Algemene werking van de Heilige Geest

Ds. G.J. Blankers / 3 reacties

15-02-2011, 14:14

Vraag

Ik las in een boek dat er een algemene werking van de Heilige Geest is en een krachtdadige werking. Wat wordt er met een algemene werking bedoeld? Wat wordt er bedoeld met het weerstaan van de algemene werking van de Heilige Geest? Is dat het verlangen om God te dienen en soms Zijn liefde te voelen, maar dat je altijd weer terugvalt in de zonde?


Antwoord

Allereerst mijn oprechte verontschuldiging dat door persoonlijke omstandigheden de vraag langer is blijven liggen dan mij lief is.

Als ik je goed begrijp, is de aanleiding tot het stellen van je vraag te vinden in datgene wat je in een boek las. Nu weet ik niet welk boek je bedoelt en met datgene wat ik nu allereerst wil opmerken, wil ik zeker de schrijver van het boek (met zijn intentie) niet in diskrediet brengen! Het onderscheid tussen een algemene werking van de Heilige Geest en een bijzondere, krachtdadige werking zou je een dogmatisch onderscheid kunnen noemen. Persoonlijk ben ik van mening dat we zeer voorzichtig moeten zijn met zulke onderscheidingen. Dogmatische onderscheidingen hebben ten doel dienstbaar te zijn aan het verstaan van datgene wat de Heere in Zijn eigen onfeilbare Woord openbaart aangaande Zichzelf en de wijze waarop het Hem behaagt zondaren uit de duisternis waarin zij zichzelf terecht hebben gebracht, te brengen tot Zijn wonderbare licht. Dogmatische onderscheidingen mogen nooit een eigen leven gaan leiden. Het gevaar van dit onderscheid tussen een algemene werking en een bijzondere, krachtdadige en zaligmakende werking is, dat we de Heilige Geest ook een algemene werking gaan toeschrijven waarvan wij veronderstellen dat die niet krachtdadig is en dus ook niet zaligmakend. Als we niet uitkijken, zitten we al heel snel in het vaarwater van de remonstranten die omdat zij de menselijke keuzevrijheid vast willen houden, leren dat Gods genade en daarmee ook de zaligmakende werking van de Heilige Geest te weerstaan zijn. Ik ga er voor alsnog vanuit dat de schrijver van je boek dat geenszins heeft willen betogen! Daarover wat mij betreft, echt geen misverstand. Ik geef alleen maar aan waarom ik op dit gebied uiterst voorzichtig begeer te zijn.

Wanneer wij de Heilige Schrift openen, toont de Heere ons ook het werk van Zijn Heilige Geest. Het is geheel naar de Heilige Schrift, wanneer de Geloofsbelijdenis van Nicea belijdt dat de Heilige Geest Heere is en levend maakt. Zijn werk is daarbij velerlei. Was de Heilige Geest niet reeds tegenwoordig en werkzaam bij de schepping, zoveel te heerlijker wordt ons Zijn werk voorgesteld juist als het gaat om de verlossing van zondaren. Met Hem is de Heere Jezus gezalfd. Daarom draagt Hij de naam Christus, Gezalfde, namelijk met de Heilige Geest. Dat wordt zichtbaar bij de doop in de Jordaan, waar de Heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem neerdaalt en Hij daardoor wordt aangewezen als de met de Heilige Geest Gezalfde. Hij is de inwendige Leermeester, Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, Die in al de waarheid leidt, Die het uit Christus neemt om het te verkondigen, Die werkelijk troosten kan. Hij is de Geest van de aanneming tot kinderen, door Welke, zo getuigt de apostel Paulus, wij roepen Abba, Vader. Van elk van deze zaken zou heel wat te zeggen zijn. Ik laat dat nu rusten.

Deze zelfde Heilige Geest is de Geest van de inspiratie: “Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens mensen, maar de heilige mensen God, van den Heiligen geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken” (2 Petr. 1:21). Bij dit punt wil ik uitvoeriger stilstaan, omdat dit punt naar mijn gevoelen de kern van je vraag raakt.

Wanneer de Heilige Geest de Geest van de inspiratie is, betekent dat dat de uiteindelijke auteur van de boeken van de Heilige Schrift de Geest van God is. De Bijbel wordt niet Gods Woord wanneer de Heilige Geest er (zaligmakend) gebruik van maakt. De Bijbel is Gods Woord en blijft dat, zelfs wanneer geen mens er geloof aan zou hechten. Dat betekent dat elk mens wanneer hij of zij in aanraking komt met de Bijbel in aanraking komt met het eigen spreken van God Zelf. Dat strekt zich ook uit over de prediking van Gods Woord. Ieder die (al zou het maar eenmaal in zijn of haar leven zijn) onder de prediking van Gods Woord is geweest, is in aanraking geweest met Gods eigen spreken! Prediking van Gods Woord is volgens het getuigenis van dat Woord Gods zelf bediening der verzoening! Lees maar eens in 2 Kor. 5:18vv: “En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende, en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege alsof God door ons bade; wij bidden van Christus’ wege: laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem”. Door de dwaasheid der prediking nadert God Zelf, Die geen lust heeft in de dood van de goddeloze, ernstig, welmenend, liefderijk vol ontfermen tot het hart van de zondaar. Als de Heere ergens werkt door Zijn Heilige Geest dan is het wel daar, waar Zijn eigen onfeilbare Woord is. Dat Woord is en blijft Zijn eigen Spreken, Zijn eigen openbaring. Denk nu eens aan de gelijkenis van de zaaier (Matth. 13:1-9 en 18-23). Het zaad komt wel op verschillende plaatsen terecht (bij de weg, op steenachtige plaatsen, in de doornen en in de goede aarde), maar waar het ook terecht komt, het zaad is en blijft enerlei van natuur: het zaad zelf is goed. Wanneer een mens verloren gaat, ligt dat niet aan een gebrek in het zaad dat gestrooid werd! We zien in diezelfde gelijkenis hoe het zaad aanvankelijk op steenachtige plaatsen lijkt vrucht te gaan dragen. De Heere Jezus Christus zegt daarvan zelf: “Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort en dat terstond met vreugde ontvangt; doch hij heeft gen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd.”

Het is dus mogelijk dat de prediking van Gods Woord ons vreugde verschaft, terwijl de diepste inhoud van Gods Woord, de Christus der Schriften ons onbekend blijft, zodat Hij niet in onze plaats is getreden voor Gods aangezicht en al het vonnis dat wij door onze schuld op ons geladen hebben, op Zich heeft genomen en ons zo heeft vrijgemaakt van de vloek van de Wet die op ons rustte.

Zo kunnen wij ook onder de ernst van de prediking aangeraakt worden in ons geweten en gevoelen dat wij in onze zonden niet mogen volharden. Heel dikwijls heeft dat betrekking op heel concrete zonden. Ik voel, dat als ik in die (grote, gruwelijke, vaak ook verborgen) zonden doorga, ik heel kennelijk Gods toorn over mij heen haal. Mijn hart kan ontzet zijn als de gedachte aan Gods wraak over de zonde in het algemeen en mijn persoonlijke zonden in het bijzonder, mijn hart vervult. Ik ben bang verloren te gaan en toch: ik schud die gedachte weer van mij af; ik wil niet somber, niet zwaarmoedig zijn. De gedachte dringt bij mij op: zo slecht ben ik toch nog niet, want als ik mijzelf eens vergelijk met die ander, dan kom ik er toch nog goed vanaf…

Het gevolg is zo vaak, dat de indruk van Gods toorn verdwijnt en mijn hart weer koud en gevoelloos wordt en o zo ontvankelijk is voor dat wat de wereld te bieden heeft. Er is geen smart over de zonde, omdat wij de Heere daardoor als bij de voortduur bedroeven. Er is geen smart en geen bittere klacht, dat wij Zijn beeld in het Paradijs zijn kwijtgeraakt. Toen was er geen zonde. Toen was er geen breuk tussen de Heere en ons. Toen was ons gehele hart gericht op Hem en koesterden wij maar één begeerte, louter dat te doen wat voor Hem behagelijk is. Berouw vernedert ons. Berouw verbreekt ons. Berouw maakt dat wij ten volle Gods oordeel over ons leven rechtvaardigen. En toch: dat onbegrijpelijke dat wanneer de Heilige Geest zo ons hart verbreekt, Hij ons niet met Kaïn doet wegvluchten, maar ons hongerend maakt naar dat ene goed dat wij, hoewel op geen enkele wijze verdiend, niet kunnen missen. Zie eens de tollenaar! Past hij in het Huis van Hem Die te rein van ogen is dan dat Hij de zonde zou aanschouwen? O, als hij ergens niet past, dan wel daar! Maar toch: als hij ergens niet vandaan kan blijven, dan wel van die plaats! Daar moet hij zijn, daar waar het offerbloed vloeit, daar waar alles heen wijst naar het Lam Gods dat de zonde der wereld wegdraagt, daar waar God Zelf voor ellendelingen zo rijkelijk en zo volkomen voorziet in een Lam ten brandoffer, daar waar God in Zijn eigen Kind, de Heere Jezus Christus dit wil doen. Wat? Hij wil zeggen van verloren zonen en dochters: “Deze Mijn zoon, deze Mijn dochter, was dood, maar is weder levend geworden; hij, zij, was verloren, maar is gevonden”. Zie dan eens welk een vreugde er is in het huis van Vader! Zulk een God is de Heere.

Terugkomend op je vraag, begrijp ik heel goed wat je bedoeld. Graag zouden wij in ons leven punten kunnen aanwijzen, dat wij wellicht tot op de goede weg zijn. Geloof me, de Heere gunt ons geen rust, alvorens wij rust vinden in de grote Rustaanbrenger, de Lijdende Borg Die stierf aan het kruis. Wie buiten de vrijstad op een steen gaat zitten uitrusten, omdat hij denkt er bijna te zijn en zich nu deze rust wel te kunnen gunnen, loopt heel ernstig het gevaar door de bloedwreker gevonden en gedood te worden.

Gods Woord gaat uit en dat Woord is niet krachteloos als onze mensenwoorden zijn. Dat wat onze menselijke woorden niet vermogen, vermag het Woord Gods. Het heeft door de niet te weerstane kracht van de Heilige Geest levendmakende kracht: de doden zullen horen de stem des Zoons Gods en die ze gehoord hebben zullen leven (Joh. 5:25).

Ik hoop je vraag beantwoord te hebben. Mocht dat niet zo zijn, laat het me gerust weten.

Ontvang een hartelijke groet en wees de Heere in alles bevolen,
Ds. G. J. Blankers

Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.J. Blankers

  • Geboortedatum:
    03-03-1972
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Oldebroek-'t Harde
  • Status:
    Inactief
9 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
3 reacties
1a2b3c
15-02-2011 / 16:21
Ik geloof niet dat het Bjibels is om onderscheid te maken tussen: algemene en krachtdadige werking van de Heilige Geest.
Van Gods kant bezien kunnen we Zijn Geest nooit wederstaan als Hij in de mens gaat werken,
dat is de theoretische, dogmatische kant
Maar zoals het evangelie tot ons komt en wij in de praktijk handelen, dan kan dat wel. Hand.7:51 Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest.
Het is het geloof in het evangelie (Markus 1:15) dat zalig maakt en niet het geloof in de leer.
We moeten dus handelen naar wat Hij in het evangelie tot ons zegt.
Je kunt dat ook zien in Hand.13 waar Paulus eerst het evangelie preekte en pas toen de Joden het verwierpen en de heidenen het wel aannamen begon hij over de leer: er geloofden er zovelen als er bestemd waren voor het eeuwige leven. (dus de leer/dogmatiek staat duidelijk niet voorop)
En in de Bijbel zelf is het ook niet voor niets dat eerst de evangelisten aan het woord komen voor de leer aan de orde komt.

Het is een beetje hetzelfde als toeval, van Gods kant bestaat er geen toeval maar aan de kant van de mensen wel. En wij kunnen alleen onze eigen kant bekijken en daar zijn we dan ook verantwoordelijk voor.
kneusi
26-02-2011 / 09:31
fijn antw. van de dominee. vragensteller, vraag maar veel aan de Heere, maak mij levend door uw Woord.
kneusi
26-02-2011 / 10:00
een fijn antwoord van de dominee. vragensteller, vraag maar veel aan de Heere, maak mij levend door Uw Woord. vrd grt

Terug in de tijd

Wat is het verschil tussen periodieke onthouding en bijvoorbeeld de pil slikken? Op zo'n moment ben je toch bezig met zelf regelen hoeveel kinderen je 'neemt'? Waarom wordt het één (vaak) afgekeurd, t...
Geen reacties
15-02-2007
Ik loop al een tijd lang met een aantal vragen rond en ik wil ze graag kwijt. Fijn dat dit bestaat en vooral dat je hier je geloofsvragen kwijt kan. Grote waardering heb ik voor deze site! Ik heb e...
Geen reacties
15-02-2021
Een vraag over de tekst in Matth. 16:19. Hoe moet ik deze tekst opvatten, vooral gelet op de woorden gebonden en ontbonden! Gaat het hier over de zonden zoals ook staat in Joh. 20:23 en Matth. 18:18? ...
Geen reacties
15-02-2004
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering