Graag zou ik een vraag voorleggen aan de heer B. S. van Groningen. In één van uw...

B.S. van Groningen / Geen reacties

06-06-2008, 00:00

Vraag

Graag zou ik een vraag voorleggen aan de heer B. S. van Groningen. In één van uw laatste antwoorden schreef u: “Trouwens, een ander kenmerk van de oprechte bekering is, dat je niet meer weet hoe je zalig moet worden. Dan heb je het gebed nodig: Heere, maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend. Of met de dichter van Psalm 32: Ik zal u onderwijzen en u leren van de weg, dien gij gaan zult, Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.” Hier heb ik een paar vragen over: 1. Bedoelt u hiermee: God eist bekering, maar ik kan mij niet bekeren. Dit zet mij in de klem? 2. Hoe lost dit zich uiteindelijk op en hoe komt een zondaar uiteindelijk uit deze klem? 3. Of is dit een kenmerk die de meeste kinderen van God tot de dood ervaren, waarbij slechts een enkeling de vrede mag ervaren die het gevolg is van een oprecht geloof in Christus? Ik ben zelf lid van de Gereformeerde Gemeente en ik stel deze vragen niet uit vijandigheid, maar omdat ik vaak met die vragen worstel. Ik heb een tijdje geleden huisbezoek gehad en toen ging het over deze zaak en ik gebruikte toen het woord “geloof”, maar dit woord werd genegeerd door de ouderling (met wie ik overigens heel goed op kan schieten).  Alsof de spanning tussen “moeten” en “niet kunnen” het ware bevindelijke kenmerk is van Gods volk en dat iemand die het woord “geloof” bezigt doet blijken er geen kennis te hebben aan het werk van Gods Geest.


Antwoord

Beste vraagsteller,

Jij gaat in op een antwoord dat ik eerder gaf. Je citeert daar een enkele zin uit en stelt dan een paar vragen. Voor ik op je vragen inga, even dit: lees a.u.b. het volledige antwoord, daar is mijns inziens al veel mee verduidelijkt. Jouw eerste vraag is, wat ik bedoel met de citaten. God eist bekering, maar ik kan me niet bekeren. Het zet me in de klem. Tegelijk jouw tweede vraag: hoe lost dit zich uiteindelijk op en hoe komt een zondaar uiteindelijk (2x) uit deze klem. En jouw derde vraag: of is dit een kenmerk dat de meeste kinderen van God tot hun dood ervaren, waarbij slechts een enkeling de vrede mag ervaren, die het gevolg is van een oprecht geloof in Christus? Je stelt deze vragen niet uit vijandigheid voeg je er nog aan toe, maar je worstelt met deze vragen. Een negatieve benadering op een onlangs ontvangen huisbezoek heeft de zaak niet opgelost maar veel meer vragen opgeleverd. En tenslotte trek jij een conclusie dat de spanning tussen “moeten” en “niet kunnen” het ware bevindelijke kenmerk is van Gods volk en dat iemand die het woord “geloof” bezit, doet blijken geen kennis aan het werk van Gods Geest te hebben.

Nogmaals lees het hele antwoord inclusief de vraag, waaraan het citaat ontleend is. Gods eis en onze onmogelijkheid is een spanningsveld. Daar kun je niet om heen. God mag eisen, want Hij heeft ons recht geschapen. Dat wij dit niet meer kunnen, veel meer: niet meer willen, is niet Gods schuld, maar de onze. Toch is het Gods weg om een zondaar in de klem te brengen. Hij wil dat wij onze onmogelijkheid inleven en met onze onmogelijkheid terecht mogen komen bij Zijn bereidwilligheid. Dat is geen voorwaarde, maar Zijn almachtige leiding in het leven.

Hoe wordt dit opgelost? Van onze kant nooit! Maar bij God zijn alle dingen mogelijk, degene, die gelooft. Wat de Heere eist, wil Hij ook schenken. Denk aan dat bekende psalmvers: al wat u (wat jou) ontbreekt, schenk Ik zo gij ’t smeekt: MILD en OVERVLOEDIG. Of in de onberijmde tekst: Doe uw mond wijd open en IK zal hem vervullen. Hij wil dat we aan een eind komen van ons ploeteren, worstelen, bidden, smeken, bedelen. En ons onvoorwaardelijk mogen overgeven aan Hem. Bij Hem zijn milde handen en vriendelijke ogen, van eeuwigheid. Wat is geloof? Zie Hebr. 11: Het geloof is een vaste grond, der dingen, die men hoopt en een bewijs der zaken, die men niet ziet. En... wie tot God komt moet geloven dat Hij is (bestaat) en een Beloner is degenen, die Hem zoeken.

En jouw laatste opmerking: als je het woord geloof gebruikt, is dat een bewijs, dat je geen kennis hebt aan het werk van Gods Geest, is voor mij een volslagen raadsel. Ten eerste mogen wij niet oordelen over het hart van een ander. Ook al zou je van zijn geloof niets geloven. Ten tweede is het geloof een voluit Bijbels Woord, dat de Heere Jezus en de apostelen veel gebruikten. Vrees niet, geloof alleenlijk. Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gij en uw huis.

Wij moeten trouwens niet leven bij de kenmerken van het geloof, maar uit het geloof zelf. Kenmerken zijn niet verkeerd, maar ze kunnen wel totaal verkeerd gebruikt worden. Maar de Bijbel noemt Zelf ook kenmerken van het geloof. Houd daaraan vast: droefheid naar God over de zonde, geloof in de Heere Jezus Christus, hongeren en dorsten naar Zijn gerechtigheid, kinderlijke vreze Gods. De Dordtse Leerregels nemen deze over in Hoofdstuk 2 par. 12. Lees dat artikel maar eens door.

Ik hoop dat je door het negeren van die ouderling en door het antwoord je niet uit het veld laat slaan. God is Rechter, Die beslist, Die als aller Oppervoogd, deez’ vernedert, dien verhoogt. Bunyan heeft naast de Christenreis op weg naar de eeuwigheid ook een ander boek geschreven. Eerst droeg het de titel: Komst en welkomst tot Christus. Nu is het verschenen onder de volgende titel: Komen tot Christus. Wat is geloven? Komen tot Hem. Wanneer je een passend antwoord wil hebben hoe God dit spanningsveld opheft, neem dit boekje naast Gods Woord ter hand. Of het dagboek van Ambrosius over: Het zien op Jezus! Helder en onbevangen wordt daar aangewezen wat Gods werk is.
 
Ik hoop dat je met dit antwoord niet nog meer vragen hebt gekregen, maar dat je één vraag overhoud: O, God, wees mij de zondaar genadig. En het antwoord? Lees het maar in Lukas 18. Of de vraag van Mc Cheyne: Mijn ziele doorziet gij uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God. Hoe? Alleen door de gerechtigheid van de Heere Jezus Christus. Wanneer IK het bloed zie, dan zal IK u voorbijgaan. Geloof je dat? Veel sterkte en laat je niet ontmoedigen door bepaalde uitspraken of meningen van mensen. Houd de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus. Wie tot Mij komt, zal IK geenszins uitwerpen.

Met hartelijke groeten,
B. S. van Groningen

Dit artikel is beantwoord door

B.S. van Groningen

  • Geboortedatum:
    25-04-1951
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Hendrik-Ido-Ambacht
  • Status:
    Inactief
120 artikelen
B.S. van Groningen

Bijzonderheden:

Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik heb een jaar verkering. Nu heb ik tot mijn grote verdriet porno gekeken. Weleens vaker gedaan, maar nu voel ik me schuldig en ik walg ervan. Ik heb geen verslaving o.i.d want ik kan ervan afzien, h...
5 reacties
06-06-2018
De inzameling van geven is een belangrijk onderdeel van de eredienst. De Heidelbergse Catechismus leert ons dat we “aan de armen christelijke handreiking” doen. Daarnaast is er meestal een collecte vo...
Geen reacties
06-06-2005
Ik voel me erg down. Ik wil en kan het er met niemand over hebben, omdat ik niet over mijn man wil praten met derden. We zijn pas een jaar getrouwd en ik voel me nu al zo moe en heb geen energie meer....
5 reacties
06-06-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering