Geslachtslijn van Noach (2)

Het antwoord van ds. Van Oostende op de vraag naar de geslachtslijn van Noach verbaast mij zeer. In de Bijbel worden duidelijke leeftijden genoemd. Doorrekening hiervan (toch geen heel complexe zaak) levert een probleem op dat niet op het eerste gezicht oplosbaar is, namelijk dat Seth, Enos, Kenan, Mahalaleel, Jered, Methusalach en Lamech (directe voorvaders) nog leefden toen Noach leefde. De oplossing die ds. Van Oostende geeft, is -tenzij ik hem verkeerd begrijp- om dan maar de in de Bijbel gegeven leeftijden met een korreltje zout te nemen. Is dit een juiste manier van interpreteren van Bijbelse gegevens? Hoe kunnen wij weten dat we met andere begrippenstelsels te maken hebben? Deze manier van Bijbellezen heeft ook consequenties voor andere passages dan deze ene geslachtslijn.

Vraag:

Recent verscheen een serie romans over de aarde kort voor en na de zondvloed. Dan zie je pas wat de Bijbel zegt over leeftijden. Kijk Dachsel maar na! Om te reageren alsof het dwaze geslachtsrekeningen zouden zijn, lijkt mij niet terecht. Het staat gewoon in de Bijbel maar we lezen er overheen. De vraag is daarom zeker van belang!

Vraag:

De verhalen van de stamvaders van het menselijk geslacht liepen geen gevaar om grote wijzigingen te ondergaan, doordat zij door te veel monden gingen. Toen Adam, 930 jaar oud zijnde, stierf, was Seth 800 jaar. Enos 695 jaar, Kenan 605 jaar. Mahalal-el 535 jaar, Jered 470 jaar, Henoch 308 jaar, Methusalach 243 jaar en Lamech 56 jaar oud. Toen Henoch, 365 jaar oud zijnde, in de hemel werd opgenomen, was Seth 857 jaar, Enos 752 jaar, Kenan 662 jaar, Mahalal-el 592 jaar, Jered 527 jaar, Methusalach 300 jaar en Lamech 113 jaar oud. Toen Seth, 912 jaar oud zijnde, stierf, was Enos 807 jaar, Kenan 717 jaar, Mahalal-el 647 jaar, Jered 582 jaar, Methusalach 355 jaar, en Lamech 168 jaar. Toen Lamech, 777 jaar oud zijnde, stierf, was Methusalach 964 jaar, Noach 595 jaar en Sem 93 jaar oud. Toen Methusalach, 969 jaar oud zijnde, stierf, was Noach 600 jaar en Sem 98 jaar oud. Toen Noach 950 jaar oud zijnde, stierf, was Sem 448 jaar, Arfachsad 348 jaar, Selah 313 jaar, Heber 283 jaar, Peleg 249 jaar, Rehu 219 jaar, Serug 187 jaar, Nahor 157 jaar, Terach 128 jaar en Abraham 58 jaar oud. Toen Sem, 600 jaar oud zijnde, stierf, was Izaäk 110 jaar en Jacob 50 jaar oud. Sem kon dus bij Izaäk en Rebekka in de tent gezeten hebben en daar vertellen van wat hij beleefd had tijdens de zondvloed, toen hij zich met zijn vader en de anderen in de ark bevond. En dan kan hij erbij gevoegd hebben: "Ik kan u nog vertellen van gebeurtenissen, die nog veel langer geleden plaatsvonden. Ik was 93 jaar oud, toen Lamech, mijn grootvader stierf; en hij was 56 jaar toen Adam stierf. Mijn grootvader heeft mij dikwijls verteld, hoe Adam tussenbeide met weemoedige stem placht te vertellen van de gelukkige dagen in de hof van Eden, en van het verschrikkelijke ogenblik, toen hij en Eva gevoelden, dat het gif van de zonde door de slang in hun hart was gekomen en het aangezicht van de Heere God voor hen verborg temidden van de bomen in de lusthof." Toen Enos 905 jaar oud zijnde, stierf, was Kenan 815 jaar, Mahalal-el 745 jaar, Jered 680 jaar, Methusalach 453 jaar, Lamech 266 jaar en Noach 84 jaar.

Tot mijn verbazing ontving ik nogal wat vervolgvragen over mijn antwoord op de vraag in hoeverre de aartsvaders en hun voorouders elkaar hebben gekend en welke consequenties dat kennen van elkaar moet hebben gehad voor volgende geslachten.

Sinds begin vorig jaar ben ik medewerker aan de vragenrubriek van Refoweb, maar van al de keren dat ik vragenstellers van repliek diende kwam nimmer een vervolgvraag los. Als dat nu wel het geval is, ga je nog eens diep nadenken wat de oorzaak daarvan zou kunnen zijn. Mijn antwoord was vooral gebaseerd op enkele citaten van de apostel Paulus en het bevreemdt mij, dat in de vervolgvragen daar nauwelijks aandacht aan wordt gegeven. Met hetzelfde gemak waarop verwezen wordt naar recent verschenen romans en het commentaar van Dächsel, kan ik verwijzen naar andere bronnen, die het tegenovergestelde beweren.

Mijn antwoord dan te kwalificeren als “de gegeven leeftijden in de Bijbel met een korreltje zout te nemen” is te kort door de bocht. Er zijn gewoon meerdere mogelijkheden en daaruit kun je een keus bepalen. De rabbijnen gaven al aan dat je het woord van God op zeventig manieren kunt interpreteren.

We moeten ons in eerste instantie houden aan Gods openbaring. God openbaart ons geen dingen die we door middel van rekenkunde moeten opsporen. Hij heeft ons niets bekendgemaakt over wie van het voorgeslacht er nog leefden tijdens Noachs leven en de rol die ze hebben gespeeld in de voorbereiding tot de zondvloed. Hetzelfde geldt van Abraham. Het enige dat God ons bekend maakt is dat zijn vader Terach met hem meetrekt naar Haran.

Natuurlijk hebben er groot- en overgrootvaders en verder geleefd, maar aan de hand van de Bijbel weten we helemaal niets van hen dan hun plaats in de geslachtslijst. Al het andere van de oorspronkelijke vraag zijn gissingen, waarover net zo goed andere gissingen kunnen worden gedaan. Blijkbaar gebeurde dat ook veelvuldig en ontstonden er vele twistvragen waarover Paulus zegt dat ze onnut en ijdel zijn.

Mijn slotopmerking is dat je zou kunnen zeggen dat getallen in het Oosten een andere betekenis hebben dan bij ons in onze op logica en koel calculeren gebaseerde westerse samenleving. Ook dat geslachtslijsten niet altijd compleet zijn. Soms worden personen overgeslagen. B.v. Mattheüs 1 om een harmonische opbouw van de lijst te krijgen, namelijk driemaal veertien geslachten. Ik denk dat ik hiermee voldoende heb aangegeven hoe moeilijk het is om tot een sluitende uitleg te komen. Je kunt daar dus eindeloos over delibereren, maar dan houd ik me liever aan de wijze adviezen van de apostel.

Ds. H. van Oostende, em.-pred. met dank aan zijn broer ds. Jac. van Oostende, eveneens em.-pred.
 

Dit artikel is beantwoord door

Ds. H. van Oostende

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven