dat zelf zegt, en toch zeker niet omdat we iets bij onszelf voelen?
We kunnen onze zekerheid niet bouwen op dankbaarheid, gemis, een betrekking op Hem e.d.
Vraag: Hoe zijt gij rechtvaardig voor God?
Antw. Alleen door een waar geloof in Jezus Christus; alzo dat, al is het dat mij mijn consciëntie aanklaagt dat ik tegen al de geboden Gods zwaarlijk gezondigd en geen daarvan gehouden heb, en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben, nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds, uit louter genade mij de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent, evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan, ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, in zoverre ik zulke weldaad met een gelovig hart aanneem.
De Heilige Geest volbrengt ook de heiligmaking. Zorg dat je weet dat Hij in je leven gekomen is. Ik lees in je vraag dat je 'een continue betrekking voelt tot God, en een gemis aan Hem, en een niet zonder Hem verder te willen leven'. Dat is een werk van de Geest! Hij zal het werk in je voortzetten. Zonder Hem de wet volbrengen is een poging tot heiligmaking die je alleen wettisch maakt en is volgens Paulus een vorm van afgodendienst (Gal. 4:9) Met Hem gaat het 'vanzelf'.
